Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

119. Landschapsverdure met pauw


Beschrijving:
In een landschap met op de voorgrond hoge loofbomen en bloeiende planten met grote bladeren staat middenvoor een pauw. Het dier heeft de hals naar rechts gedraaid en de kop naar de grond gericht. Zijn fraaie lange verenstaart houdt hij bijna horizontaal naar rechts. Links tussen enkele planten staat een haan. Daarboven in een boom zit een rode papegaai. Verder naar rechts zit een kleinere vogel op een tak en rechtsboven een tweede papegaai. In het midden is een doorkijk naar een rotspartij met daarachter tussen bomen een bouwwerk met een rij zuilen en heuvels in de verte.

Commentaar:
Dit wandtapijt was oorspronkelijk onderdeel van een reeks landschapsverdures met dieren. Het behoort tot een type wandtapijten dat zowel in de zeventiende als in de achttiende eeuw in de Noordelijke Nederlanden werd vervaardigd en waarvan er nog verschillende bestaan. Deze wandtapijten zijn steeds variaties op hetzelfde thema, met verspreide loofbomen, grote planten op de voorgrond en daartussen één of meerdere dieren, vogels in de bomen en/of in de lucht en doorkijkjes naar het landschap in de verte. Zelfs de producten van de verschillende werkplaatsen en uit uiteenlopende perioden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Zo is cat. 119 verwant aan de reeks landschapsverdures van Kunstmuseum Den Haag (cat. 81-a-f), die werd vervaardigd door Alexander Baert te Amsterdam omstreeks 1710. Tevens lijken het soort planten en de bomen met de vogels daarin veel op die van een wandtapijt in Kasteel Amerongen (cat. 2) dat wordt toegeschreven aan Maximiliaan van der Gucht uit Delft uit omstreeks 1665-1680. Ook het type doorkijk naar een landschap met daarin gebouwen en ook de haan lijken verwant aan een haan en een kip op een van de wandtapijten op Slot Zuylen, vervaardigd door Maximiliaan van der Gucht rond 1670 (cat. 167-b). De opvallende pauw en de haan van cat. 119 komen echter nergens precies zo voor op andere bekende wandtapijten.

Gezien het feit dat de ketting van cat. 119 uit wol is gemaakt, zal het wandtapijt hoogstwaarschijnlijk niet in Amsterdam door Alexander Baert in de achttiende eeuw zijn vervaardigd, omdat deze zo goed als zeker altijd linnen kettingdraden gebruikte.1 De zeventiende-eeuwse werkplaats van de familie Van der Gucht te Delft daarentegen maakte wel gebruik van wollen kettingdraden.2

Cat. 119
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1675
Landschapsverdure met pauw, ca. 1675
Groningen, Groninger Museum, inv./cat.nr. Inv. 1932.0135

Cat. 119 werd in 1932 aan het Groninger Museum geschonken door de kunstenares Barbara Elisabeth van Houten (1862-1950) uit Den Haag, die oorspronkelijk uit Groningen kwam. Zij was de dochter van de politicus Samuel van Houten (1837-1930) en een nichtje van het eveneens uit Groningen afkomstige schildersechtpaar Hendrik Willem Mesdag en Sientje Mesdag-van Houten. Barbara Elisabeth van Houten verkreeg dit wandtapijt uit het bezit van haar oom en tante. Op drie foto's uit omstreeks 1904 van het interieur van het atelier van Sientje Mesdag-van Houten in het woonhuis van het echtpaar Mesdag aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag, gelegen naast het Museum Mesdag, is dit wandtapijt namelijk op een van de wanden te zien.3 (afb. a) Hoewel het Museum Mesdag samen met de bijbehorende kunstcollectie in 1903 door het echtpaar Mesdag aan de Staat der Nederlanden werd geschonken, werd hun woonhuis en ook de daar aanwezige collectie niet door de Staat verworven, maar raakte die verzameling na het overlijden van H.W. Mesdag in 1915 onder meer door verschillende veilingen verspreid.4 Het wandtapijt cat. 119 uit het atelier van Sientje Mesdag-van Houten werd niet geveild, maar kwam toen dus in bezit van haar familie.

Het is derhalve ook zeer aannemelijk dat dit wandtapijt afkomstig is van de reeks landschapsverdures met dieren uit de gobelinzaal van de borg Hanckema te Zuidhorn (dichtbij de stad Groningen), die in 1877 werd afgebroken. Die wandtapijten zijn bekend van een beschrijving uit 1924.5 Hierin is sprake van voorstellingen van een bos met een vijver, zwanen, eenden en een hond en in de bomen 'uitheemsche vogels, vuurrood of papegaaigroen'. Onder meer vanwege de frappante overeenkomst met het eerste deel van deze beschrijving wordt verondersteld dat de reeks landschapsverdures met dieren in de Gobelinzaal van De Mesdag Collectie, zoals Museum Mesdag nu heet, in Den Haag, in elk geval vóór 1887 verworven door Hendrik Willem Mesdag, die van de Hanckemaborg zijn.6 Echter waar de beschrijving van de wandtapijten van de Hanckemaborg tevens gewag maakt van 'uitheemsche' of exotische vogels, komen die vrijwel niet voor op de reeks van De Mesdag Collectie. Daarom zal cat. 119, waarop wel exotische vogels voorkomen - namelijk twee papegaaien - en dat in stijl overeenkomt met de eveneens aan het werk van Maximiliaan van der Gucht in Delft toegeschreven Mesdagreeks, oorspronkelijk onderdeel van een en dezelfde reeks zijn geweest.7 Doordat cat. 119 zich niet samen met de rest van die reeks in het Museum Mesdag bevond, maar in het woonhuis van het echtpaar Mesdag, is het daarvan los geraakt. Mogelijk werd het wandtapijt door Barbara Elisabeth van Houten uiteindelijk aan het Groninger Museum geschonken vanwege de herkomst uit de Hanckemaborg.

Volgens de bovengenoemde beschrijving waren in de wandtapijten op de Hanckemaborg de wapens van Derck Jacob Clant (1638-1700), lid van de Gedeputeerde Staten van Groningen en van de Staten-Generaal - vanaf 1675 eigenaar van de borg - en zijn in 1670 overleden echtgenote Margareta Josina Ripperda en ook het jaartal 1676 ingeweven. Zowel de wapens als dit jaartal komen niet voor op cat. 119 of op de reeks van De Mesdag Collectie, maar het jaar 1676 past wel in de datering van omstreeks 1665-1680 voor dit type wandtapijten.

Conditie:
Goed; enigszins verkleurd. Enkele herstellingen verricht door de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem, 1965-1966.

Afb. a
Anoniem The Hague (city)
Atelier van Sientje Mesdag-van Houten aan de Laan van Meerdervoort, Den Haag
Den Haag, RKD – Netherlands Institute for Art History, inv./cat.nr. RKD-PF-750


Notes

1 Zie bijvoorbeeld cat. 152-a-d, Stadhuis Leeuwarden en cat. 106-a-d, Stadhuis Enkhuizen.

2 Zie bijvoorbeeld cat. 1 en cat. 2 van Kasteel Amerongen, cat. 183-a-d, Bartholomeus Gasthuis, Utrecht, cat. 167-a-d, Slot Zuylen en cat. 162-a-m, Stadhuis Nijmegen.

3 1. Het atelier van Sientje Mesdag-van Houten met links naast de schoorsteenpartij het wandtapijt, foto collectie RKD, Den Haag, afbeeldingsnummer 0000174092; zie De Visser 2016, p. 49, afb. 12 (foto A.J.M. Steinmetz). 2. Een hoek van het atelier van Sientje Mesdag-van Houten met rechts van het midden, links naast de schoorsteen, hetzelfde wandtapijt, zie De Visser 2016, p. 48, afb. 11 (foto A.J.M. Steinmetz). 3. Fotoportret van Sientje Mesdag-van Houten in haar atelier, waarop een klein gedeelte van het wandtapijt zichtbaar is, zie Van Dijk, Suijver 2011, p. 64, afb. 48.

4 Van Dijk, Suijver 2011, p. 21.

5 Vinhuizen 1924, pp. 78-79.

6 Zie De Haan 2005, pp. 194, 533-534, noot 218 en verder cat. 68-a-j, De Mesdag Collectie, Den Haag.

7 Cat. 119 is een halve meter minder hoog dan de reeks van De Mesdag Collectie, maar de voorstelling ervan is aan de bovenzijde duidelijk afgesneden.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree