Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

81. Drie landschapsverdures met dieren


Deze reeks van drie landschapsverdures met dieren is afkomstig uit een kamer in een Amsterdams grachtenpand uit het begin van de achttiende eeuw, op Keizersgracht 143. (afb. a) De wandtapijten, die alle wandvakken boven de lambrisering van de achterzaal bedekten, werden daar verwijderd na het overlijden in 1930 van de bewoner van het pand, prof. dr. Ursul Philip Boissevain. Ze werden, met het complete interieur van de kamer, inclusief lambrisering en schoorsteen en geschilderd plafond, in 1931 verworven voor het stijlkameroverzicht in het nieuwe Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) in Den Haag naar ontwerp van de architect H.P. Berlage (1935).1

De zaal in het museum kreeg dezelfde maten als op de Keizersgracht en de drie tapijten met het doorlopende landschap zijn weer op dezelfde manier over de vier wanden verdeeld, naadloos doorlopend in drie van de vier hoeken (van de raamwand naar de wand tegenover de schoorsteen, van de deurwand naar de schoorsteenwand en van de schoorsteenwand naar de raamwand).

De wandtapijten zijn verwant aan een reeks landschapsverdures met de signatuur van de werkplaats van Alexander Baert en het stadsmerk van Amsterdam in bezit van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) en ondergebracht in het Rijksmuseum in Amsterdam.2 Ook hebben de wandtapijten enkele hieraan identieke details, waaronder een aantal van de afgebeelde dieren.3 Cat. 81-a-c wordt daarom ook aan Baert toegeschreven.

Alexander Baert had vanaf 1699 een weefwerkplaats in Amsterdam, vanaf 1700 eveneens in Gouda en vanaf 1704 ook enige tijd een filiaal in Den Haag. Zijn bedrijf, dat na zijn overlijden in 1719 werd voortgezet door zijn weduwe en kinderen, leverde onder meer aan de vroedschap van Den Haag meerdere wapenkussens.4

De gehele kamer met de wandtapijten van cat. 81-a-c dateert uit omstreeks 1710. Deze datering loopt parallel met die van de leverantie door Alexander Baert van de Landschapsverdures met allegorieën op het weesmeestersambt aan het stadhuis van Enkhuizen (cat. 106-a-d) in 1710.5 Van die wandtapijten is ook een gedeelte hetzelfde als van een van de landschapsverdures van het KOG in het Rijksmuseum6, waarvan andere elementen dus terugkomen op de wandtapijten in Den Haag (cat. 81-a-c).

In Oudenaarde, waar Alexander Baert oorspronkelijk vandaan kwam, werden in de eerste helft van de achttiende eeuw veel landschapsverdures met dieren geproduceerd. Het type landschappen op de achtergrond van cat. 81-a-c verschilt echter van de achtergronden van de bekende Oudenaardse wandtapijten, waarop meestal parklandschappen met paleizen of villa's figureren.7

De ontwerper van cat. 81-a-c is niet bekend. Het type waartoe deze wandtapijten behoren is echter geïnspireerd op vroegere voorbeelden. In de zeventiende eeuw werd dit soort reeksen landschapsverdures met dieren vooral in Delft en Gouda geproduceerd. Hiervan zijn nog meerdere voorbeelden door Maximiliaan van der Gucht uit Delft bekend,8 evenals van David Rufelaer uit Gouda.9

#

Afb. a
De achterzaal van Keizersgracht 143 te Amsterdam, met links cat. 81-b en rechts cat. 81-c aan de wand. Foto uit Göbel 1923a, I, 2, afb. 486.


81-a. Landschapsverdure met eenden en een kroonkraanvogel (raamwand, rechts van het raam, overgaand op de wand tegenover de schoorsteen)


Beschrijving:
Op de raamwand, rechts van het raam, staan op de voorgrond enkele bloeiende planten.10 Op de achtergrond is de bocht van een rivier te zien, met langs de oevers enkele boomgroepen en bosschages en een aangemeerd bootje. Links in het water is een stenen brug met daarop een poortgebouw. Rechts daarvan is een bergachtige oever, met verspreid enkele gebouwen die doorlopen in een stad op de wand ernaast waarvoor enkele vissers in roeiboten. Op de wand tegenover de schoorsteen is een breed, doorlopend boslandschap met in het midden een doorkijk naar een landgoed met een tuin met regelmatige aanleg en op de voorgrond grote planten - onder meer irissen en vingerhoedskruid - en allerlei vogels: links twee zwemmende eenden, daarachter een grote roofvogel, vervolgens een kroonkraanvogel en meer naar rechts twee meeuwen en geheel rechts een kip met vier kuikens. In de bomen zitten verschillende papegaaien, een witte kaketoe en twee hoppen. In de lucht vliegen enkele kleine vogels. Rechts op de achtergrond zijn verschillende jachttaferelen met ruiters en honden jagend op grote wilde dieren met lange staarten en herten voorgesteld.

Commentaar:
De eenden komen eveneens voor op een door Alexander Baert gesigneerde landschapsverdure in het Rijksmuseum te Amsterdam.11 De kaketoe figureert links op het daarbij horende wandtapijt.12

Dezelfde kip met kuikens komt ook voor op een wandtapijt in Slot Zuylen, dat zich bevindt bij de reeks Landschapsverdures met dieren door Maximiliaan van der Gucht uit omstreeks 1670. Het is echter niet duidelijk of het oorspronkelijk wel bij die reeks hoort, daar het minder fijn is geweven dan de andere wandtapijten van die reeks.13 Een kaketoe zoals die op cat. 81-a is eveneens voorgesteld op een aan de werkplaats van Alexander Baert toe te schrijven wandtapijt in de herenkamer van Kasteel Biljoen (cat. 192-d).

Conditie:
De reeks werd geconserveerd bij De Wit, Koninklijke Manufactuur van Wandtapijten te Mechelen in België, 1997-1998.

Cat. 81-a
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem Amsterdam (city) ca. 1710
Landschapsverdure met eenden en een kroonkraanvogel, ca. 1710
Den Haag, Kunstmuseum Den Haag, inv./cat.nr. Inv. OW 1a-1931, obj. nr. 1051012


81-b. Landschapsverdure met lepelaars en een helmcasuaris (deurwand overgaand op schoorsteenwand, links van de schoorsteen)


Beschrijving:
Op de deurwand bevinden zich in een doorlopend boslandschap met verschillende loofbomen en op de voorgrond grote planten - onder meer rode stokrozen - allerlei vogels: links twee lepelaars, verder naar rechts twee fazantenhanen - waarvan één zit op een dwarstak aan een dode boomstronk - een grote roofvogel en een toekan. Op de achtergrond ligt een stad aan een haven. Verschillende zeilschepen varen de haven binnen en de rivier op. Rechts is een schip aangemeerd en zijn mensen bezig lading aan wal te brengen. Hoog in een boom zit een witte kaketoe met een rode kuif die een eikeltje houdt in zijn opgetilde rechterpoot en links vliegt een papegaai. Het wandtapijt loopt door op de schoorsteenwand, links van de schoorsteen. In een boslandschap met op de voorgrond grote planten - onder meer een zonnebloem met daarbij rozen en tulpen - staat links op de voorgrond een helmcasuaris en daarachter een andere grote vogel. In de bomen zitten twee papegaaien en een kleinere vogel.

Commentaar:
De witte kaketoe en de fazantenhaan op een tak komen ook voor op een wandtapijt door Alexander Baert uit Amsterdam in het Rijksmuseum.14 Ook komt dezelfde witte kaketoe met een eikeltje in zijn poot voor op een wandtapijt in Slot Zuylen.15

De zonnebloem met de rozen en tulpen, in een soort boeket, komen ook voor op een wandtapijt met een voorstelling van twee kalkoenen dat in 1936 bij kunsthandel L. Bernheimer te München was.16 Deze kalkoenen komen eveneens voor op het genoemde wandtapijt door Alexander Baert in het Rijksmuseum.

Conditie:
Links, iets van de rand, is een rechthoekig fragment van 139 x 89 cm (met twee lepelaars) losgesneden voor de verhulde deur. De naden van de oorspronkelijke (iets smallere) deuruitsnijding zijn direct rechts hiervan nog te zien. Zie verder bij cat. 81-a.

Cat. 81-b
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem Amsterdam (city) ca. 1710
Landschapsverdure met lepelaars en een helmcasuaris, ca. 1710
Den Haag, Kunstmuseum Den Haag, inv./cat.nr. OW 1b&d-1931; obj. nr. 1051013, 1051015


81-c. Landschapsverdure met pauwen (schoorsteenwand, rechts van schoorsteen, overgaand op raamwand, links van het raam)


Beschrijving:
Op de schoorsteenwand, rechts van de schoorsteen, is een parklandschap voorgesteld, met verspreide boomgroepen en bosschages, een waterpartij en een stenen gedenkteken op een sokkel. Op de voorgrond staat een pauwenpaar tussen enkele grote planten. Rechts op de achtergrond is een jachttafereel met ruiters en honden afgebeeld. In de verte ligt tegen een heuvel een stad met diverse torens aan het water. In de lucht is een valk bezig een duif aan te vallen, terwijl een meeuw links van hen wegvliegt en rechts een papegaai toekijkt. Op de raamwand, links van het raam, loopt het boslandschap door met op de voorgrond twee meeuwen. Hoog in een boom zit een parkiet. Tussen de bomen door is een doorkijk naar een glooiend landschap in de verte en daarvoor een rivier met daarover een brug met stenen arcaden.

Commentaar:
Een smal wandtapijt met dezelfde voorstelling van de twee pauwen, maar met enkele verschillen in de vegetatie, was in 1936 bij kunsthandel L. Bernheimer te München.17 Dezelfde twee meeuwen als op cat. 81-c zijn eveneens voorgesteld op het wandtapijt in de herenkamer van Kasteel Biljoen (cat. 192-d), dat eveneens door Alexander Baert zal zijn vervaardigd.

Conditie:
Zie bij cat. 81-a.

Cat. 81-c
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem ca. 1710
Landschapsverdure met pauwen, ca. 1710
Den Haag, Kunstmuseum Den Haag, inv./cat.nr. Inv. OW 1c-1931; obj. nr. 1051014


Notes

1 Het overkoepelende inv. nr. van dit kamerinterieur is OW 1-1931; obj. nr. 1051016. Over prof. dr. Ursul Philip Boissevain (1855-1930), hoogleraar Oude Geschiedenis, bevriend met Berlage, en de geschiedenis van zijn familie zie: Hesseling 1931; Nederland's Patriciaat 72 (1988), pp. 40-146; Hagoort, De Baar 1996.

2 Inv. KOG-3-A-B. Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 172-173; Mulder-Erkelens 1971, pp. 44-46, afb. 27; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65a-b.

3 Zie hieronder bij de besprekingen van de afzonderlijke wandtapijten.

4 Zie ook bij cat. 74 en cat. 75 -a-h, Haags Historisch Museum.

5 Gezien de afgeknotte boomkruinen aan de bovenzijde van cat. 81-a-c en het feit dat de tapijten in Enkhuizen 75 cm hoger zijn, waren de kartons voor deze wandtapijten mogelijk oorspronkelijk hoger. De hoogte van de wandtapijten op de Keizersgracht, die in de situatie in Den Haag hetzelfde is gebleven, zal aangepast zijn geweest aan de maten van het vertrek aldaar. Zie Göbel 1923a, I, 2, afb. 486.

6 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65a.

7 Zie bijvoorbeeld De Meûter 1999a, pp. 209-219.

8 Bijvoorbeeld de reeksen in het Bartholomeus Gasthuis te Utrecht, cat. 183-a-d, en het stadhuis van Nijmegen, cat. 162-a-m.

9 In het stadhuis van Gouda, cat. 115-a-d.

10 De beschrijvingen van de wandtapijten zijn met de klok mee, beginnend op de raamwand, rechts naast het raam.

11 Mulder-Erkelens 1971, pp. 44-46, afb. 27; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65a.

12 Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 173; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65b.

13 Zie verder bij cat. 167-b, Slot Zuylen. Op dat wandtapijt komt overigens ook dezelfde witte kaketoe met een eikeltje in zijn poot voor als op cat. 81-b.

14 Inv. KOG-3-B. Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 173; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65b.

15 Zie cat. 167-b, Slot Zuylen. Zie ook bij cat. 81-a.

16 Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 176.

17 Idem, afb. 177.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree