80. De Dood van Cleopatra, uit een reeks met de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra
Beschrijving:
Cleopatra bevindt zich centraal op de voorgrond in een parklandschap, onder het dichte gebladerte van een hoge boom en een daarin met koorden en kwasten opgehangen draperie. Zij valt met gespreide armen en een licht opgeheven linkerbeen achterover op de kussens van een ligbank waarover een kleed is gedrapeerd. Aan Cleopatra's ontblote boezem ligt een slang. Een jonge vrouw links achter de bank ondersteunt Cleopatra, terwijl aan de voeten van de vorstin een tweede vrouw geknield haar tranen afveegt met een punt van haar mantel. Dit alles wordt gadegeslagen door een man met een hoed op en een stok over zijn schouder waaraan een mandje met bladeren hangt. Hij staat achter de bank, half verscholen achter een marmeren zuil van een zuilenportiek. Rechts hiervan is een balustrade, met daarachter in de verte een tuinmuur met het begin van een zuilengalerij. Twee vogels vliegen in de lucht erboven. Geheel links staat een sierlijke fauteuil, half achter een boomstam, en daarachter een grote tuinvaas met onderaan een gebeeldhouwde decoratie met putti en dolfijnen op een voetstuk. Helemaal bovenaan, iets rechts van het midden, zit een exotische vogel op een boomtak.
Rondom zijn restanten van een smalle ornamentboord met een hoekig kraalmotief aanwezig.
Commentaar:
Dit wandtapijt zal oorspronkelijk opgenomen zijn geweest in een kamerbetimmering, waarschijnlijk in een smal wandvlak naast een deur of een raam.
Op enkele foto's van cat. 80 uit het begin van de twintigste eeuw is aan de onderzijde en aan de zijkanten een boord met gestrikte bloemboeketten te zien.1 Deze boord, die later was aangenaaid en was samengesteld uit verschillende fragmenten, is omstreeks 1935 er weer afgehaald en vervangen door een grof ongebleekt, mogelijk linnen, weefsel. De ornamentboord met het kraalmotief lijkt wel aangeweven te zijn.
Voorgesteld op cat. 80 is de dood door zelfmoord van de Egyptische koningin Cleopatra (69-30 v.Chr.), zoals die werd verhaald door Plutarchus in het 'Leven van Antonius', 85-86, uit zijn boek Vitae parallelae (Parallelle Levens).2 Cleopatra beleefde een beroemde liefdesgeschiedenis met de Romeinse veldheer Marcus Antonius (83-30 v.Chr.). Deze pleegde echter zelfmoord nadat hij en Cleopatra bij Actium waren verslagen door de vloot van keizer Augustus en daarna Egypte door de Romeinen werd ingenomen. Cleopatra, die weigerde haar nederlaag te aanvaarden, benam zichzelf vervolgens eveneens het leven, volgens Plutarchus door zich te laten bijten door een giftige slang die verborgen zat in een mandje met bladeren en vijgen.
Cat. 80 zal zijn geweven op de werkplaats van Alexander Baert te Amsterdam, of mogelijk op die van de hem na zijn overlijden in 1719 opgevolgde weduwe en kinderen. Het exacte jaar van uitvoering is niet bekend. In elk geval komt het rechterdeel van de voorstelling van cat. 80, met de zuilenportiek, de balustrade en de muur met het begin van een zuilengalerij op de achtergrond, ook reeds voor (met enkele verschillen in de details) op de Landschapsverdure met de allegorie van de rijkdom uit 1710 die deel uitmaakt van de reeks die Alexander Baert leverde voor de weesmeesterenkamer van het stadhuis van Enkhuizen.3 Ook bevond zich in 1752 bij het overlijden van de weduwe Alexander Baert in de werkplaats nog een wandtapijt met hetzelfde onderwerp als van cat. 80, getuige een vermelding in de lijst van tapijten die in haar werkplaats waren vervaardigd op de veiling van haar nalatenschap: 'Een stuk verbeeldende Cleopatria, daar zij van de slang gebeten wordt, van 25 el en 20.'4
De figuren op cat. 80 zijn waarschijnlijk toe te schrijven aan Lodewijk van Schoor (1650-1702). Met name in het soort vrouwenfiguren, de kleding en de toepassing van rijke stoffen en draperieën zijn ze vergelijkbaar met zijn bekende werk, dat ook herhaalde malen werd uitgevoerd door Alexander Baert, zijn weduwe en zonen, zoals de reeks met Vier Werelddelen in het stadhuis van Leeuwarden.5
De scène met de figuren op de voorgrond van cat. 80 is sterk geïnspireerd (in spiegelbeeld) op een Brussels wandtapijt met de Dood van Cleopatra in een reeks met de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra uit het derde kwart van de zeventiende eeuw. Exemplaren hiervan bevinden zich in het Musée des Tissus et des Arts Décoratifs te Lyon en het Castello Sforzesco in Milaan.6 (afb. a) De ontwerpen van deze Cleopatrareeks, inclusief de Dood van Cleopatra, die vanaf omstreeks 1660 door verschillende werkplaatsen in Brussel werd uitgevoerd, konden enige jaren geleden door Nicole de Reyniès worden toegeschreven aan de Franse schilder Charles Poërson (ca. 1609-1667) uit 1651-1652.7 De figuur van de treurende vrouw rechts op cat. 80, die is geknield aan de voeten van Cleopatra, is echter directer geïnspireerd op de treurende vrouwenfiguur in het schilderij de Dood van Dido van Simon Vouet (1590-1649) uit omstreeks 1640, waarschijnlijk via de - spiegelbeeldige - gravure hiernaar door Michel Dorigny (1616-1665) uit 1643, die ook vaker in de toegepaste kunsten als voorbeeld of inspiratie fungeerde.8 (afb. b) Ook de draperie die voor een zuil is gehangen en de houding van Cleopatra, op cat. 80 zowel als in de Brusselse versie naar Poërson, vertonen overigens veel overeenkomsten met de draperie en de figuur van Dido in die voorstelling van Vouet.
Cat. 80 zal onderdeel zijn geweest van een reeks met de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra. Mogelijk was dat dezelfde Cleopatrareeks als van twee wandtapijten in Paleis Het Loo in Apeldoorn, De aankomst van Cleopatra's schip te Tarsus en Cleopatra's banket, die zijn voorzien van ornamentboorden met eenzelfde kraalmotief als van cat. 80.9 In die wandtapijten werden ook, net als in cat. 80, bepaalde elementen herhaald uit de tapijtreeks van Alexander Baert voor de weesmeesterenkamer van het stadhuis van Enkhuizen.
Een wandtapijt met dezelfde voorstelling als cat. 80, in het Musée Tessé in Le Mans, is iets uitgebreider aan de rechterzijde en aan de onderkant, met grote planten op de voorgrond en rechts onder meer een hoge portico met een beeld ervoor.10 De laatstgenoemde elementen komen overigens ook weer terug op een van de wandtapijten van Alexander Baert in Enkhuizen, de Landschapsverdure met allegorie van de naastenliefde en voogdijschap. Via deze groep wandtapijten wordt een aardige blik in de keuken gegund van de werkplaats van Alexander Baert en zijn opvolgers, waar het kennelijk regelmatig voorkwam dat bepaalde kartononderdelen werden herhaald in reeksen met uiteenlopende onderwerpen.11
Conditie:
Er loopt een gerepareerde horizontale naad of scheur van de linker zijkant door de grote vaas en de marmeren zuil tot het midden. De partijen in zijde zijn zeer versleten.
Cat. 80
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) of wandtapijtweverij van Weduwe Alexander Baert en soonen naar ontwerp van Ludovicus van Schoor
De Dood van Cleopatra, ca. 1700-1750
Den Haag, Kunstmuseum Den Haag
Afb. a
wandtapijtweverij van Jean Leclerc naar ontwerp van Charles Poërson
De Dood van Cleopatra, ca. 1663
Lyon, Musée des Tissues et des Arts Décoratifs de Lyon, inv./cat.nr. MAD 1361.2
Afb. b
Michel Dorigny naar ontwerp van Simon Vouet
De dood van Dido, 1643
Londen (Engeland), British Museum, inv./cat.nr. 1841,1211.39.66
Notes
1 De Nederlandsche Musea 1916, nr. 22; Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 171; Cat. Lyon 1996, p. 55.
2 Zie Hall 1996, p. 68. Zie ook cat. 30-c, Herengracht 458, Amsterdam, voor een andere versie van een wandtapijt met dit thema.
3 Zie cat. 106-d, Stadhuis Enkhuizen.
4 Van Eeghen 1969, p. 125.
5 Zie cat. 152-a-d, Stadhuis Leeuwarden. Van het ontwerp van een wandtapijt uit de Geschiedenis van Amadis en Oriane door Alexander Baert, in het Amsterdam Museum, is het auteurschap van Van Schoor bevestigd in een document met betalingen uit 1698-1700. Zie verder bij cat. 27, Amsterdam Museum.
6 Zie Cat. Lyon 1996, cat. 19.4 en Forti Grazzini 1984, pp. 46-49, afb. 23-28.
7 Zie Cat. Lyon 1996, cat. 19; Cat. tent. Metz 1997, cat. 41; Brosens 2003-2004, p. 22.
8 Cat. tent. Parijs 1990, cat. 56, pp. 322-323; Cat. tent. Metz 1997, p. 123.
9 Zie cat. 42-a-b, Paleis Het Loo, Apeldoorn.
10 Cat. Lyon 1996, p. 55, afb. 5. Gepubliceerd in: Bordier-Nikitine 1993, p. 17.
11 Zie hierover tevens cat. 106-a-d, Stadhuis Enkhuizen.