Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

30. Drie wandtapijten uit een reeks met De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra


Deze drie zeventiende-eeuwse wandtapijten bevinden zich sinds 1875 in het grachtenpand Herengracht 458 te Amsterdam. Ze werden daar toen geplaatst in de nieuwe trappenhal, gebouwd in neorenaissance stijl naar een ontwerp van de architect W. Hamer (1841-1913) in opdracht van de toenmalige bewoners, de koopman Maurits Insinger (1825-1891) en zijn echtgenote Henriëtte Insinger-van Loon (1825-1902). De wandtapijten waren door het echtpaar Insinger verworven uit een huis op de Amsterdamse Keizersgracht bij de Leliegracht.1 In het huis aan de Herengracht bevond zich toen ook reeds in de Zaal een reeks van vijf Brusselse wandtapijten met de Geschiedenis van Telemachus, die daar rond 1724-1734 in een betimmering was geplaatst.2

Het onderwerp van cat. 30-a-c is de tot de verbeelding sprekende en door vele legenden omgeven liefdesgeschiedenis van de Egyptische koningin Cleopatra (69-30 v.Chr.) en de Romeinse veldheer Marcus Antonius (83-30 v.Chr.).

Deze geschiedenis werd in de zeventiende eeuw toegepast voor verschillende reeksen wandtapijten die werden vervaardigd in verschillende werkplaatsen, zowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke Nederlanden. Zo werden bijvoorbeeld in de stad Brussel zowel een Cleopatrareeks naar ontwerpen van Justus van Egmont als één naar ontwerpen van de Fransman Charles Poërson geweven.3

Van de reeks met De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra waar cat. 30-a-c toe behoren zijn negen verschillende voorstellingen bekend: De ontmoeting van Marcus Antonius en Cleopatra, met Cleopatra's schip, Het Afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra, De Verzoening van Marcus Antonius en Octavianus, Marcus Antonius verdeelt het goud van Egypte, Marcus Antonius ontvangt geschenken uit naam van Cleopatra, De Visvangst, Cleopatra's banket, De Dood van Cleopatra, Marcus Antonius omhoog gehesen bij de graftombe van Cleopatra.4 Er is echter nergens een volledige reeks van negen wandtapijten overgeleverd.5 Het Patrimonio Nacional te Madrid bezit bijvoorbeeld een reeks van vijf wandtapijten6 en in de collectie van het Museu Nacional de Arte Antiga in Lissabon bevindt zich een reeks van zes wandtapijten.7

De geschiedenis van deze reeks begint in het eerste kwart van de zeventiende eeuw in Delft.8 Hier maakte Karel II van Mander (1579-1623) vanaf ongeveer 1621 ontwerpen voor een 'camer van Cleopatra' ter uitvoering in zijn eigen tapijtweverij. Bij zijn overlijden in 1623 waren de ontwerpen voor deze reeks weliswaar voltooid, maar nog niet alle kartons waren toen geschilderd.9 Begin 1624 is er sprake van drie op de werkplaats van Van Mander geweven wandtapijten uit De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra, te weten 'de visserye, het bancket van Cleopatra ende het stuck genoemt de slange ende Cleopatra'.10 De kartons voor de Cleopatrareeks kwamen vervolgens in bezit van de werkplaats van Aert en Pieter Spiering te Delft, die de werkplaats van Van Mander na diens overlijden hadden overgenomen. Enkele jaren later, in 1630, werd een reeks van acht wandtapijten met 'de historie van Marcus Antonius ende Cleopatra' voor de koopman Jan van Os in Amsterdam vervaardigd in Schoonhoven in de voormalige werkplaats van de familie Nauwincx, die vanaf 1629 onder leiding stond van Pieter de Cracht, de zwager van Joris Nauwincx, die in Amsterdam over de opdracht onderhandelde.11 De Cracht had voor deze reeks de beschikking over kartons naar de ontwerpen van Karel II van Mander. Dit werd enige jaren later duidelijk toen er in 1649 een Cleopatrareeks door Pieter de Cracht werd aangeboden aan de Zweedse gezant in de Nederlanden, de heer Appelboom, die handelde als tussenpersoon voor de Zweedse admiraal Carl Gustaf Wrangel (1613-1676). In een document van 24 juni 1649 werd deze reeks namelijk beschreven als 'van sgoons patroon door den ouden Carol van Mander geinventeert ende gesgildert'.12 Op 1 juli 1649 leverde Pieter de Cracht vervolgens 'Een Camer fyne tapyten van acht stucken, de historiën van Marcus Antonius ende Cleopatra' - waarschijnlijk dezelfde reeks die hij een week eerder aan Appelboom had aangeboden - samen met vijf andere tapijtreeksen, aan de handelaren Arnout en Jan van der Hagen te Stockholm.13

Aangezien een van de overgeleverde reeksen met De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra, in het Museu Nacional de Arte Antiga in Lissabon, identieke boorden bezit aan die van een reeks door Pieter de Cracht uit circa 1648-1662 met de Geschiedenis van Iphigeneia en Orestes in het Rijksmuseum in Amsterdam14, kan ervan worden uitgegaan dat die Cleopatrareeks ook in de werkplaats van De Cracht werd vervaardigd. Omdat de door De Cracht in 1649 aangeboden en verhandelde Cleopatrareeks bestond uit acht wandtapijten, moet er sinds het overlijden van Van Mander nog een aantal nieuwe kartons zijn geschilderd. Hartkamp-Jonxis wees hiervoor op overeenkomsten van de tegenwoordig bekende wandtapijten met het werk van de schilders die werkten aan de Oranjezaal in Den Haag, speciaal dat van Salomon de Bray, aan wie ook de reeks met de Geschiedenis van Iphigenaia en Orestes kan worden toegeschreven.15 Deze kunstenaar zal tevens de reeds bij het overlijden van Van Mander voltooide kartons, waaronder die voor de toen al geweven wandtapijten met De Visvangst, Cleopatra's banket en De Dood van Cleopatra, enigszins hebben aangepast aan de nieuwe kartons.

Cat. 30-a-c zullen eveneens op de werkplaats van De Cracht, in Schoonhoven of Gouda, zijn vervaardigd, hoewel ze zijn voorzien van een ander type boorden dan van de reeks te Lissabon. De linnen ketting van cat. 30-a-c bevestigt ook een vervaardiging in de Noordelijke Nederlanden.16

Er zijn geen wandtapijten bekend met dezelfde zijboorden als cat. 30-c. Vergelijkbare elementen hieruit, en ook van de opvallende, vrij in de voorstelling hangende bloemguirlandes aan de bovenzijde, komen ook voor bij wandtapijten uit de Zuidelijke Nederlanden, zoals Brussel, Antwerpen en Oudenaarde, vanaf omstreeks 1635 tot ver in de tweede helft van de zeventiende eeuw, maar op cat. 30-a-c lijken ze iets eenvoudiger te zijn weergegeven.17 Dit is in overeenstemming met de hoofdvoorstellingen van cat. 30-a-c, waarvoor eveneens duidelijk inspiratie is geput uit wandtapijten vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de barokperiode, zoals naar ontwerpen van Rubens.18 Vrij in de voorstelling hangende bloemguirlandes zoals bovenaan in cat. 30-a-c werden overigens ook reeds toegepast in de ontwerpen van Bernard van Orley uit circa 1531 voor de Brusselse wandtapijtreeks De Nassause Genealogie.19 Vanaf het derde decennium van de zeventiende eeuw stond deze reeks weer sterk in de belangstelling daar er rond 1632 in opdracht van stadhouder Frederik Hendrik een hereditie naar de oorspronkelijke acht wandtapijten van werd vervaardigd door de werkplaats van Jan II Raes te Brussel en in 1638-1639 een aanvulling op werd geweven naar ontwerpen van Gerard van Honthorst (1592-1656) door de Delftse werkplaats van Maximiliaan van der Gucht.20

Twee wandtapijten die na het overlijden van mevrouw Insinger-van Loon in 1903 werden geveild, behoorden mogelijk oorspronkelijk eveneens tot dezelfde reeks als cat. 30-a-c.21 Een daarvan, een fragment van een groter wandtapijt, in de veilingcatalogus omschreven als 'à décor de dames romaines', maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.22 De hierop voorgestelde vrouwenfiguren zijn zeer verwant aan de figuren op cat. 30-a-c en ook de erop zichtbare lansen lijken veel op die op cat. 30-a. Het tweede wandtapijt, met volgens de catalogusbeschrijving dezelfde boorden als het eerste, had een voorstelling met 'la rencontre d'un guerrier romain et de sa femme', dat qua thema zou kunnen passen in de reeks met De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra.23

#

Cat. 30
Drie wandtapijten uit een reeks met De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra


30-a. De Visvangst


Beschrijving:
Marcus Antonius, gekleed in een rood harnas en een blauwe mantel, staat links met zijn rechterbeen steunend op een rijk versierd scheepje. Aan de hengel in zijn rechterhand hangt een haring boven de golven. Rechts van hem op het land staat Cleopatra, gekleed in een goudgeel harnas, rode rok en blauwe mantel en een kroon op het hoofd, met haar armen naar hem uitgestrekt. Om haar heen staat en zit een groot gevolg van vrouwen, waaronder vooraan een jonge vrouw met een vis in haar hand, en enkele soldaten met lansen. Op de voorgrond groeien enkele bloeiende plantjes en liggen een paar dode vissen en andere zeedieren. Op de achtergrond zijn enkele gebouwen zichtbaar, met arcaden, torens en een koepel. In de lucht, aan de bovenzijde van de voorstelling, zijn links en rechts gevleugelde putti bezig guirlandes van bloemen en vruchten aan roze linten met kwasten op te hangen.

Commentaar:
Een voorbeeld van het jongensachtige gevoel voor humor van Marcus Antonius werd beschreven door de Griekse geschiedschrijver Plutarchus in Vitae Parallelae (Parallelle Levens), 'Leven van Antonius', 29: 3-4. Tijdens een bezoek bij Cleopatra in Alexandrië wil Marcus Antonius laten zien hoe goed hij kan vissen en heeft hij heimelijk door een van zijn vissers een kort daarvoor gevangen vis aan zijn haak laten bevestigen. Maar Cleopatra, die zijn plan doorziet, doet alsof ze de viskunsten van haar geliefde bewondert, maar geeft aan haar eigen gedienstigen de opdracht om eveneens stiekem een zoute haring aan zijn hengel te bevestigen. Als Marcus Antonius vervolgens denkt dat hij beet heeft en de hengel ophaalt, is dat tot grote hilariteit van de omstanders.

De voorstelling met De Visvangst werd in maart 1624 aangeduid als 'de visserye' en behoorde toen tot de drie wandtapijten uit De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra naar ontwerpen van Karel II van Mander die in zijn eigen werkplaats waren geweven.24

Wandtapijten met dezelfde voorstelling als cat. 30, maar aan drie zijden voorzien van boorden, bevinden zich eveneens in de reeksen te Madrid en Lissabon.25 Een fragment van een wandtapijt met De Visvangst uit een iets andere uitvoering dan cat. 30, is in het Nationaal Museum te Poznan.26

Conditie:
Restauratie in Parijs, 1875. Restauratie Paswerk Textielrestauratie te Haarlem, 2001.

Cat. 30-a
wandtapijtweverij van Pieter de Cracht naar ontwerp van Karel van Mander (II) en mogelijk Salomon de Bray
De visvangst, ca. 1650
Private collection


30-b. Het Afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra


Beschrijving:
Centraal op de voorgrond, op een stenen traptrede naar het water, staat Marcus Antonius, gekleed in een rood harnas boven een gele geruite doek die om zijn heupen gewikkeld is. Op zijn hoofd heeft hij een bepluimde helm met daarover een lauwerkrans. Hij richt zijn blik naar Cleopatra links naast hem, waarmee hij hand in hand staat. Cleopatra is gekleed in een goudgeel harnas, een rode rok en een lange blauwe sleep met ingeweven patroon, die wordt opgetild door twee dienaressen geheel links. De krijgslieden van Marcus Antonius bevinden zich reeds op hun schepen die in het woelige water rechts liggen en zijn klaar voor vertrek. Op de achtergrond zijn de gebouwen van een ommuurde stad uit de oudheid te zien. In de lucht, aan de bovenzijde van de voorstelling, zijn drie gevleugelde putti bezig guirlandes van bloemen en vruchten aan roze linten op te hangen.

Commentaar:
Voorgesteld is het afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra, bij het vertrek van Marcus Antonius voor de slag bij Actium tegen keizer Augustus (Octavianus).

Dezelfde figuren van Marcus Antonius en Cleopatra werden ook toegepast voor de voorstelling van De ontmoeting van Marcus Antonius en Cleopatra, met Cleopatra's schip.27

Een wandtapijt met dezelfde voorstelling als cat. 30-b, maar vooral links en rechts enigszins anders en voorzien van boorden, bevindt zich in de reeks te Lissabon.28 Nog een ander exemplaar was in 1936 in een particuliere collectie te Antwerpen.29 Een fragment van een wandtapijt met Het Afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra uit een iets andere uitvoering dan cat. 30 is in het Nationaal Museum te Poznan.30

Conditie:
Restauratie Paswerk Textielrestauratie te Haarlem, 2001.

Cat. 30-b
wandtapijtweverij van Pieter de Cracht naar ontwerp van Karel van Mander (II) en mogelijk Salomon de Bray
Het afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra, ca. 1630-1650
Private collection


30-c. De Dood van Cleopatra


Beschrijving:
Midden in een ruimte in haar paleis, met arcaden en veel gedrapeerde gordijnen met een streeppatroon, zit Cleopatra op de rand van haar bed. Haar gezicht heeft een strakke uitdrukking. Haar linkerhand met daarin haar scepter is omhoog geheven. Links voor haar knielt haar dienares Iras, die haar een mand met vijgen aanreikt. Uit deze mand komt een slang gekropen die zich om Cleopatra's rechterarm kronkelt en in haar borst bijt. Rechts staat haar dienares Charmion die Cleopatra ondersteunt. Geheel links ligt, gesteund tegen enkele grote kussens, de stervende Marcus Antonius. Aan de bovenzijde wordt een guirlande opgehangen door twee gevleugelde putti. Rechts is een aangenaaide zijboord met onderaan een sokkel met erop een tweekoppige zwaan, waarop een vaas is geplaatst met daarin een hoog boeket met bloemen zoals rozen en tulpen en als bovenste een zonnebloem. Bovenaan is aan een strik een kleiner bloemboeket opgehangen.

Commentaar:
Op dit wandtapijt is de zelfmoord van Cleopatra voorgesteld zoals die uitvoerig werd beschreven door Plutarchus in 'Leven van Antonius', 85-86, uit zijn boek Vitae parallelae (Parallelle Levens).31 Nadat Marcus Antonius en Cleopatra bij Actium waren verslagen door de vloot van keizer Augustus en Egypte door de Romeinen werd ingenomen, pleegde Marcus Antonius zelfmoord. Ook Cleopatra, die weigerde haar nederlaag te aanvaarden, benam zichzelf het leven door zich door een giftige slang te laten bijten.

De voorstelling met De Dood van Cleopatra werd in maart 1624 aangeduid als 'het stuck genoemt de slange ende Cleopatra' en behoorde tot de drie wandtapijten uit De Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra naar ontwerpen van Karel II van Mander die in zijn eigen werkplaats waren geweven.32

Een wandtapijt met dezelfde voorstelling, maar iets minder uitgebreid - zo ontbreekt links de stervende Marcus Antonius - en aan drie zijden voorzien van boorden, behoort tot de reeks van het Patrimonio Nacional te Madrid.33

Conditie:
Restauratie te Parijs, 1875. Restauratie Paswerk Textielrestauratie te Haarlem in 2001, waarbij gaten werden gesloten en gebroken kettingdraden op een steunlaag werden vastgenaaid. Aan de achterzijde is een stevige katoenen bescherming aangebracht.

Cat. 30-c
wandtapijtweverij van Pieter de Cracht naar ontwerp van Karel van Mander (II) en mogelijk Salomon de Bray
De dood van Cleopatra, ca. 1630-1650
Private collection


Notes

1 Meijer 1903, p. 120.

2 Deze werden geveild na het overlijden van mevrouw Insinger-van Loon in 1903. Zie Smit 2001, p. 96, met literatuurverwijzingen.

3 Voor de eerste zie bijvoorbeeld Standen 1985, I, cat. 32; Delmarcel 1999, pp. 231, 247-248. Voor de laatste zie ook bij cat. 80, Kunstmuseum Den Haag.

4 Hartkamp-Jonxis 2004a, pp. 180, 192, noot 24.

5 Cat. Madrid 1986b, p. 104.

6 Madrid serie 54, I-V: De Verzoening van Marcus Antonius en Octavianus, Marcus Antonius verdeelt het goud van Egypte, Marcus Antonius ontvangt geschenken uit naam van Cleopatra, De Visvangst, De Dood van Cleopatra. Cat. Madrid 1986b, pp. 104-109.

7 Zie Mendonça 1983, pp. 49-56, cat. 29-34: Het Afscheid van Marcus Antonius en Cleopatra, De Verzoening van Marcus Antonius en Octavianus, Marcus Antonius ontvangt geschenken uit naam van Cleopatra, De Visvangst, Cleopatra's banket, Marcus Antonius omhoog gehesen bij de graftombe van Cleopatra.

8 Zie voor een samenvatting van de meest recente inzichten Hartkamp-Jonxis 2004a, p. 180.

9 Bredius 1885, p. 19; Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 384.

10 Zie Bredius 1885, pp. 21-22; Van Ysselsteyn 1936, I, pp. 91-92, 100, 252-253, afb. 60-69; Idem, II, nrs. 384, 406, 407.

11 Van Yssel­steyn 1936, II, nr. 469.

12 Citaat uit Hartkamp-Jonxis 2004a, p. 192, noot 22 en noot 31. Zie tevens Hartkamp-Jonxis 2006b, pp. 61-62. Hierbij wordt gedoeld op Karel II van Mander. Dit wekt enige verwarring, daar deze juist vaak werd aangeduid als Karel van Mander de Jonge, ter onderscheiding van zijn gelijknamige vader Karel I van Mander (1548-1606), onder meer auteur van het beroemde Schilder-boeck. In dit verband wordt echter naar hem verwezen als de vader van de in Denemarken werkzame hofschilder Karel III van Mander (1609-1670).

13 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 613.

14 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 62a-c.

15 Hartkamp-Jonxis 2004a, pp. 180, 241-242; Hartkamp-Jonxis 2010, pp. 143-146.

16 Zie Paswerk Textielrestauratie bulletin jrg. 2, mei 2001.

17 Voor zijboorden van een Brussels wandtapijt met vergelijkbare, doch meer uitgewerkte, elementen, zie bijvoorbeeld Göbel 1974, afb. 326. Voor Antwerpen, zie bij cat. 60, Museum Prinsenhof Delft. Voor Oudenaarde, zie De Meûter 1999a, pp. 197-199.

18 Zie Hartkamp-Jonxis 2004a, p. 180.

19 Fock 1996b, pp. 38-44, afb. 1-3. Zie in dat artikel ook de verwijzingen naar eerdere publicaties over De Nassause Genealogie. Zie tevens Campbell 2002, pp. 299 (afb. 142)-300.

20 Fock 1996b, pp. 40, 49-50; Hartkamp-Jonxis 2010, pp. 140-144. Er zijn geen wandtapijten overgeleverd van de verschillende uitvoeringen van De Nassause Genealogie, wel meerdere ontwerptekeningen ervoor door Bernard van Orley.

21 Veiling collectie Mme Douarière H.A. Insinger-van Loon, Amsterdam, Frederik Muller & Co., 17 november 1903, nrs. 2-3.

22 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 35.

23 Huidige verblijfplaats onbekend.

24 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 406.

25 Madrid, Patrimonio Nacional, serie 54-IV. Cat. Madrid 1986b, p. 108. Lissabon, Museu Nacional de Arte Antiga. Mendonça 1983, p. 52, cat. 31.

26 Cat. Poznan 1971, pp. 45, 67-68, 120, cat. 7, afb. 18.

27 Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 61.

28 Lissabon, Museu Nacional de Arte Antiga. Mendonça 1983, p. 54, cat. 33.

29 Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 62.

30 Cat. Poznan 1971, pp. 45, 64-66, 120, cat. 6, afb. 17.

31 Hall 1996, p. 68. Zie ook cat. 80, Kunstmuseum Den Haag, een wandtapijt met dit thema naar een ander ontwerp.

32 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 406.

33 Madrid serie 54-V. Cat. Madrid 1986b, p. 109.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree