164. Een reeks van drie wandtapijten met Boslandschappen met spelende kinderen en vier fragmenten
Kasteel Endegeest werd in 1896 aangekocht door de Gemeente Leiden en vervolgens huisvestte het terrein van Endegeest tot 2018 tevens een psychiatrisch ziekenhuis. In het hoofdgebouw van het kasteel bevindt zich, in de zaal rechtsachter op de bel-etage, een reeks van drie wandtapijten en vier fragmenten. Het is niet bekend hoe lang deze tapijten zich daar al bevinden. De drie wandtapijten hebben voorstellingen van boslandschappen met spelende kinderen en zijn opgenomen in de wandvlakken van de betimmering, met een lambrisering. De zijkanten van de wandtapijten zijn omgeslagen om ze beter in de betimmering te laten passen.1 Mogelijke redenen hiervoor zijn dat de tapijten oorspronkelijk op een andere wijze in deze zaal waren geplaatst, of dat ze afkomstig zijn uit een andere ruimte, in het kasteel of van elders. Het is bekend dat wandtapijten uit dezelfde periode als cat. 164-a-f, en gedeeltelijk afkomstig uit Endegeest, zich in de vroege twintigste eeuw in het Leidse stadhuis bevonden. Ze waren daar aangebracht op de wanden van een lees- en vergaderzaal in een aanbouw uit 1906. Bij de brand van het stadhuis in 1929 gingen ze verloren.2 De vier fragmenten, afkomstig van verschillende andere, grotere wandtapijten, die variëren in materiaal en weefselfijnheid, zijn versneden om boven de schouw en de deuren te passen.
De wandtapijten zijn verschoten, waardoor de oorspronkelijke hoofdkleur groen meer naar blauw is gaan neigen, wat waarschijnlijk leidde tot de huidige benaming van deze ruimte als 'Blauwe Kamer'. Kasteel Endegeest, waarvan het interieur door de eeuwen heen steeds veel van zijn vroegere uitstraling heeft behouden, is een rijksmonument en werd in 1993 gerestaureerd. Ongeveer tegelijkertijd werden in 1985-1993 de wandtapijten geconserveerd bij de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem.3
Er zijn nauwelijks archivalia bekend die duidelijkheid kunnen verschaffen over de herkomst en de opdrachtgever van deze wandtapijten.4 Een van de weinige aanknopingspunten geeft een beschrijving van Kasteel Endegeest uit 1698 door de Engelse student John Talman (1677-1726).5 Hieruit blijkt dat er zich in deze zaal toen een rijkversierde marmeren schoorsteenboezem bevond met een geschilderd schoorsteenstuk. Sinds de eerste helft van de achttiende eeuw moet deze schoorsteenmantel zijn vervangen en kreeg deze op de boezem een tapisseriefragment (cat. 164-e). De vier fragmenten zullen dus in elk geval na 1698 in de kamer zijn aangebracht. Het wordt uit de bovengenoemde beschrijving niet duidelijk of de drie wandtapijten, die stilistisch omstreeks het einde van de zeventiende- en de eerste helft van de achttiende eeuw zijn te dateren, zich er toen al wel dan niet bevonden, al is dit niet waarschijnlijk.
Kasteel Endegeest onderging rond 1651 een zeer ingrijpende verbouwing. Tot in de eerste helft van de achttiende eeuw zouden de eigenaren er echter nauwelijks verblijven en werd het kasteel nu en dan door huurders bewoond. Vanaf ongeveer 1740 werd Endegeest voor het eerst zo goed als permanent bewoond door Rijksgraaf Frederik van Gronsfeld Diepenbroick Impel (1705-1754), wiens eerste echtgenote Catharina van der Rijt (1695-1744) het kasteel had geërfd. Hij voerde er een vrij grote staat. Na zijn tweede huwelijk met Carolina F.H.M. Rijksgravin van Bentheim Steinfurt (1726-1783), was onder andere Prins Willem IV in 1750 op het kasteel getuige bij de doop van zijn zoon. Rond 1747 werden er zaken aan het interieur veranderd, zoals de ramen en de betimmering van de zaal rechtsachter. Mogelijk werden toen ook de wandtapijten in die zaal aangebracht. Tijdens vrijwel de gehele negentiende eeuw was Kasteel Endegeest in bezit van de familie Gevers van Endegeest. Na het overlijden in 1895 van de laatste bewoonster, Johanna Margaretha Deutz van Assendelft (1807-1895), de weduwe van Daniël Theodoor Gevers van Endegeest (1793-1877), met wie ze het kasteel vanaf 1840 had bewoond, werd het al in 1896 door de erfgenaam van dit kinderloze echtpaar, Leonard Adrien Charles van Heteren Gevers, verkocht aan de Gemeente Leiden.
Er zijn geen aan cat. 164-a-f gerelateerde wandtapijten bekend die meer helderheid zouden kunnen verschaffen over de datering en vervaardiging ervan. De voorstellingen op de drie wandtapijten, met de spelende en musicerende kinderen in boslandschappen, zijn afgeleid van het met name in Italië en Frankrijk populaire genre van vaak naakte kindertjes verdiept in spel of activiteiten in de open lucht.6
De spelende kinderen op de wandtapijten zijn gekleed in ruime tunieken die zwierig geplooid om hen heen vallen en soms rond de heupen zijn vastgebonden met een sjerp of ceintuur. Enkele kinderen dragen bovendien een losse mantel, of cape, die bij de hals is bevestigd. Deze kleding dateert ongeveer uit het eind van de zeventiende eeuw.
Het type boslandschap en ook de vogels in de lucht en in de bomen wijzen op vervaardiging in de Noordelijke Nederlanden. Ook is de weergave van de kleding van de kinderen op cat. 164-a-b-c verwant aan die van de figuren op de aldaar geweven reeks Parklandschappen uit circa 1700, gesigneerd door François Coppens uit Delft, waarmee de fontein op cat. 164-e eveneens verwantschap vertoont.7 Daarnaast komen vergelijkbare vogels in de lucht en in de bomen, met name de witte kaketoe, voor op verschillende wandtapijten uit de werkplaats van Alexander Baert en diens erfgenamen te Amsterdam in de eerste helft van de achttiende eeuw.8 Bovendien is de wijze waarop sommige figuren, en ook de stokrozen, op wandtapijten uit deze Amsterdamse werkplaats zijn weergegeven, vergelijkbaar met die op cat. 164-a-c. Vooralsnog is het, bij gebrek aan gesigneerde of gedocumenteerde wandtapijten met dezelfde voorstellingen van spelende kinderen, echter niet mogelijk om de reeks van Kasteel Endegeest met voldoende zekerheid aan een bepaalde werkplaats toe te schrijven.
Cat. 164
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750
Reeks wandtapijten met boslandschappen met spelende kinderen en vier fragmenten, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-a. Boslandschap met kinderen die touwtje springen
Beschrijving:
In een boslandschap met op de voorgrond grote, meest bloeiende, planten is een groepje van vier kinderen in verschillend gekleurde tunieken samen bezig met touwtje springen. Achter hen is een doorkijk naar een huis aan het water, met een toegangspoort links ervoor en een bijgebouw rechts erachter. In het midden tussen de bomen wordt in de lucht een kleine vogel aangevallen door een roofvogel. Hoog in de bomen links en rechts zitten twee exotische vogels met kleurrijke veren.
Commentaar:
Dit wandtapijt bevindt zich links van de toegangsdeur.
Conditie:
De reeks werd in 1985-1993 geconserveerd bij de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem. Met in het midden, onder de twee vogels in de lucht, een ingezet rechthoekig fragment van een boompartij waaruit een toren oprijst.
Cat. 164-a
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Boslandschap met kinderen die touwtje springen, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-b. Boslandschap met kinderen die met een bok spelen
Beschrijving:
In een boslandschap met op de voorgrond grote planten, waarvan sommige met rode bloemen, spelen rechts twee kinderen met een bok. Eén kind, gekleed in een blauwe tuniek met een paarsrode ceintuur, zit op de rug van de bok en slaat op een trommel. Het kind dat links hiervan staat draagt een rode tuniek en houdt de leidsel van de bok vast. Boven hun hoofden is een doorkijk naar een stenen brug op pijlers en bogen met een toegangspoort, daarachter bevinden zich diverse gebouwen, in de verte een berglandschap. Op een tak, boven in een boom rechts, zit een aap. Hoog in de lucht vliegt een vogel.
Commentaar:
Dit wandtapijt bevindt zich rechts van de toegangsdeur.
Conditie:
Zie bij cat. 164-a. Linksboven, in de boomkruin, is een rechthoekig fragment ingezet van een vergelijkbare boomkruin.
Cat. 164-b
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Wandtapijt met boslandschap met spelende kinderen, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-c. Boslandschap met spelende en musicerende kinderen
Beschrijving:
Een boslandschap met op de voorgrond zeven kinderen tussen grote planten, onder meer geheel rechts een grote stokroos met rode bloemen. Geheel links staat een kind gekleed in een blauwe mantel die zijn rechterarm heeft opgeheven en een onbekend voorwerp in zijn linkerhand houdt. Het tweede kind van links is gekleed in een paarsrode tuniek en speelt op een doedelzak. Iets verder naar rechts staan twee kinderen, de gezichten iets naar elkaar gewend. Het linker kind, op rode schoenen, heeft in zijn opgeheven rechterhand een parkiet op een stok, het rechter kind speelt op een fluit en houdt tegelijkertijd met zijn rechterhand een grote rode roos omhoog. Rechts, bij een dode boomstronk, speelt een groepje van drie kinderen met een bok. De bok staat op zijn achterpoten en heeft een kind in een rode tuniek op zijn rug. Op de grond, onder zijn voorpoten ligt een kind op zijn rug, gekleed in een blauwe tuniek en op blote voeten, die de leidsel van de bok vastpakt met zijn linkerhand. Een derde kind is gekleed in een blauwe tuniek met daarover een bruinrode cape en buigt naar hem over. In de bomen zit een vijftal exotische vogels op de takken, waaronder links een grote papegaai met rode en blauwe veren en rechts een witte kaketoe met een rood gepunte kuif. Geheel rechts vliegt een kleine vogel tussen de bladeren naar rechts. In het midden is een doorkijk naar een glooiend landschap met tussen bomen verschillende gebouwen, waaronder een landhuis met een koepel, een kerk, meerdere torens en een groep huizen, en in de verte een kale heuveltop. In de lucht erboven vliegt een valk die een reiger aanvalt.
Aan de rechter zijkant is nog een smalle strook zichtbaar van een aangeweven verticale boord, met een smalle gele bies en punten van bladeren en bloemen op een bruin fond.
Commentaar:
Dit wandtapijt, waarop verschillende kinderspelen en musicerende kinderen zijn te zien, bevindt zich op de zijwand naast de raamwand.
Conditie:
Zie bij cat. 164-a. Aan de linkerzijde van dit wandtapijt is een brede strook aangezet, met rechts van het tweede kind (met de doedelzak) een naad lopend over de gehele hoogte, waar de voorstelling niet helemaal aansluit. In de aangezette strook is beneden een uitsnijding voor een deur aangebracht.
Cat. 164-c
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Boslandschap met spelende en musicerende kinderen, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-d. Details van boomkruinen (twee fragmenten)
Beschrijving:
Twee rechthoekige fragmenten, op het linker waarvan links een deel van een boomstam met dichte bladertakken is te zien, bij het rechter fragment is dit omgekeerd.
Commentaar:
De fragmenten zijn links en rechts van de schoorsteen geplaatst boven zich daar bevindende deuren, waarvan de linker een dubbele deur en de rechter een smallere kastdeur is. Het groen is anders dan op cat. 164-a-c en zal daarom afkomstig zijn - mogelijk samen met cat. 164-e - van een wandtapijt met een ander type voorstelling. (Zie verder bij cat. 164-f.)
Conditie:
Zie bij cat. 164-a.
Cat. 164-d
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Detail van boomkruin, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
Cat. 164-d
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Detail van boomkruin, ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-e. Boslandschap met fontein (fragment)
Beschrijving:
Tussen vol in blad staande bomen staat een werkende fontein, bestaand uit vier lagen. Bovenin spuit in een grote boog het terugvallende water van de waterkolom uit kleine mensenhoofden naar beneden. Binnen die stralen spuit ook vanaf het middenstuk water uit dolfijnen en monsterachtige koppen in een reservoir, van waaruit het water over rotspartijen in het brede bassin beneden stroomt.
Commentaar:
Het fragment is geplaatst op de schoorsteenboezem. In de beschrijving van Kasteel Endegeest door John Talman uit 1698 is er sprake van een geschilderd schoorsteenstuk.9 Ook de schoorsteenmantel is sindsdien vervangen. Dit fragment moet dus op deze plek zijn aangebracht na 1698, het is echter niet bekend precies wanneer dat was.
Waarschijnlijk is het samen met de twee fragmenten van cat. 164-d, die eenzelfde soort groen vertonen, afkomstig van een wandtapijt van een ander type dan cat. 164-a-c. (Zie verder bij cat. 164-f.)
Conditie:
Zie bij cat. 164-a.
Cat. 164-e
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Boslandschap met fontein (fragment), ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
164-f. Boslandschap met Rinaldo en Armida (fragment)
Beschrijving:
In het midden, aan de voet van een dikke, knoestige boomstam en omringd door struikgewas, ligt een mannenfiguur, gekleed in gevechtstenue. Hij steunt zijn gehelmde hoofd op zijn rechterarm en draagt een rode mantel over een gevechtstuniek. Rechts van hem staat een vrouwenfiguur gekleed in een blauwe mantel over een rood kleed. Ze heeft een diadeem op het hoofd en het haar is verder met parelkettingen versierd. Ze buigt zich naar hem over en houdt boven hem het uiteinde van een bloemslinger die wordt omhoog gehouden door de in de lucht zwevende figuur van Amor.
Commentaar:
Dit fragment fungeert als bovendeurstuk. Het is onbekend hoe groot het wandtapijt was waar het fragment deel van heeft uitgemaakt. Het is fijner geweven dan de reeks van drie Boslandschappen met spelende kinderen en zal er oorspronkelijk niet bij hebben gehoord.
Voorgesteld is hier een scène uit de liefdesgeschiedenis van de kruisridder Rinaldo en de tovenares Armida, zoals die werd verteld in de heroïsche ridderroman 'Gerusalemme liberata' (Jeruzalem bevrijd) van de Italiaanse dichter Torquato Tasso (1544-1595) die werd gepubliceerd in 1581. Hierin lukt het Rinaldo om tijdens de eerste kruistocht (1097-1099) de door Armida, een nicht van de koning van Damascus, bij het beleg van Jeruzalem gevangen kruisridders te bevrijden. Maar dan raakt Rinaldo zelf in de ban van Armida en wordt hij door haar, die ook op hem verliefd wordt, met toverkunsten meegevoerd naar de Gelukzalige Eilanden, waar ze zich hartstochtelijk aan hun liefde overgeven. Als Rinaldo daar in de armen van Armida wordt gevonden door twee van de andere ridders van het christelijke kamp, weten deze hem ervan te overtuigen om met hen terug te keren en weer aan de oorlog deel te nemen. Hierna gaat de van wraak vervulde Armida op weg om zich aan te sluiten bij het Saraceense leger, maar als Jeruzalem door de christenen dreigt te worden veroverd, wil ze zelfmoord plegen, waar Rinaldo haar echter van weet af te houden.10
Op cat. 164-f is het moment te zien in de aanvang van het liefdesverhaal waarop Armida, belust op wraak omdat Rinaldo de door haar gevangen kruisridders had bevrijd en hem wilde doden, haar woede verliest als ze de schoonheid aanschouwt van de in een magische slaap gedompelde Rinaldo.11 Ze raakt verliefd op hem en omwindt zijn lichaam met een slinger van bladeren en bloemen voordat ze hem al slapend op haar wagen zal meevoeren naar een tovereiland van de Gelukzalige Eilanden.12
Op een wandtapijt afkomstig van Kasteel Endegeest dat zich vanaf 1906 tot het verloren ging bij de brand van 1929 bevond in de nieuwe lees- en commissiekamer van het stadhuis van Leiden, is een scène voorgesteld waarop Rinaldo en Armida in een innige omhelzing aan een tafel zitten in een parklandschap op de Gelukzalige Eilanden.13 (afb. a) Dit wandtapijt zal oorspronkelijk tot dezelfde reeks met de Geschiedenis van Rinaldo en Armida hebben behoord als cat. 164-f.
De drie andere fragmenten in de Blauwe Kamer van Kasteel Endegeest, cat. 164-d en cat. 164-e, zullen gezien het op dezelfde wijze samengestelde gebladerte van de bomen, oorspronkelijk eveneens tot deze reeks, waarover helaas geen verdere bijzonderheden bekend zijn, hebben behoord.
Conditie:
Zie bij cat. 164-a.
Cat. 164-e
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1750 naar ontwerp van Anoniem ca. 1700-1750
Boslandschap met Rinaldo en Armida (fragment), ca. 1700-1750
Oegstgeest, Endegeest
Afb. a
De nieuwe lees- en commissiekamer van het stadhuis van Leiden, met wandtapijt met Rinaldo en Armida op de Gelukzalige Eilanden afkomstig van Kasteel Endegeest, in 1922. Foto public domain, via Wikimedia Commons. .
Notes
1 Lugtigheid 1994. Deze wijze van ophangen werd pas vanaf de achttiende eeuw gebruikelijk.
2 Loosjes 1929, p. 11, afb. 7-8.
3 Voor een verslag hiervan, zie: Lugtigheid 1994.
4 Bijna steeds ging het kasteel door vererving onverdeeld naar één persoon, waardoor er bijvoorbeeld geen reden was om boedelinventarissen op te maken. Over de bewoningsgeschiedenis zie: Dröge 1993, pp. 12-27; Rijken 2000, pp. 121-122.
5 Dröge 1993, p. 41.
6 Zie voor dit genre ook: cat. 193-a-b-c, Kasteel Biljoen, Velp.
7 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 64a-c; Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, pp. 191-198.
8 De kaketoe komt bijvoorbeeld ook voor op de reeksen landschapsverdures door Alexander Baert van het Rijksmuseum Amsterdam (met signatuur BAERT en stadsmerk Amsterdam; zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65) en in het Kunstmuseum Den Haag, cat. 81-a-c, en op de reeks landschapsverdures met allegorieën op het weesmeestersambt in het Stadhuis van Enkhuizen, cat. 106-a-d.
9 Vertaling geciteerd in Dröge 1993, p. 41: 'Binnenshuis zijn er maar twee kamers of zalen vermeldenswaard, de schoorstenen in beide zijn van zwart en wit marmer, versierd van de bovenkant van de kamer tot aan de vloer, rustend op marmeren pilaren. De schilderijen in het midden zijn tamelijk goed, maar het steenwerk is niets bijzonders.'
10 Tasso 2003. Zie voor deze geschiedenis ook bij cat. 34-a-b, Paleis op de Dam, Amsterdam.
11 Tasso 2003, p. 406.
12 Zie hiervoor ook bij cat. 34-b, Paleis op de Dam, Amsterdam. Voor een in Antwerpen onder verantwoordelijkheid van Peter Wauters circa 1670-1680 geweven versie van dit tafereel, naar ontwerp van Jan Erasmus Quellinus en Pieter Spierinckx, zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2016, pp. 100-101; De Meûter 2016, p. 227, afb. 62 (rechts).
13 Loosjes 1929, p. 11, afb. 7-8.