Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

106. Vier landschapsverdures met allegorieën op het weesmeestersambt


Het stadhuis van Enkhuizen werd gebouwd in de jaren 1686-1688 naar ontwerp van de Amsterdamse architect Steven Jacobsz Vennekool (1656/1657-1719). De decoratie van het interieur werd voltooid in het begin van de achttiende eeuw.1 Hierbij waren kunstenaars betrokken als de beeldhouwer Pieter van der Plas (1655-1708) en de schilders Dirck Ferreris (1639-1693), Jan van Neck (1634/1635-1714) en Romeyn de Hooghe (1645-1708).

De weesmeesterenkamer, waar in 1692 reeds een door Jan van Neck geschilderd schoorsteenstuk met de Allegorie op de barmhartigheid jegens de wezen werd aangebracht, werd in 1710 bekleed met wandtapijten met landschappen en allegorische voorstellingen die betrekking hebben op het ambt van de weesmeester. De tapijten werden binnen het bestek van één jaar geleverd. Zo werd op 29 januari 1710 door de vroedschap toestemming verleend om de weesmeesterenkamer te behangen.2 De weesmeesters mochten dit doen met een 'behangsel' naar eigen keuze, dat wel ook door hen zelf betaald zou worden. Vervolgens werd op 11 december 1710 door de weesmeesters de eindafrekening voor de wandtapijten met de wever Alexander Baert uit Amsterdam voldaan: 'De heeren weesmeesteren der stadt Enckhuysen debent voor d' onderstaende tapijten: 8 7/16, 3 9/16, 2 6/16, 2 6/16 = 16 12/16 tours en hoogh 5 ¾ ellen: 96 5/16; 2 7/16, 2 7/16, 2 7/16 tours en hoogh 8/16 ellen: 3 10/16 = ellen 99 10/16 a f 16 a f 1599.-, voor 5 waepens a f 6 ijder waepen f 30.-, voor beleggen met groen lijnen a 10 st. d'el f 50.-, voor mijn eerste reijs en onkosten van pack f 15.15, voor de kas van de 2de reijs betaelt f 1.16, An schip brengen f .-4 = Somma f 1696.15. Actum Enckhuysen 11 decembre 1710 Alexander Baert. Den inhoudt deser is mij door de Ed. heeren weesmeesteren voldaen en dient dese voor quittancie. Actum Enkhuysen, 11 decembre 1710, Alexander Baert.'3 Baert ontving toen in Enkhuizen dus een totaalbedrag van 1696 gulden en 35 stuivers voor bijna 100 ellen, verdeeld over vier wandtapijten en een smalle strook, voorzien van een groen linnen voering. De smalle strook tapisserie met vogels die in de lucht vliegen bevindt zich, verdeeld in drieën, als verbinding tussen de vier tapijten boven de drie ramen van de weesmeesterenkamer - twee in de oostwand en een in de noordwand, elk van circa 30 x 165 cm. Ook blijkt uit zijn kwitantie dat Alexander Baert zelf tweemaal naar Enkhuizen reisde. Bij zijn eerste reis maakte hij ook 'onkosten van pack'.4 Mogelijk werd hiermee het verpakken van de wandtapijten voor het vervoer naar Enkhuizen bedoeld.

Voordat de wandtapijten eind 1710 konden worden opgehangen, werd in de zomer van dat jaar een nieuwe wandbetimmering in de weesmeesterenkamer aangebracht. Dit blijkt uit twee overgeleverde kwitanties van 'P.R. Dam, Fabrijckeur', die door de weesmeesters werden betaald op 31 juli 1710.5 De eerste kwitantie is voor de leverantie van timmermaterialen zoals wagenschot, 'pijp houts blade', 'raam riggels', gezaagde delen en dubbele stelspijkers door Jan Decker op 27 juni 1710. De tweede kwitantie, van 20 juli 1710, is voor het 'bekleeden' van de weesmeesterenkamer, waarmee het vervaardigen van de wandbetimmering bedoeld wordt, met onder meer de kosten van arbeidsloon voor twee werklieden, Tijmen Harmsz en Pieter Claasz, die er ieder 25 dagen aan werkten.6 Geruime tijd later, in 1755-1756, zou de weesmeesterenkamer nog worden verfraaid met de ook nu nog aanwezige kostbare marmeren schoorsteenmantel.7

De gehele reeks wandtapijten bevindt zich nog op de plaats waarvoor ze werd besteld, de weesmeesterenkamer op de noordoostelijke hoek van de eerste verdieping van het stadhuis van Enkhuizen, die tegenwoordig in gebruik is als wethouderskamer. De tapijten, die niet van boorden zijn voorzien, bedekken drie wanden van de weesmeesterenkamer, vanaf de lambrisering tot aan het plafond en boven de drie ramen. De voorstellingen ervan bestaan uit landschappen met op de voorgrond allegorische figuren tussen grote planten, daarachter boomgroepen en architectonische elementen en op de achtergrond rivierlandschappen met bergen in de verte. Het tapijt op de zuidwand is voorzien van de wapens van de toenmalige weesmeesters: Maarten van Rossen (1644-1723), Reinier Puyt (overleden 1715), Fredrik de Wit (1652-1723), Willem Poen Oudewagen (1646-1725) en Lucas Westwoude (1672-1744).8

Weeskamers hadden als doel bij overlijden van een of beide ouders een verantwoord beheer van de goederen en financiële zaken voor de minderjarige kinderen uit het huwelijk te waarborgen, door toezicht op de aangestelde voogden die daarvan verantwoording moesten afleggen gedurende de gehele periode van minderjarigheid; wanneer deze voogden niet testamentair waren vastgelegd, werden ze van stadswege benoemd. Oorspronkelijk de taak van het stadsbestuur, werden vanaf de late middeleeuwen daartoe speciale colleges van weesmeesters aangesteld, die meestal vergaderden in het stadhuis.9

Zoals in het decoratieprogramma van het gehele stadhuis, is ook voor het vormgeven van de allegorieën op het weesmeestersambt op de wandtapijten de in 1644 verschenen Nederlandse bewerking van de Iconologia van Cesare Ripa geraadpleegd.10 Hierbij heeft men zich gebaseerd op de door Ripa beschreven personificaties, maar is er vrijheid betracht in de uitbeelding ervan.11 Hierdoor is de interpretatie van de voorstellingen niet altijd eenvoudig, maar is er ook een levendigheid en natuurlijkheid verkregen.

Het totaalontwerp van de wandtapijten zal speciaal voor de Enkhuizer weesmeesterenkamer zijn gemaakt. Er zijn namelijk geen andere voorbeelden van tapijten met dezelfde allegorische figuren bekend. Verschillende onderdelen van de voorstellingen zijn echter afkomstig uit andere tapijtkartons van de werkplaats van Alexander Baert. Zo is voor het decor van cat. 106-a-d gebruik gemaakt van elementen die vaker in wandtapijten door Baert werden toegepast, met name in landschapsverdures en de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra.12 Ook voor enkele van de allegorische figuren is gebruik gemaakt van figuren uit deze Cleopatrareeks. Voor de Enkhuizer wandtapijten kregen ze een nieuwe ordening, aangepaste houdingen, iets andere kleding en toegevoegde attributen. De figuren van de Cleopatrareeks werden naar alle waarschijnlijkheid ontworpen door Lodewijk van Schoor (1650-1702). Bij de ontwerpen van cat. 106-a-d is echter nog een onbekende ontwerper betrokken geweest die de uit verschillende kartons afkomstige elementen samenvoegde en aanpaste en aanvulde met enkele nieuwe figuren tot een aantrekkelijk totaalbeeld.

Deze ontwerper heeft voor meerdere van de nieuwe figuren, maar ook voor andere details in de voorstellingen, verschillende zeventiende-eeuwse schilderijen van Nicolas Poussin ten voorbeeld genomen. Hij volgde hierin het enkele jaren daarvoor, in 1707, verschenen invloedrijke Groot Schilderboek van Gerard de Lairesse waarin de werken van Poussin regelmatig aangehaald worden als voorbeeld voor de Nederlandse schilderkunst.13

In het bijzonder uit de vermaarde tweede reeks van Zeven Sacramenten van Poussin uit 1644-1648 zijn verschillende details ontleend voor de samenstelling van de figuren in cat. 106-a-d.14 Hierbij werden nooit gehele figuren overgenomen, maar zijn onderdelen van verschillende figuren gebruikt om nieuwe personages te maken, waarbij soms zelfs een man tot vrouw werd. (Voor de details hierover, zie bij de afzonderlijke tapijten.) Het is mogelijk dat de onbekende ontwerper van de tapijtreeks zich hierbij baseerde op Poussins schilderijen van de tweede Sacramentenreeks zelf, die rond die tijd, vanaf omstreeks 1695 (in elk geval in 1714) tot 1716 in Nederland waren, in de verzameling van Jacques Meyers in Rotterdam, en zich tegenwoordig bevinden in de National Gallery of Scotland in Edinburgh.15 Anders zal hij gebruik hebben gemaakt van de prentreeks naar deze schilderijen van Poussin door Jean Pesne uit circa 1680-1694 of kopieën daarvan in spiegelbeeld.16 Ook de landschappen op cat. 106-a-d zijn zeer verwant aan het werk van Poussin, maar directe ontleningen zijn vooralsnog niet geïdentificeerd.

In 1713, een paar jaar na de aflevering van de tapijten van de weesmeesterenkamer, werd ook het plan opgevat om de vroedschapskamer (nu raadzaal) van het Enkhuizer stadhuis met wandtapijten van Alexander Baert te behangen en zocht men naar financiering hiervoor.17 Kennelijk is die niet gevonden want er zijn geen wandtapijten in die kamer overgeleverd. In 1728 zouden ook in plaats van met tapijten de wanden van de vroedschapskamer met trijp worden bekleed.18

Gezien de situatie in de weesmeesterenkamer, waarbij de tapijten, met uitzondering van de westwand, telkens doorlopen naar de wand ernaast, worden ze hier afwijkend van de gebruikelijke volgorde beschreven tegen de klok in.

Cat. 106
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem 1710
Reeks landschapsverdures met allegorieën op het weesmeestersambt, 1710
Enkhuizen, Stadhuis Enkhuizen


106-a. Landschapsverdure met de allegorie van de naastenliefde en voogdijschap met de wapens van de weesmeesters (zuidwand, links overgaand naar de oostwand)


Beschrijving:
In een landschap met hoge bomen en planten zit geheel links - op het smalle deel van het tapijt dat doorloopt op de oostwand, rechts van het raam - een grote papegaai met rode, blauwe en bruine veren in de volle bladerkroon van een boom waaronder een bloeiende rozenstruik staat. Daarnaast (links op de zuidwand) staat een fontein - met twee draken en een leeuwenkop waaruit water in een bekken spuit - geflankeerd door twee tuinbeelden van vrouwenfiguren in gedrapeerde gewaden op sokkels en tuinvazen daarachter. Voor de fontein liggen verschillende vruchten zoals druiven en kalebassen en rechts ervan enkele omgevallen zuilfragmenten. Op de achtergrond is een doorkijk naar een rivierlandschap met een rechthoekig gebouw en heuvels in de verte. Rechts op de voorgrond zijn, onder een in de bomen hangende lichtbruine draperie, enkele figuren rond een tafel gegroepeerd. Een rijk geklede vrouw in een wit gewaad en een beige mantel, de personificatie van de naastenliefde, zit rechts aan de tafel. Bij haar rechtervoet bevindt zich een pelikaan die haar jongen voedt met haar eigen bloed, als symbool voor de liefde. De vrouw reikt met haar linkerarm naast haar, naar de twee jonge wezen en een oudere weduwe, in een bruine mantel die haar hoofd bedekt en met een bokaal in haar linkerhand. Boven de vrouw zweeft een putto die een lauwerkrans boven haar hoofd houdt en in zijn andere hand een loftrompet heeft. Aan de linkerkant van de tafel zit een vrouw in een wit gewaad en een rode mantel, de personificatie van de voogdijschap. Op de tafel ligt haar attribuut, het SCHULT BOEK, waarin ze verantwoording aflegt van wat er met de goederen van de wezen gebeurt en aan haar voeten ligt een hond, symbool van de getrouwheid. Zij doet geld in een doek die wordt opgehouden door een jonge vrouw die achter de tafel staat. Geheel rechts is de hoek van een hoge portico zichtbaar, met ervoor een sculptuur van een mannenfiguur in klassieke kledij op een voetstuk.

Aan de bovenzijde van het tapijt staan op een rij in de lucht de gekroonde wapens van de vijf weesmeesters uit 1710, met hun namen in banderollen eronder: MAARTEN VANROSSEN, REINIER PUYT, FREDRIK DE WIT, WILLEM POEN OUDEWAGEN, LUCAS WESTWOUDE.

Commentaar:
Op dit tapijt, dat zich bevindt op de gehele zuidwand en links de hoek omgaat naar de oostwand tot aan het rechter raam, zijn de wapens aangebracht van de vijf weesmeesters die de reeks wandtapijten bekostigden. Zij waren gezamenlijk in functie in de periode 1705-1710.19 De kosten van de wapens, per stuk zes gulden, werden in de eindafrekening van Alexander Baert apart berekend.20 Mogelijk was dat ten behoeve van de onderlinge verrekening door de weesmeesters.

Het is niet bekend wie de ontwerpen voor deze wapens van de weesmeesters maakte. De toevoeging ervan bovenin het wandtapijt met de allegorische voorstelling van de weeskamer is echter analoog aan de schilderingen door Romeyn de Hooghe uit 1707 in de burgemeesterskamer van het Enkhuizer stadhuis, waar op de muurdammen tussen de ramen de wapenschilden en banderollen met namen van de vier burgemeesters boven de allegorische figuren van vrijheid en wijs bestuur zijn geplaatst.21 De Hooghe overleed in 1708 en zal dus zelf niet meer betrokken zijn geweest bij de ontwerpen voor de wapens van het wandtapijt, die ook een enigszins andere vormgeving hebben dan die in de burgemeesterskamer.

Voor de personificatie van de naastenliefde op cat. 106-a is de beschrijving in de Iconologia van Ripa vrij nauwkeurig gevolgd.22 Ze is hier gecombineerd met lof en eer, in de vorm van een boven haar zwevende putto met een lauwerkrans en een loftrompet.23 De personificatie van de voogdijschap op cat. 106-a is deels ontleend aan de Iconologia.24 De in het rood geklede vrouw, die bij Ripa een rekenboek en een weegschaal bij zich heeft, heeft op het tapijt een 'Schult boek' en een doek met geld die wordt gehouden door een jonge vrouw. In plaats van de verder door Ripa genoemde attributen - een haan, een hagedis en een aan haar voeten slapend kind - ligt er naast de voogdijschap op cat. 106-a een hond, als symbool van trouw.25

Het linkerdeel van de voorstelling, met de fontein, de twee tuinbeelden en de omgevallen zuilfragmenten komt eveneens op twee andere bekende tapijten aan de linkerzijde voor. Het eerste is een brede landschapsverdure van Alexander Baert in het Rijksmuseum te Amsterdam.26 Het tweede, een landschapsverdure met een buffeljacht, was in een Nederlandse particuliere collectie.27 De hoge portico met het beeld ervoor geheel rechts figureert ook op een wandtapijt door Alexander Baert met de Dood van Cleopatra in het Musée Tessé in Le Mans.28 Ook het vruchtenstilleven links is een letterlijke herhaling van dat op een wandtapijt in Paleis Het Loo in Apeldoorn met Cleopatra's banket uit een zelfde reeks met de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra.29

Cat. 106-a
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem 1710
Landschapsverdure met de allegorie van de naastenliefde en voogdijschap met de wapens van de weesmeesters, 1710
Enkhuizen, Stadhuis Enkhuizen

De figuren op dit wandtapijt zijn grotendeels ontleend aan meerdere schilderijen van Nicolas Poussin uit de tweede reeks van Zeven Sacramenten, mogelijk via prenten daarnaar. Vooral van Vormsel (Confirmation) zijn meerdere onderdelen gebruikt, zoals het hoofd en bovenlijf van de jonge vrouw die achter de tafel staat, de ruime, geplooide tuniek en het op de grond geknielde been van het voorste weeskind en de zittende houding met de uitgestrekte arm van de personificatie van de voogdijschap links.30 (afb. a) De houding van de personificatie van de naastenliefde is in grote lijnen ontleend aan Biecht (Penitence).31 Het met een hoofddoek bedekte hoofd en de mantel van de weduwe is geïnspireerd op de houding en de kleding van een figuur uit Huwelijk (Mariage).32 De draperie boven de figuurgroep lijkt erg veel op die van Ziekenzalving (Extrême-Onction).33 De vliegende putto met de lauwerkrans in zijn hand komt niet voor in de tweede Sacramentenreeks, maar is samengesteld uit twee naast elkaar vliegende putti op Apollo en de Muzen op de Parnassus van Poussin uit circa 1630-1632, waarvan een gravure bestaat door Jean Dughet van vóór 1667.34 Het hoofd en bovenlijf van het voorste weeskind zijn ontleend aan de figuur van de jonge Johannes de Doper uit de Heilige familie met tien figuren van Poussin uit 1649, mogelijk naar de gravure door Claudine Bouzonnet-Stella uit 1668.35

Conditie:
Links in cat. 106-a is een uitsnijding voor de verhulde toegangsdeur op de zuidwand. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1942, werden cat. 106-a-d opgeslagen in de rijkskluizen in Steenwijk (Paasloo).36 Restauratie in het Rijksmuseum Amsterdam, 1953-1964.37 Vooral rond de deurpartij werden ingrijpende restauraties door middel van herweven uitgevoerd, die gevolgen hadden voor de leesbaarheid van de voorstelling.

Afb. a
Jean Pesne naar ontwerp van Nicolas Poussin
Vormsel (Confirmation), ca. 1680-1694
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-P-2018-3634


106-b. Landschapsverdure met de allegorie van de waakzaamheid (oostwand)


Beschrijving:
In een landschap zit links een bebaarde man met een naakt bovenlijf op een groot rotsblok. Over zijn rechterschouder en zijn benen is een lichtrode doek geslagen. Hij slaapt met zijn ogen open, ten teken van waakzaamheid. Een leeuw ligt aan zijn voeten. Rechts staat een vrouw in een wit gewaad met een rood koord om de taille en een wapperende bruine mantel. Naast haar staat een kraanvogel. In de hoge eikenboom achter de vrouw zit een papegaai met rode en blauwe veren. Geheel rechts op de voorgrond staan enkele planten met grote bladeren. Links in de verte is een rivier zichtbaar, met enkele figuren in een scheepje, en heuvels en rotsen met daarop een kasteel.

Commentaar:
Dit tapijt is geplaatst in het midden van de oostwand, tussen de twee ramen. Voor de verbeelding van de waakzaamheid zijn hier elementen ontleend aan meerdere personificaties uit Ripa's Iconologia en op een geheel eigen wijze toegepast.38 Zo symboliseren zowel de man die met zijn ogen open slaapt, als de leeuw en de kraanvogel de waakzaamheid.

De houding van de vrouw is een herhaling, met variaties, van die van een staande vrouwenfiguur op De aankomst van Cleopatra's schip te Tarsus in de collectie van Paleis Het Loo.39

De figuur van de waakzaamheid is grotendeels samengesteld uit onderdelen van twee van de drie centrale figuren op Doop (Baptême) uit de tweede reeks van Zeven Sacramenten van Nicolas Poussin, mogelijk via de prent van Jean Pesne.40 (afb. b) Zo is zijn bovenlijf met de gebogen arm ontleend aan de geknielde Christus en zijn hoofd aan dat van Johannes de Doper.

Conditie:
Blijkens een notitie op het houten schot werd dit wandtapijt in 1904 gerestaureerd door F. van Klaveren in Utrecht.41 Zie verder bij cat. 106-a.

Cat. 106-b
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem 1710
Landschapsverdure met de allegorie van de waakzaamheid, 1710
Enkhuizen, Stadhuis Enkhuizen


Afb. b
Jean Pesne naar ontwerp van Nicolas Poussin
Doop van Christus, ca. 1680-1694
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-P-2018-3631


106-c. Landschapsverdure met de allegorie van de naarstigheid (noordwand, rechts, overlopend naar de oostwand)


Beschrijving:
In een landschap zit links een vrouw die met haar rechterarm rust op een bijenkorf, de personificatie van de naarstigheid of vlijtigheid. Zij kijkt naar voren, in de richting van de toeschouwer en wijst met haar linkerhand naar een weeskind. Dit kind reikt met zijn rechterhand naar een gouden dekselbokaal die wordt vastgehouden door een vrouw, half op de rug gezien, met blote rug, blote benen en haar rechtervoet steunend op een rotsblok. Deze vrouw pakt op haar beurt met haar linkerhand de wees vast. Op de voorgrond groeien enkele grote planten. In de grote boom links vooraan zitten een grote witte kaketoe en een papegaai. Rechts - op het smalle deel van het tapijt dat doorloopt op de oostwand, links van het raam - slingert op de achtergrond een rivier door een heuvellandschap met daarin een schip met vissende figuren en langs de oever de muren van een soort vesting. Langs de verste oever verrijzen hoge rotsen.

Commentaar:
Dit tapijt bevindt zich rechts van het raam op de noordwand en loopt rechts de hoek door op de oostwand tot aan het linker raam. De personificatie van de naarstigheid op cat. 106-c is op indirecte wijze ontleend aan de Iconologia van Ripa.42 Waar de naarstigheid bij Ripa als attribuut een zwerm bijen heeft, is hier een bijenkorf afgebeeld. De gouden bokaal in de rechterhand van de andere vrouw, als symbool van rijkdom, vervangt hier het beeldje van Pluto, de god van de rijkdom, dat de naarstigheid bij Ripa op het hoofd heeft.43 Het doel van de naarstigheid is volgens Ripa het verkrijgen van rijkdom. Deze deugd dienden de weesmeesters na te streven ten behoeve van de aan hun zorg toevertrouwde wezen.

De figuur van de naarstigheid op cat. 106-c is een herhaling, met variaties, van de figuur van Cleopatra op De aankomst van Cleopatra's schip te Tarsus in Paleis Het Loo.44

De halfnaakte vrouw is, opnieuw deels samengesteld uit onderdelen van twee van de drie centrale figuren op Doop (Baptême) uit de tweede reeks van Zeven Sacramenten van Nicolas Poussin, mogelijk via de prent van Jean Pesne.45 (Zie afb. bij cat. 106-b.) Het hoofd is ontleend aan de geknielde Christus en de naakte rugpartij aan de geknielde figuur tegenover Christus.

Het hoofd en de arm van het kind zijn waarschijnlijk overgenomen van de figuur van de jonge Johannes de Doper uit de Heilige familie met tien figuren van Poussin uit 1649, mogelijk naar de gravure door Claudine Bouzonnet-Stella uit 1668.46

Conditie:
Zie bij cat. 106-a.

Cat. 106-c
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem 1710
Landschapsverdure met de allegorie van de naarstigheid, 1710
Enkhuizen, Stadhuis Enkhuizen


106-d. Landschapsverdure met de allegorie van de rijkdom (noordwand, links van het raam)


Beschrijving:
In een parkachtig landschap zit links op een gouden zetel een rijk geklede vrouw in een lichtgeel gewaad met een blauwe mantel, de personificatie van de rijkdom. In haar rechterhand houdt zij een keizerskroon. Haar linkerhand heeft ze uitgestrekt naar een voor haar knielende jonge vrouw in een beige en roze gewaad en een groene mantel. Op de grond, tussen de vrouwen in, staan een gouden kan en een zilveren schaal en liggen een parelsnoer en enkele gouden muntstukken. De knielende vrouw heeft een schaar in haar hand om daarmee een schaap dat op het bankje voor haar ligt te scheren. Achter de vrouwen staan een hoge boom met een vol bladerdak en een zuil waaraan een rode draperie bevestigd is. Daarachter een zuilenportiek en een balustrade. In de verte rechts zijn tussen de bomen een tuinmuur en het begin van een zuilengalerij met een grote stenen poort zichtbaar.

Commentaar:
Weesmeesters moesten de hun toevertrouwde gelden beheren en zo rijkdom nastreven ten behoeve van de wezen. Voor de personificatie van de rijkdom op cat. 106-d, die links van het raam in de noordwand is geplaatst, is de beschrijving in de Iconologia van Ripa bijna geheel gevolgd.47 Alleen de door Ripa genoemde scepter in de linkerhand ontbreekt. Het schaap, ook een teken van rijkdom dat Ripa noemt (alles van het schaap - 'vlees, huid, haar en melk' - levert geld op), ligt op het tapijt bij een tweede, niet in de Iconologia vermelde vrouwenfiguur.

Het rechterdeel met de zuilenportiek, de balustrade en de tuinmuur met het begin van een zuilengalerij op de achtergrond figureert, met enkele verschillen in details, ook op een wandtapijt door Alexander Baert met de Dood van Cleopatra in de collectie van Kunstmuseum Den Haag.48 Dat tapijt, waarschijnlijk naar ontwerp van Lodewijk van Schoor, voert terug op een eerder ontwerp (maar zonder het genoemde detail) dat wordt toegeschreven aan Charles Poërson. De zittende figuur van de rijkdom is, op de houding van de rechterarm na, een letterlijke herhaling van Cleopatra op haar zetel op een wandtapijt met Cleopatra's banket uit dezelfde reeks met de Geschiedenis van Marcus Antonius en Cleopatra in Paleis Het Loo.49

De houding van de knielende jonge vrouw van cat. 106-d is ten dele ontleend aan die van de geknielde vrouwenfiguur op de voorgrond van Ziekenzalving (Extrême-Onction) uit de tweede Sacramentenreeks van Nicolas Poussin.50

Conditie:
Zie bij cat. 106-a.

Cat. 106-d
wandtapijtweverij van Alexander Baert (I) naar ontwerp van Anoniem 1710
Landschapsverdure met de allegorie van de rijkdom, 1710
Enkhuizen, Stadhuis Enkhuizen


Notes

1 Over het gehele decoratieprogramma van het stadhuis van Enkhuizen, zie Bedaux, Groot, Hagen 1992, pp. 142-180.

2 'den 29 dito hebben de H(eere)n Burgerm(eestere)n en Regeerders der stadt Enchuijsen geauctoriseert en gequalificeert, sulx doende bij desen de Resp: Heeren weesm(eestere)n deser stadts om te mogen behangen haar kamer, met een behangsel soo sij te rade sullen werden, ten coste van de weescamer en buijten belastinge van de stadt.' In marge: 'Weesm(eestere)n gequalific(eer)t hare kamer te behangen.' Westfries Archief, Hoorn, (WFA), toegang nr. 0120, Oud Archief Stad Enkhuizen 1353-1815 (1872) (OAE), inv. nr. 298, Memoriaal van burgemeesters en regeerders der stad Enkhuizen van 2 januari 1702 tot 31 december 1714, fol. 96v, 29 januari 1710. Geciteerd, maar iets verkort en met foutieve datum, in: Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 894, en daarvan overgenomen door Dubiez 1956, p. 102; Zwart 1983, p. 110; Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 172, noot 107.

3 WFA, toegang nr. 0003, Oud-rechterlijke en weeskamer archieven, inv. nr. 5019, Kwitanties, bewijzen van in- en afschrijving grootboek en dergelijke bescheiden betreffende het financieel beheer van weesmeesters en de commissie van liquidatie te Enkhuizen, 1607-1858. Geciteerd (met een paar fouten) in: Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 897; Dubiez 1956, p. 102; Zwart 1983, pp. 110-111.

4 In de literatuur vanaf Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 897 is dit abusievelijk vermeld als 'onkosten van nachten'.

5 WFA, 0003, Oud-rechterlijke en weeskamer archieven, inv. nr. 5019.

6 Verder staan op deze kwitantie de kosten voor bier voor de werklieden, een koperen ring en twee 'bocht kuieren' voor aan een deurtje.

7 WFA, 0003, Oud-rechterlijke en weeskamer archieven, inv. nr. 5019, twee kwitanties, voor de ombouw van de Engelse schoorsteen en voor de plaatsing van de schoorsteenmantel, respectievelijk van 27 oktober/22 november 1755 en 27 november 1756; tevens een kwitantie voor de leverantie van een schoorsteenmantel van f 500,- (plus f 6,- voor twee kisten) door Frauen & Vogel uit Amsterdam van 14 juni/ 11 november 1756.

8 Van Rossen was 16 keer weesmeester van Enkhuizen (1702-1717), Puyt 22 keer (1693-1714), De Wit 9 keer (1702-1710), Poen Oudewagen 31 keer (1694-1725) en Westwoude 10 keer (1705-1714). Zie T. Postma, 'Weesmeesters van Enkhuizen', 27-1-2013, pp. 17-18, op http://www.thijspostma.nl/Weesmr.pdf; T. Postma, 'Enkhuizer Patriciers', 26-9-2013, pp. 205, 220, 239-240, 336, 341-342, op http://www.thijspostma.nl/Patriciers.pdf.

9 Men kon dit slechts ontlopen door testamentair de weeskamer uitdrukkelijk uit te sluiten, wat vooral rijke en aanzienlijke families vaak prefereerden. Zie ook Zwart 1983, pp. 109-110; Bedaux, Groot, Hagen 1992, pp. 162-163.

10 Bedaux, Groot, Hagen 1992, pp. 165-166.

11 Zie hierover ook Lairesse 1740, I, pp. 93-94.

12 Zie hierover verder bij de afzonderlijke wandtapijten en bij cat. 80 van Kunstmuseum Den Haag, en cat. 42-a-b, van Paleis Het Loo, Apeldoorn.

13 Zie bijvoorbeeld Lairesse 1740, I, pp. 98, 284, 334, 394. Tevens Cat. tent. Rotterdam 1999, p. 30.

14 Voor deze schilderijen, zie Cat. tent. Londen 1995, pp. 241-243 en cat. 49-55.

15 Description du Cabinet de Tableaux de Mr. Meyers a Rotterdam, Rotterdam 1714, pp. 4-5 (enige exemplaar in Gemeente Archief Rotterdam, Bibliotheek, nr. VE6; kopie in bibliotheek RKD, Den Haag); Van Gelder 1974, pp. 172, 174-176 en afb. 50-51; Cat. tent. Londen 1995, p. 243. Meyers liet ook kopieën schilderen van deze Sacramentenreeks van Poussin, door Jan Frans van Douven (1656-1727) of diens zoon Frans Bartholomeus Douven (1688-1726). Van Gelder 1974, pp. 178-179.

16 Zie Wildenstein 1957, pp. 151-158, cat. 97-103.

17 WFA, 0120, OAE, inv. nr. 263, Verhandelingen van de vergaderingen van de vroed­schappen van Enkhuizen van 5 januari 1712 tot 29 december 1718, vergadering van zaterdag 1 juli 1713. Geci­teerd in: Theunisz 1927, pp. 93-94; Van Yssel­steyn 1936, II, nr. 901; Dubiez 1956, p. 102; Zwart 1983, p. 117.

18 Zwart 1983, pp. 67-68.

19 Theunisz 1927, p. 93; T. Postma, 'Weesmeesters van Enkhuizen', 27-1-2013, pp. 17-18, via http://www.thijspostma.nl/Weesmr.pdf.

20 Zie noot 3.

21 Zie Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 151, afb. 20 en p. 173, afb. 45-46.

22 Ripa 1971, p. 294: 'Amor del prossimo'.

23 Ripa 1971, p. 21: 'Emulatione'. Zie Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 166.

24 Ripa 1971, p. 560: 'Tutela'.

25 Ripa 1971, p. 163: 'Fedelta'.

26 Inv. BK-KOG-3-A. Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 65a; Hartkamp-Jonxis 2006a, cat. 16.

27 Archief E. Kalf, nr. 272. Het wandtapijt was vanaf 1913 enige tijd in bruikleen bij het Frans Halsmuseum te Haarlem. De tegenwoordige verblijfplaats is onbekend. Zie De Nederlandsche Musea 1916, nr. 50; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 270.

28 Hierop figureren tevens dezelfde architectonische elementen als op cat. 106-d. Cat. Lyon 1996, p. 55, afb. 5. Gepubliceerd in: Bordier-Nikitine 1993, p. 17. Zie verder bij cat. 80.

29 Zie cat. 42-b, Kalf nr. 388, Paleis Het Loo, Apeldoorn.

30 Wildenstein 1957, cat. 98; Cat. tent. Londen 1995, cat. 50.

31 Wildenstein 1957, cat. 99; Cat. tent. Londen 1995, cat. 52.

32 Wildenstein 1957, cat. 103; Cat. tent. Londen 1995, cat. 55.

33 Wildenstein 1957, cat. 101; Cat. tent. Londen 1995, cat. 49.

34 Wildenstein 1957, cat. 138; Cat. tent. Londen 1995, cat. 22.

35 Wildenstein 1957, cat. 55; Cat. tent. Londen 1995, cat. 61.

36 Zwart 1983, p. 114.

37 Voor details van deze restauratie, zie Jaarverslag Rijksmuseum 1954, p. 20; Idem 1955, p. 24; Idem 1956, p. 13; Idem 1957, p. 21; Idem 1958, pp. 23-24; Idem 1959, p. 38; Idem 1960, p. 26; Idem 1961, p. 31; Idem 1962, p. 33; Idem 1963, p. 65; Idem 1964, p. 47. Over de deels met controverse omgeven restauratiegeschiedenis zie onder meer: Dubiez 1956, pp. 98-99; Zwart 1983, pp. 114, 116.

38 Ripa 1971, pp. 587-589: 'Vigilanza'; Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 167.

39 Zie cat. 42-a, Paleis Het Loo, Apeldoorn.

40 Wildenstein 1957, cat. 97; Cat. tent. Londen 1995, cat. 51.

41 Zwart 1983, p. 114.

42 Ripa 1971, pp. 344-346: 'Diligenza' en 'Industria'.

43 Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 167.

44 Zie cat. 42-a, Paleis Het Loo, Apeldoorn.

45 Wildenstein 1957, cat. 97; Cat. tent. Londen 1995, cat. 51.

46 Wildenstein 1957, cat. 55; Cat. tent. Londen 1995, cat. 61.

47 Ripa 1971, p. 439: 'Richezza' en 'Opulenza'; Bedaux, Groot, Hagen 1992, p. 168.

48 Zie cat. 80, Kunstmuseum Den Haag.

49 Zie cat. 42-b, Paleis Het Loo, Apeldoorn.

50 Wildenstein 1957, cat. 101; Cat. tent. Londen 1995, cat. 49.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree