85. Reeks van vijf wandtapijten met de Conversatie van de dames
Deze reeks wandtapijten met elegante gezelschappen, van vooral vrouwen en enkele mannen, die zich verpozen in weelderige boslandschappen met weidse vergezichten met bergen, rivieren en steden met imposante gebouwen, bevindt zich in de eetzaal van het landhuis Nijenhuis, ten oosten van Diepenheim in Twente (Overijssel). Bij een verbouwing in 1914-1915 van deze voormalige havezate, naar een ontwerp uit 1913 van de architect Mannus Meyerink (1873-1943) uit Zwolle in opdracht van Lodewijk Hieronymus graaf Schimmelpenninck (1858-1942), waarbij aan de achterzijde twee vleugels werden aangebouwd, werd hierbij in een kamer in Lodewijk XIV stijl in de Noordertoren deze tapijtreeks ingebracht.1 De reeks, die in de wandbetimmering werd opgenomen van wat toen de kamer van graaf Schimmelpenninck was en opgespannen achter houten, vergulde lijsten, was daarvoor afkomstig uit het woonhuis van de familie Schimmelpenninck in Den Haag.2 Het Nijenhuis, dat ook tegenwoordig nog wordt bewoond door de familie Schimmelpenninck, heeft een historisch gedeelte dat toegankelijk is voor bezichtiging.3
De voorstellingen van cat. 85-a-e werden wel beschouwd als arcadische en mythologische voorstellingen en ook als taferelen met de Vijf Zintuigen.4 Recentelijk werden ze door Ingrid De Meûter geïdentificeerd als behorend tot een reeks met Franse conversaties of Conversatie van de dames.5 Hierbij wordt met 'conversatie' de omgang, het persoonlijk verkeer en de handel en wandel van personen bedoeld.6 De voorstellingen van de reeks Conversatie van de dames van het Nijenhuis zijn, beginnend vanaf de deur van de eetzaal en dan met de klok mee: Musicerend gezelschap (cat. 85-a), Minnekozend paar (cat. 85-b), Chocoladedrinkend gezelschap (cat. 85-c), Paar verpozend bij een waterval (cat. 85-d) en Bloemenplukkend gezelschap (cat. 85-e).
De titel Conversatie komt vele malen voor in de documenten over de tapijthandel in de Zuidelijke Nederlanden, met name in Antwerpen en Oudenaarde. Daarmee kon worden gedoeld op drie verschillende wandtapijtreeksen, naast de Franse Conversaties of Conversatie van de dames zijn dat ook nog de Hollandse boeren of Hollandse conversatie en Italiaanse boeren of Italiaanse conversatie.7 In de bronnen worden al deze reeksen regelmatig enkel aangeduid als Conversatie, waarbij het vaak niet duidelijk is welke van de drie reeksen het betreft.
In het rekeningenboek van de Antwerpse tapijthandelaar Nicolaas Naulaerts, het zogenaamde Memoriael Naulaerts, uit 1699-1709 komen meerdere keren vermeldingen voor van een reeks van zes wandtapijten met Groen met figurkens, wesende Conversatie, geweven door Johannes van Reghelbrugghe uit Oudenaarde die vanaf omstreeks 1694 in Antwerpen werkzaam was, zonder daarbij de afzonderlijke onderwerpen te noemen.8 Ook vermeldt Naulaerts vele malen een reeks met Conversaties geweven door de werkplaats van Jan Baptist Brandt uit Oudenaarde.9 De enige met naam vermelde voorstelling van die reeks van Brandt is het 'Badt van Diana'.10 Misschien wordt hier gedoeld op de voorstelling met de Vrouwen aan een waterplas die deel uitmaakt van enkele nog bekende reeksen met de Conversatie van de dames, zoals de reeks in het Belgische kasteel van Westerlo, maar die niet voorkomt bij de reeks van het Nijenhuis.11 Verder vermeldt Naulaerts nog Conversaties die werd geweven door de werkplaats van Jacobus de Bock in Oudenaarde.12
Op 14 maart 1707 schrijft Naulaerts dat de reeks van zes Conversaties, met nog een apart vermelde zevende voorstelling - zonder deze voorstellingen echter te specificeren - werd geschilderd door 'les frères van de Cruys', de gebroeders van de Cruys.13 Mogelijk is deze vermelding in verband te brengen met de reeks Conversatie van de dames als van cat. 85-a-e.14 Er is erg weinig bekend over deze broers van de Cruys. Ook is het onduidelijk of het hier de Antwerpse schilders Jan Carel I (of Jan-Carlo) van den Cruys (geboren omstreeks 1656 en gedocumenteerd tot 1707) en zijn broer Jacobus (leerling in het Sint-Lucasgilde in 1672-1673 en gedocumenteerd tot 1695) betreft, of de eveneens schilderende zoons van Jan Carel I, de gelijknamige Jan Carel II van den Cruys (ingeschreven als zoon van een meester in het Sint-Lucasgilde in 1699-1700 en gedocumenteerd tot 1707-1708) en diens broer Jacques (werkzaam rond 1690-1710). Jan Carel I van den Cruys wordt genoemd als leerling van de landschapsschilder en wandtapijtontwerper Pieter Spierinckx in 1668-1669.15 `Jan Karel van der Cruysen’, hoogstwaarschijnlijk Jan Carel I, leverde in 1684 tapijtkartons van landschappen gestoffeerd met figuren aan de werkplaats van Jan d'Olieslaegher in Gent, waar ook `Jacques van der Cruysen’, waar zowel Jacques als zijn oom Jacobus van den Cruys mee bedoeld kan zijn, in 1695 kartons voor schilderde voor boorden en van dieren, zoals 'een hanengevecht, vossen, stieren'. In 1688 werd 'den schilder vander Cruijs' betaald door Pieter van Verren (1640-1709) in Oudenaarde voor het retoucheren van een karton voor een landschapstapijt, mogelijk betrof dit ook Jan Carel I van den Cruys.16 Er zijn geen schilderijen of ander werk van hen bekend, dus is er ook geen stilistische vergelijking mogelijk. Het ontwerp van de voorstellingen van cat. 85-a-e is in elk geval van hoge kwaliteit, met figuren die verwant zijn aan het werk van Jan van Orley en met een fraaie, fijne detaillering in de landschappen en gebouwen op de achtergrond.
Cat. 85 heeft hetzelfde type boorden als de reeks Oudenaardse landschapsverdures van het Stadhuis van Maastricht met het jaartal 1705, die in 1704 werden besteld bij de Antwerpse handelaar Naulaerts en geleverd in 1706 aan de handelaar De Visser in Den Haag.17 Dit type boorden komt tevens voor rond andere Oudenaardse tapijtreeksen uit circa 1700, waaronder verschillende Parkgezichten met dieren, waarvan meerdere worden toegeschreven aan de werkplaats van Pieter van Verren.18 Bij gebrek aan overgeleverde correspondentie of ander archiefmateriaal betreffende een reeks Conversatie van de dames door Pieter van Verren is het echter niet mogelijk cat. 85-a-e definitief aan deze werkplaats toe te schrijven.19
De reeks cat. 85-a-e van het Nijenhuis bevond zich tot 1914-1915 in het stadshuis van de familie Schimmelpenninck aan de Nassaulaan in Den Haag. Daar waren de wandtapijten geïnstalleerd nadat ze werden gekocht op een veiling in Amsterdam in 1904.20 Uit de catalogus van die veiling blijkt dat deze wandtapijten afkomstig zijn uit het huis van de kort daarvoor overleden Jonkheer Mr. W.C.A. Alberda van Ekestein (1825-1903) in Groningen.21 De familie Alberda van Ekestein woonde aan de Oude Ebbingestraat 47 (oostzijde) in Groningen, in de buurt van het Prinsenhof.22 De wandtapijtreeks bevond zich in de eetkamer van dat huis, dat in 1904 werd afgebroken.23 (afb. a) Jonkheer Alberda van Ekestein woonde tevens op het landhuis Ekenstein te Tjamsweer bij Appingedam, dat hij in 1870 in neogotische trant liet verbouwen.24
Op de veiling in Amsterdam in 1904 bestond de reeks uit zes wandtapijten, namelijk vier volledige (Bloemenplukkend gezelschap, Musicerend gezelschap, Chocoladedrinkend gezelschap, Paar verpozend bij een waterval) en twee versneden tapijten (Minnekozend paar, Verdure). Alleen het laatste, een verdurefragment van 132 cm breed en even hoog als de andere vijf wandtapijten, is niet aanwezig in de kamer van het Nijenhuis.25 De reeks was kennelijk niet nieuw toen die werd geplaatst in het huis van de familie Alberda van Ekenstein, zoals op te maken valt uit de veilingcatalogus van 1904, waarin wordt aangegeven dat twee van de zes tapijten van de veiling, waaronder cat. 85-b, waren versneden om te kunnen passen in het huis in Groningen: 'Tapisserie découpée pour être placée dans la maison du propriétaire défunt'.26 Ook bij de andere vier wandtapijten van de reeks was er iets aan de maten veranderd.27 Het is echter onbekend waar de tapijtreeks zich daarvoor bevond en ook wie de oorspronkelijke opdrachtgever ervan was.
Er zijn meerdere andere reeksen met de Conversatie van de dames bekend. Deze reeksen hebben allemaal dezelfde soort boorden als cat. 85-a-e. Ze zijn ook steeds naar dezelfde kartons geweven, alleen zijn ze variërend in de breedte en soms ook in hoogte. Zo bevindt er zich een reeks van vier wandtapijten met de Conversatie van de dames in het kasteel van Westerlo (België), van de Prins de Merode, met drie dezelfde grote taferelen als cat. 85-a-e (Musicerend gezelschap, Chocoladedrinkend gezelschap, Bloemenplukkend gezelschap) en een vierde smaller tapijt met Vrouwen aan een waterplas.28 Daarnaast zijn er drie andere reeksen met de Conversatie van de dames bekend van veilingen. Zo werd een reeks van vier Conversaties in 1925 geveild in Brussel uit de collectie Sarens, met Musicerend gezelschap, Chocoladedrinkend gezelschap, Paar verpozend bij een waterval, Bloemenplukkend gezelschap, aangevuld met een wandtapijt met (waarschijnlijk) Cephalus en Procris uit een andere reeks, maar voorzien van dezelfde boorden.29 Een reeks van vier Conversaties, met Minnekozend paar, Chocoladedrinkend gezelschap, Bloemenplukkend gezelschap en Vrouwen aan een waterplas, werd in 1968 in Parijs geveild,30 en ook een reeks van twee wandtapijten uit de Conversatie van de dames, met Minnekozend paar en Chocoladedrinkend gezelschap, verscheen op een veiling in Parijs in 1929.31
Tevens zijn er nog verschillende zelfstandige exemplaren bekend, zoals een Chocoladedrinkend gezelschap van een veiling in Parijs in 1950, ook met dezelfde soort boorden als van cat. 85-a-e.32
Bovendien zijn er een aantal wandtapijten bekend met voorstellingen uit de Conversatie van de dames die zijn geplaatst in andere landschappen dan die van cat. 85-a-e, met parkgezichten naar ontwerp van Pieter Spierinckx voor de werkplaats van Pieter van Verren, maar wel voorzien van hetzelfde type boorden, zoals een Chocoladedrinkend gezelschap van Galerie Chevalier in Parijs33 en een Bloemenplukkend gezelschap in een Belgische particuliere collectie.34
Afb. a
Anoniem ca. 1900
De eetkamer van Oude Ebbingestraat 47, Groningen, ca. 1900
85-a. Musicerend gezelschap uit een reeks Conversaties van de dames
Beschrijving:
In een glooiend boslandschap met verschillende soorten loofbomen en struiken bevindt zich op de voorgrond een gezelschap van vijf personen. Links, op een rotsblok naast een omgevallen boom met een geknakte boomstam, zitten twee zingende blonde vrouwen, gekleed in lichte, ruimvallende gewaden. De vrouw links, met een grijsbruine mantel gedrapeerd over haar lichtblauwe gewaad, houdt met haar beide handen een vel bladmuziek voor zich omhoog. De vrouw rechts van haar, in een geel gewaad, speelt op een gitaar. In het midden staat een jongeman met kort donker haar die is gekleed in een grijsbruine tuniek met twee witte strepen langs de zoom en daarover een lichtrode mantel geplooid. Hij kijkt in een opengeslagen boek dat hij in zijn linkerhand houdt en heeft in zijn uitgestoken rechterhand een soort rammelaar. Rechts zit een harpspelende vrouw met een rode mantel over haar blauwe gewaad. Geheel rechts staat een jonge bediende in een beige tuniek met een geplooide blauwe doek over zijn schouders. Met zijn ene hand heft hij een drinkschaal en met de andere hand haalt hij een mandfles uit een groot metalen koelvat, waar nog twee dergelijke flessen in staan. In het midden en rechts zijn doorzichten naar heuvels met klassiek aandoende gebouwen en torens in de verte en rechts vaart een schip op een rivier.
Rondom lopen boorden als een vergulde schilderijlijst met laag reliëf, opgebouwd uit drie ornamentbanden die van elkaar worden gescheiden door een effen bies: aan de binnenzijde een staaf met een schuin streeppatroon, in het midden een patroon van afwisselend een Ionische voluut en een bladmotief en in de hoeken een schuingeplaatst bladornament, en buitenom een gestileerd bladmotief. In het midden van de boorden is een met bladertakken omkranste cartouche geplaatst, links en rechts bevinden zich daarin een mascaron met schelpmotief en onder en boven twee cherubijnen.
Commentaar:
Cat. 85-a is geplaatst op de korte wand tegenover de raamwand, rechts van de deur.
Andere exemplaren met deze voorstelling komen voor in de reeksen van het kasteel van Westerlo en van de voormalige collectie Sarens.35
Conditie:
De reeks werd gerestaureerd in Parijs, omstreeks 1912.
Cat. 85-a-e waren allemaal oorspronkelijk breder en zijn aan één of aan beide zijden ingekort, hetzij afgesneden of aan de achterzijde omgevouwen, waarbij de zijboorden er werden opgenaaid.36
Cat. 85-a
wandtapijtweverij van Jan van Verren (II) naar ontwerp van Jacobus van den Cruys (II)
Musicerend gezelschap, ca. 1700-1710
Private collection
85-b. Minnekozend paar uit een reeks Conversaties van de dames
Beschrijving:
In een heuvelachtig landschap met verschillende soorten loofbomen en grote planten, zit links op een verhoging op de voorgrond een elegante blonde vrouw in een beige gewaad en met een gele mantel rond haar benen geplooid. Ze houdt haar rechterhand tegen haar borstbeen en kijkt naar rechts naar een jongeman met een kort, krullend kapsel, gekleed in een rode tuniek, een strakke witte broek en een blauwe mantel over zijn linkerbeen gedrapeerd, die dicht naast de vrouw zit en met een smachtende blik naar haar omhoog kijkt. Hij heeft zijn linkerhand op de linkerarm gelegd van de vrouw, die zijn blik beantwoordt. Op enige afstand rechts van hen zit een tweede vrouw, gekleed in een roze mantel over een geel gewaad, die naar hen kijkt vanonder de rand van haar wapperende blauwgrijze hoofddoek, die ze vasthoudt met haar rechterhand. Daarachter, in het midden, kijkt een oudere, bebaarde man, gekleed in een oranjebruine mantel met een bontkraag en daarover een ceintuur en op zijn hoofd een geplooid wit hoofddeksel, vanachter een heuveltje toe en gebaart met zijn handen. Achter de man is een doorkijk naar een rivier met op de linker oever een stad met een stenen toegangspoort en klassiek aandoende gebouwen en bergen in de verte.
Voor de boorden, zie bij cat. 85-a.
Commentaar:
Cat. 85-b is geplaatst op de schoorsteenwand, links van de schoorsteen. De voorstelling ervan lijkt een romantische ontmoeting te verbeelden van een elegante dame met een jonge aanbidder, terwijl een vriendin van de vrouw, een soort chaperonne, op korte afstand op haar wacht. Geen van de drie lijkt door te hebben dat ze worden gade geslagen vanachter een heuveltje door een oudere man, mogelijk de vader van de minnekozende vrouw. Of misschien de echtgenoot?
In de catalogus van de veiling in 1904 werd bij dit wandtapijt aangegeven dat het versneden was om te kunnen passen in het huis van Jonkheer Alberda van Ekenstein in Groningen (doch wel eenvoudig weer te restaureren was), maar het is onduidelijk op welke manier, omdat er geen afbeelding van in de veilingcatalogus was opgenomen.37
Andere exemplaren met deze voorstelling komen voor in een reeks van twee wandtapijten uit de Conversatie van de dames van een veiling in Parijs in 1929 en tevens in een reeks van vier Conversaties die in 1968 eveneens in Parijs werd geveild.38
Conditie:
Zie bij cat. 85-a.
Cat. 85-b
wandtapijtweverij van Jan van Verren (II) naar ontwerp van Jacobus van den Cruys (II)
Minnekozend paar, ca. 1700-1710
Private collection
85-c. Chocoladedrinkend gezelschap uit een reeks Conversaties van de dames
Beschrijving:
In een boslandschap, op een open plek op de voorgrond, is een klein gezelschap zich aan het verpozen. Links zit een dame, gekleed in een ruimvallend lichtbruin gewaad met daarover een roze mantel, die omlaag kijkt naar een hondje dat met de voorpoten tegen haar linkerbeen omhoog staat. Met haar rechterhand houdt ze het dier een koekje voor en in haar linkerhand heeft ze een kopje. Iets rechts van haar staat een heer, met een gele mantel over een lichtbruine tuniek en blauwe beenbekleding, met gebarende handen in gesprek met een dame, gekleed in een geel lijfje, blauwe rok en lange beige mantel daarover, terwijl een jonge bediende in een rood pak met korte gepofte broekspijpen, hen een dienblad voorhoudt met daarop twee koppen. Geheel rechts staat een ronde tafel met daarop een schaal met koekjes en twee omgekeerde koppen van blauwwit porselein op schotels en daarnaast op de grond een metalen warmhouder met daarin een chocoladekan. Links is een doorkijk naar een rivier met op de oever een kasteelruïne met verschillende torens, daarachter een paleis op een heuvel en een stad in de verte.
Voor de boorden, zie bij cat. 85-a.
Commentaar:
Cat. 85-c is geplaatst op de schoorsteenwand, rechts van de schoorsteen.
Deze voorstelling komt eveneens voor in de reeksen van het kasteel van Westerlo, van de voormalige collectie Sarens en die van de veilingen in Parijs in 1929 en 1968.39 Op die vier wandtapijten is steeds links meer van het boslandschap zichtbaar dan bij cat. 85-c. Daarnaast bevindt zich bij Galerie Chevalier in Parijs een exemplaar van Chocoladedrinkend gezelschap waarbij de figuurvoorstelling in een ander landschap dan cat. 85-c is geplaatst, met een parkgezicht naar ontwerp van Pieter Spierinckx.40
Conditie:
Zie bij cat. 85-a.
Cat. 85-c
wandtapijtweverij van Jan van Verren (II) naar ontwerp van Jacobus van den Cruys (II)
Chocoladedrinkend gezelschap, ca. 1700-1710
Private collection
85-d. Paar verpozend bij een waterval uit een reeks Conversaties van de dames
Beschrijving:
Op de voorgrond, bij een waterval, zit een paar ontspannen bij elkaar tegen een rots. De vrouw, vooraan, heeft haar gezicht naar de beschouwer gewend. Haar linkerhand rust op een omgevallen drinkschaal die naast haar op de grond ligt. De jongeman achter haar, met loshangend haar en een mantel over zijn linkerschouder geslagen, richt zijn blik op haar terwijl hij met zijn rechterhand een met gevlochten riet beklede karaf tegen zijn knie steunt. Achter hen is tussen hoge loofbomen een doorkijk naar een brug, een tweede waterval en een stad op een heuvel in de achtergrond.
Voor de boorden, zie bij cat. 85-a.
Commentaar:
Cat. 85-d werd ook wel aangeduid als Minnekozend paar.41 Om verwarring te voorkomen met cat. 85-b, waarvoor dezelfde aanduiding werd gebruikt, is hier voor dit wandtapijt de titel Paar verpozend bij een waterval gekozen.
Op een foto in de veilingcatalogus uit 1904 is te zien dat de hoofdvoorstelling van dit wandtapijt, tegenwoordig op de raamwand tussen de ramen als entre-fenêtre toegepast, toen breder was (184 cm) met links een tweede rots en ook met de linkerhelft van de waterval.42 (afb. b) Rechts is daar echter een smalle strook minder zichtbaar dan tegenwoordig.
Een ander exemplaar met deze voorstelling was onderdeel van de in 1925 te Brussel geveilde reeks uit de collectie Sarens.43 Op dat wandtapijt is de achterste figuur echter niet een man zoals op cat. 85-d, maar eveneens een vrouw, met een opgestoken kapsel en een aan de voorzijde gesloten mantel.
Conditie:
Zie bij cat. 85-a.
Cat. 85-d
wandtapijtweverij van Jan van Verren (II) naar ontwerp van Jacobus van den Cruys (II)
Paar verpozend bij een waterval, ca. 1700-1710
Private collection
Afb. b
Paar verpozend bij een waterval (cat. 85-d) in 1904. Foto uit catalogus Veiling Amsterdam, 'De Brakke Grond', J. Schulman, 15-17 maart 1904, nr. 781, IV.
85-e. Bloemenplukkend gezelschap uit een reeks Conversaties van de dames
Beschrijving:
In een wijds boslandschap bevindt zich op de voorgrond een gezelschap van vijf vrouwen en een kind dat ontspannen bezig is met bloemen plukken en ze onder andere in manden verzamelen. Links op de grond zit een in het geel geklede vrouw met een kleurige bloemenkrans in haar rechterhand. Ze is in gesprek met de vrouw rechts naast haar, in een rood gewaad met daarover een blauwe mantel, die een klein boeketje in haar rechterhand heeft en net als zij op blote voeten is. Rechts daarvan zit een jongen, in een blauwe tuniek met daarover een rode mantel, die enkele bloemen legt in een rieten bloemenmand die naast hem op de grond staat. Rechts van hem is een gehurkte vrouw in een geel gewaad en een blauwe wapperende mantel bezig bloemen te plukken van een struik rechts. Achter hen staan een vrouw in een geelgroen gewaad die bloemen in de plooien van haar roze mantel heeft verzameld en iets daarachter een vrouw in een grijs gewaad met daarover een lichtblauwe mantel die een lage rieten mand met bloemen draagt. In het midden is een doorkijk naar een slingerende rivier met vestingsteden op de rotsachtige oevers.
Voor de boorden, zie bij cat. 85-a.
Commentaar:
Cat. 85-e is geplaatst op de lange wand (rechts van de raamwand) tegenover de schoorsteenwand.
Andere exemplaren met deze voorstelling maken deel uit van de reeksen van het kasteel van Westerlo, de voormalige collectie Sarens en de veiling te Parijs in 1968.44 Van de bekende wandtapijten met Bloemenplukkend gezelschap is cat. 85-e het breedste exemplaar, met vooral rechts een uitgebreider boslandschap. Verder is er nog een los exemplaar bekend in een Belgische particuliere collectie waarop de figuren van Bloemenplukkend gezelschap zijn geplaatst in een ander landschap dan van cat. 85-e, een parkgezicht toegeschreven aan Pieter Spierinckx.45
Conditie:
Zie bij cat. 85-a.
Cat. 85-e
wandtapijtweverij van Jan van Verren (II) naar ontwerp van Jacobus van den Cruys (II)
Bloemenplukkend gezelschap, ca. 1700-1710
Private collection
Notes
1 Ter Kuile 1934, p. 47; Van der Wyck, Enklaar-Lagendijk 1983, pp. 72-75.
2 Van der Wyck, Enklaar-Lagendijk 1983, pp. 72-73, 75; Koldeweij 1998, p. 187.
3 Dit betreft het gedeelte van het huis waar zich onder meer historische objecten bevinden van zijn bekendste bewoner, Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), raadspensionaris van de Bataafse Republiek. Zie http://www.stichtingrjs.nl/bezoek. Tevens Gevers, Mensema 1995, pp. 192-193.
4 Respectievelijk door Ter Kuile 1934, p. 47 en Cat. tent. Tilburg 1969, cat. 35-39.
5 De Meûter 1999a, p. 230.
6 Zie Idem, p. 316, noot 469.
7 Over de reeks Hollandse boeren of Hollandse conversatie, zie De Meûter 1999a, pp. 242-244; De Meûter 2016, pp. 279, 281-282 en tevens cat. 13, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort. Voor de Italiaanse boeren of Italiaanse conversatie, naar ontwerpen van Pieter Spierinckx en Alexander van Bredael, met als vijf van de zes onderwerpen 'verkoop van fruit', 'de wijnoogst en het proeven van de wijn', 'waar men plezier maakt al dansend', 'een koffiehuis onder een tent op het platteland' en 'waar ze van de jacht komen', zie Denucé 1936, pp. 316, 324; De Meûter 1999a, pp. 240-242; De Meûter 2016, pp. 278-282.
8 Zie Denucé 1936, pp. 116, 133, 151-152, 223, 241, 267, 287, 320, 338, 355.
9 Zie Idem, pp. 172, 184, 198, 204, 223, 227, 302, 330.
10 Idem, p. 223.
11 Zie De Meûter 1999a, p. 231, kl. afb. De voorstelling met de Vrouwen aan een waterplas kwam eveneens voor in een reeks Conversatie van de dames op veiling Parijs, Palais Galliera, 7 december 1968, nr. 144. Over deze reeks en die van het kasteel van Westerlo, zie verder hieronder.
12 Denucé 1936, p. 185.
13 Idem, p. 316. Zie ook Idem, p. LXV.
14 Zie De Meûter 1999a, pp. 232, 234.
15 Idem, p. 232; De Meûter 2016, p. 209.
16 Zie Idem, p. 185, noot 93. De kosten hiervoor waren voorgeschoten door zijn broer Jan I van Verren in Antwerpen.
17 Over deze reeks zie Vogelaar 1985, pp. 126-127; Kalf 1988, cat. 31.1-6; Delmarcel 1999, p. 283; De Meûter 1999a, pp. 209-212; De Meûter 2016, pp. 429-432.
18 Zie De Meûter 1999a, p. 211; De Meûter 2016, pp. 189, 347, 281.
19 Zie ook De Meûter 2016, p. 453.
20 Veiling Amsterdam, 'De Brakke Grond', J. Schulman, 15-17 maart 1904, nr. 781, I-VI.
21 Willem Carel Antoon Alberda van Ekenstein was onder meer gemeenteraadslid van Groningen, lid van de Provinciale Staten van Groningen, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en kamerheer i.b.d. van koningin Wilhelmina.
22 Er werd abusievelijk ook wel gedacht dat de wandtapijten waarschijnlijk afkomstig waren uit het Prinsenhof in Groningen zelf. Zie Ter Kuile 1934, p. 47.
23 Met dank aan Johan de Haan voor informatie betreffende het interieur van het huis van de familie Alberda van Ekenstein in de stad Groningen.
24 Ziecat. 45, Museum Stad Appingedam, voor een ander wandtapijt afkomstig van de familie Alberda van Ekenstein.
25 Op interieurfoto's van de eetkamer van het huis in Groningen uit ca. 1900 zijn twee lagere verdurefragmenten te zien die als bovendeurstukken waren toegepast, maar die niet op de veiling in 1904 werden aangeboden en evenmin op het Nijenhuis aanwezig zijn.
26 Veiling Amsterdam, 'De Brakke Grond', J. Schulman, 15-17 maart 1904, nr. 781, V-VI.
27 Zie Cat. tent. Tilburg 1969, p. 48. Zie tevens bij conditie.
28 De Meûter 1999a, pp. 231-234, met kleur afb. van allevier wandtapijten.
29 Collectie Sarens, veiling Brussel, Galerie Royale, 8 juni 1925, nrs. 89-a-e (met afb.). Zie De Meûter 1999a, pp. 234, 316, noot 479.
30 Veiling Parijs, Palais Galliera, 7 december 1968, nrs. 142-145, met afb.
31 Veiling Parijs, Hotel Drouot, 29 juni 1929, nrs. 105-a-b, met afb.
32 Veiling Parijs, Galerie Charpentier, 12 mei 1950, nr. 145, met afb.
33 Galerie Chevalier, Parijs, inv. nr. 6042. Zie De Meûter 1999a, p. 232, kl. afb.
34 Particuliere collectie, Dendermonde (België), voorheen collectie Galerie Chevalier, Parijs. Zie De Meûter 1999a, p. 235, kl. afb.; De Meûter 2016, p. 453, kl. afb.
35 Respectievelijk De Meûter 1999a, p. 234 en Veiling Brussel, Galerie Royale, 8 juni 1925, nr. 89-a, met afb.
36 Cat. tent. Tilburg 1969, p. 48.
37 Veiling Amsterdam, 'De Brakke Grond', J. Schulman, 15-17 maart 1904, nr. 781, V.
38 Respectievelijk Veiling Parijs, Hotel Drouot, 29 juni 1929, nr. 105-a, met afb. en Veiling Parijs, Palais Galliera, 7 december 1968, nr. 145, met afb.
39 Respectievelijk De Meûter 1999a, p. 234, afb., Veiling Brussel, Galerie Royale, 8 juni 1925, nr. 89-b, met afb., Veiling Parijs, Hotel Drouot, 29 juni 1929, nr. 105-b, met afb. en Veiling Parijs, Palais Galliera, 7 december 1968, nr. 143, met afb.
40 Galerie Chevalier, Parijs, inv. nr. 6042. Zie De Meûter 1999a, p. 232, afb.
41 De Meûter 1999a, p. 234.
42 Zie Veiling Amsterdam, 'De Brakke Grond', J. Schulman, 15-17 maart 1904, nr. 781, IV.
43 Veiling Brussel, Galerie Royale, 8 juni 1925, nr. 89-e, met afb.
44 Respectievelijk De Meûter 1999a, pp. 232-234, met kleurafb. van detail, Veiling Brussel, Galerie Royale, 8 juni 1925, nr. 89-c, met afb. en Veiling Parijs, Palais Galliera, 7 december 1968, nr. 142, met afb.
45 Particuliere collectie, Dendermonde (België), voorheen collectie Galerie Chevalier, Parijs. Zie De Meûter 1999a, p. 235, kleur afb.; De Meûter 2016, p. 453, kleur afb.