Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

87. Tafelkleed met de Geschiedenis van Jozef


Beschrijving:
Op een door een lijst afgegrensd rechthoekig middenveld is centraal een ovale cartouche geplaatst in een lijst van rolwerk. Hierin is een voorstelling verbeeld van Jakob aan wie het bebloede pronkkleed van zijn zoon Jozef wordt getoond (Genesis 37: 32-33). De cartouche is omgeven door een rood fond met daarop guirlandes met bloemen en bladeren, vruchtentrossen, bloem- en bladvoluten, geabstraheerde ornamenten en boven en onder de cartouche een viertal vogels. Rondom lopen brede boorden met op een fond dat van groen overgaat in blauw, een patroon van grillige, onnatuurlijke, steeds doorkrullende ranken en bloemachtige vormen met telkens vogels daartussen en in de vier hoeken een schuin geplaatst ornament met drie vanuit een centrale steel groeiende bloemen. Midden op de vier zijden is steeds een kleine ovale cartouche geplaatst met daarin verschillende voorstellingen uit de geschiedenis van Jozef. Links: Ruben vindt de put leeg (Genesis 37: 29-30), onder: de broers ontdekken het geld bovenin de zakken met graan (Genesis 42: 27-28), rechts: Jozef maakt zijn identiteit bekend aan zijn broers (Genesis 45: 1-4), boven: Jakob trekt met zijn familie naar Egypte (Genesis 46: 1-7). Aan de binnen- en buitenzijde van de boorden lopen smalle ornamentboordjes, respectievelijk met een kralenmotief en een gestileerd bladmotief. Geheel rondom loopt een donkerblauwe stootboord. Het tafelkleed is voorzien van een beige franje, die aan de bovenzijde grotendeels ontbreekt.

Commentaar:
Het middenveld en de boorden van dit tafelkleed zijn door middel van een omlijsting van elkaar gescheiden. Dit wijst erop dat het werd gemaakt voor een specifieke maat tafel. Opmerkelijk hierbij is dat de twee voorstellingen in de horizontale boorden in dezelfde richting te zien zijn als de grote voorstelling van het middenveld. Bij andere bekende tafelkleden in tapisserie zijn de voorstellingen in de boorden in principe zo geplaatst dat ze in de goede richting te zien zijn als het kleed op tafel ligt, met de boorden afhangend van de tafelrand.1 Bij cat. 87 zou dan vlak uitgespreid, zoals op de bijgaande afbeelding, de bovenste van deze voorstellingen dus op zijn kop moeten staan.

In de cartouches zijn vijf episodes uit de oudtestamentische geschiedenis van Jozef (Genesis 37-47) voorgesteld. Deze geschiedenis werd in de middeleeuwen beschouwd als een prefiguratie van het leven van Christus en had daardoor een belangrijke plaats in de christelijke kunst.2 In de zeventiende eeuw werd het leven van Jozef vooral gezien als een exempel van deugdzaamheid en was als zodanig bij uitstek geschikt om op huisraad te worden afgebeeld.3

Jozef was de oudste zoon van Jakob en diens lievelingsvrouw Rachel. Terwijl zijn halfbroers op het veld moesten werken, bleef hij thuis en kreeg hij bovendien een veelkleurig pronkkleed van Jakob. Zijn broers haatten hem hierom, evenals om zijn dromen waarin hij zich boven hen leek te stellen. Op een dag ontdeden ze Jozef van zijn pronkkleed, gooiden hem in een put en verkochten hem aan een langstrekkende karavaan, die hem meenam naar Egypte. Zijn kleed werd besmeurd met het bloed van een bokje aan zijn vader Jakob getoond met het bericht dat Jozef door roofdieren was gedood. In Egypte werd Jozef verkocht aan Potifar, wiens vrouw hem ten onrechte beschuldigde van een poging tot aanranding. Hierdoor kwam Jozef in de gevangenis terecht, waar hij vervolgens de dromen van de farao wist uit te leggen over zeven rijke oogsten gevolgd door zeven jaren hongersnood. Jozef werd daardoor tot onderkoning benoemd en zorgde ervoor dat er graan werd opgeslagen, zodat de Egyptenaren voor de hongerdood werden gespaard. Toen Jakob zijn zoons naar Egypte stuurde om graan te kopen, herkende Jozef zijn broers zonder hen dat te laten weten en liet hun geld terugstoppen in de graanzakken. Na hun tweede reis naar Egypte liet Jozef zijn zilveren beker in de graanzak van zijn jongere broer Benjamin verstoppen. Toen de beker werd gevonden en de broers opnieuw voor Jozef verschenen, maakte deze zich uiteindelijk bekend. Na het nieuws over Jozef te hebben vernomen, trok Jakob zelf naar Egypte, waar Jozef hem aan de farao voorstelde.

De hier afgebeelde scènes uit het verhaal van Jozef zijn niet altijd eenvoudig te identificeren, maar waarschijnlijk zijn ze achtereenvolgens te duiden als: de broers tonen Jozefs bebloede kleed aan hun vader Jakob (midden), zijn broer Ruben vindt de put leeg nadat Jozef naar Egypte is verkocht (links), de broers vinden geld in de zakken met graan (onder), Jozef maakt zijn identiteit bekend aan zijn broers (rechts), Jakob reist naar Egypte (boven).

Deze keuze van scènes uit het verhaal van Jozef is niet de meest voor de hand liggende. Vaker wordt Jozef met Potifars vrouw afgebeeld. Ook Jozefs droomuitleggingen worden regelmatig voorgesteld, zoals op een omstreeks 1650 in de Noordelijke Nederlanden geweven Schoorsteenval met gestrooide bloemen en voorstellingen uit de Geschiedenis van Jozef in de collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.4 De bekende prentseries hebben eveneens meestal andere voorstellingen. Als er al prenten bestaan naar bepaalde op cat. 87 voorgestelde scènes, wijkt de compositie af, zoals van Het bebloede kleed van Jozef wordt aan Jakob getoond. Op Bijbelillustraties hiervan is Jakob namelijk meestal gezeten afgebeeld, terwijl een van de broers Jozefs kleed in zijn handen houdt.5 Op cat. 87 daarentegen staat Jakob naast het kleed van Jozef dat door een van zijn zoons in geknielde houding op de grond wordt uitgespreid, terwijl andere zoons toekijken en Ruben links van hen met geheven armen wegrent om in de put te gaan kijken.

Cat. 87
wandtapijtweverij van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1620-1640 naar ontwerp van Anoniem Northern Netherlands (hist. region) ca. 1620-1640
Tafelkleed met de Geschiedenis van Jozef, ca. 1620-1640
Doorn (Utrecht), Kasteel Huis Doorn, inv./cat.nr. HuD 11195

De decoratie rondom de grote cartouche in het middenveld van cat. 87 is vrijwel dezelfde als van een tweede tafelkleed in de collectie van Huis Doorn, met een voorstelling van Orpheus en de dieren, cat. 88, maar de beëindiging aan de smalle zijden is bij cat. 87 ingekort en de door linten samengebonden guirlandes tonen compacter en stijver. Typerend bij de ornamentiek op beide tafelkleden zijn vooral de aan het Midden-Oosten ontleende motieven als arabesken en moresken en de volledig geabstraheerde motieven met scherpe metaalachtige punten en inkepingen die geïnspireerd lijken door de vele ornamentprenten uit de late zestiende en begin zeventiende eeuw die bekend zijn als 'Schweifwerk'. In de Noordelijke Nederlanden is de goudsmid en prentkunstenaar Michiel le Blon (1587-1658), in Frankfurt am Main geboren als zoon van uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstige ouders, maar vanaf 1610 in Amsterdam werkzaam, een van de belangrijkste vertegenwoordigers hiervan.6 (afb. a) Opvallend is ook de toepassing van zogenaamde 'cosses de pois', ornamentiek die doet denken aan de vorm van opengebarsten peulen, waarin een rij erwten, en die te dateren is tussen circa 1620-1640.7

De boord rondom van cat. 87, afhangend bij gebruik op een tafel, is echter totaal verschillend van cat. 88. Bij cat. 87 bestaat deze uit grillige, steeds doorkrullende ranken en bloemachtige vormen, waarin de echte natuur nauwelijks meer te herkennen valt. Deze ornamentiek komt op in de tweede helft van de zestiende eeuw in de zogenaamde grotesken, die toen het Westen veroverden en tot in het begin van de zeventiende eeuw populair bleven.8 Vergelijkbare boorden van wandtapijten zijn zeker vanaf de jaren zestig van de zestiende eeuw reeds bekend.9 Ondanks de vele elementen die nog een sterk zestiende-eeuws karakter hebben, moet het tafelkleed cat. 87 vanwege de erop voorkomende 'cosses de pois' toch pas in de Noordelijke Nederlanden omstreeks het derde en vierde decennium van de zeventiende eeuw zijn geweven. Het zal echter wel eerder zijn ontstaan dan cat. 88, vermoedelijk al in het begin van de jaren twintig. Wel is het waarschijnlijk, gezien de verdere overeenkomsten van het middenpatroon, dat deze twee tafelkleden van Huis Doorn afkomstig zijn van dezelfde (onbekende) werkplaats.

Een tafelkleed met vrijwel dezelfde boorden als cat. 87, inclusief de smalle ornamentboorden (alleen zonder cartouches met voorstellingen daarin) en tevens eenzelfde decoratie van het middenveld, maar met een blauw fond en in de centrale cartouche niet een scène uit de geschiedenis van Jozef, maar met dezelfde voorstelling van Orpheus en de dieren als op cat. 88, bevond zich enige tijd geleden in de kunsthandel.10

Het Rijksmuseum in Amsterdam bezit een tafelkleed uit 1652 met scènes uit de Geschiedenis van Jozef in cartouches, maar het betreft daar een ander type tafelkleed met andere episodes uit het verhaal dan op cat. 87.11 In de collectie van Museum Prinsenhof Delft bevinden zich zes zeventiende-eeuwse kussens in tapisserie met taferelen uit de Geschiedenis van Jozef binnen bloemkransen, maar eveneens met andere voorstellingen dan die op cat. 87.12

Conditie:
Goed. De franje ontbreekt grotendeels aan de bovenste lange zijde.

Afb. a
Michiel le Blon
Ornamentontwerp met `Schweifwerk’, 1611


Notes

1 Bijvoorbeeld Woldbye, Burgers 1971, cat. 1-7.

2 Hall 1996, p. 168.

3 Cat. tent. Utrecht 1991, p. 50.

4 Woldbye, Burgers 1971, cat. 30, met afb.; Cat. tent. Antwerpen 2001, cat. 3, kl. afb. detail; Delmarcel, De Meûter 2023, cat. 57. Gezien de lengte van 325 cm zal dit rondom onderlangs een vrij naar voren stekende schoorsteenboezem zijn gebruikt.

5 Van der Coelen 1998, pp. 248-255.

6 Schweifwerk of Schwarzwerk, dat zich ontwikkelde vanuit de edelsmeedkunst, is in principe in zwart-wit contrast volledig vlak als een silhouet weergegeven; deze prenten tonen vooral vanaf 1600 opvallend vaak dergelijke abstracte vormen met scherpe uitsteeksels en inkepingen. Zie bijvoorbeeld de gravures van Esaias van Hulsen en Christoph Richter (1616), en Valentin Sezenius (1619-1620) in Warncke 1979, 2, nrs. 1070-1075, 1081, 1082-1087, 1185-1186. In zijn vooral voor edelsmeden bedoelde prentontwerpen worden deze vormen door Le Blon juist wel plastisch weergegeven. Berliner, Egger 1981, 2, nrs. 964-976 uit 1611.

7 Zie Fuhring, Bimbenet-Privat 2002.

8 Zie bijvoorbeeld prentreeksen van Hieronymus Bang, Neurenberg, circa 1600. Een duidelijk laat voorbeeld is een serie gravures van zes 'grotesken' met dit type ranken met vreemde bloemachtige details, nog in 1626 in Memmingen gepubliceerd door Hans Friedrich Raidel en bedoeld voor het borduren op zijde. Warncke 1979, 2, nrs. 744-755, 798-802 (Bang), nrs. 1243-1248 (Raidel).

9 Hierdoor worden vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw met name de aan de klassieken ontleende acanthusranken steeds meer verdrongen. Een vroeg voorbeeld is de reeks met de Werken van Hercules, in 1565-1566 te Antwerpen door de werkplaats van Michiel de Bos geweven in opdracht van hertog Albrecht van Beieren, van de Bayerische Verwaltung der Staatlichen Schlösser, München. Het is bekend dat de boorden hiervoor speciaal nieuw werden ontworpen. Zie Cat. tent. Deurne 1973, pp. 50-53, cat. 16-19; Buchanan 1994, pp. 49-50; Delmarcel 1999, pp. 178-180.

10 Bij Manufactuur De Wit in Mechelen, 2016. Daarvoor in de collectie Ritman, Amsterdam. Afmetingen: 149 x 236 cm. Zie ook bij cat. 88, Huis Doorn.

11 Woldbye, Burgers 1971, cat. 12; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 69.

12 Ziecat. 58, Museum Prinsenhof Delft.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree