Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

66. Een reeks van twee wandtapijten met Allegorische voorstellingen van de Jaargetijden


De wandtapijten zijn opgenomen in de betimmering van de ministerskamer en bevinden zich aan weerszijden van de dubbele deur in de zuidwand (tegenover de wand met drie ramen), boven een lambrisering. De acht bijbehorende armstoelen met bekleding in tapisserie worden tegenwoordig tentoongesteld op Paleis Het Loo in Apeldoorn (zie cat. 66-c).

In 1790-1791 werd deze kamer geheel nieuw ingericht voor stadhouder prins Willem V (1748-1806) en zijn echtgenote prinses Wilhelmina van Pruisen (1751-1820). Het vertrek, aan de oostzijde van de nieuwe vleugel van het Stadhouderlijk Kwartier op het Binnenhof, op de eerste verdieping, werd in het oorspronkelijke decoratieplan uit 1782 'cabinet' of 'groot cabinet' genoemd.1 De inrichting van de kamer werd gedaan door de firma Piat Lefebvre et Fils uit Doornik, opgericht in 1779.2 Ze verzorgden zowel de beschildering als de stoffering ervan en ontvingen hiervoor f 6.750,- in 1790.3 In de ordonnantie voor de betaling aan Piat Lefebvre et Fils is sprake van het 'decoreeren en in ordre brengen van het groot cabinet aan de appartementen op de eerste bel-etage van het vernieuwde stadhouderlijk quartier bestaande in het beschilderen en versieren van het plaster en de boiseering en het leveren van de noodige stukken tapisserie op hetzelve, volgens attestatuur van den controlleur van de Linden en architect Gunkel'.4 Deze omschrijving is interessant, mede gezien de firma Piat Lefebvre et Fils vooral bekend is als de belangrijkste leverancier van geknoopte vloertapijten uit Doornik in de tweede helft van de achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw.5 Inderdaad leverden Piat Lefebvre et Fils aan prins Willem V ten behoeve van de nieuwe stadhouderlijke vleugel ook vloertapijten; in 1789 voor een bedrag van f 4.131,15 en in februari 1791 voor f 1.497,-.6 Waarschijnlijk betrof dit laatste het vloertapijt voor het ‘groot cabinet’. In november 1791 leverden Piat Lefebvre et Fils nog twee porseleinen 'branches' (wandarmen) voor het ‘groot cabinet’.7 De firma Piat Lefebvre et Fils werd vanaf 1779 geleid door Piat François Joseph Lefebvre (1722-1801) en na zijn overlijden door zijn zoons, die het bedrijf in 1828 verkochten. Er is niet veel bekend over de vervaardiging van wandtapijten en meubelbekleding in tapisserie en de verzorging van gehele interieurs door Piat Lefebvre et Fils, maar wel staat vast dat ze dit deden.8 In de correspondentie van Piat Lefebvre met betrekking tot financiële tegemoetkomingen door de overheid vanaf 1781, is bij meerdere gelegenheden sprake van tapisserie voor meubels en wandtapijten.9 Zo meldde hij in 1781 onder meer 'les tapis d'Aubusson, tapis veloutés, et tapis faits à la main pour pieds et ameublements de chaises et de fauteuils' te produceren.10 Ook schrijft hij in een brief van 24 oktober 1793 dat zijn tapisserieën werkelijk uit de eigen werkplaatsen afkomstig zijn: 'ses tapisseries proviennent réellement de leur propre fabrique'.11

#

Cat. 66
Het interieur van het voormalig kabinet van prins Willem V op het Binnenhof, tegenwoordig ministerskamer, circa 2008.

De voorstellingen van cat. 66-a-b zijn allegorieën op de zomer en de herfst waarin standbeelden van de godin Ceres en de god Bacchus centraal staan. De combinatie van Ceres en Bacchus benadrukt bovendien het idee van overvloed.12 Mogelijk behoorden deze voorstellingen oorspronkelijk tot een reeks met Goden en Seizoenen samen met wandtapijten met Saturnus - De Winter en Venus - De Lente, zoals in de reeks Portières des Dieux naar ontwerpen van Claude III Audran die in de periode 1700-1789 vele malen bij de Manufacture des Gobelins te Parijs werd uitgevoerd. De tapisserie bekleding van de bijbehorende armstoelen heeft eveneens voorstellingen die representatief zijn voor de zomer (bloemen en een vogelnest: de zitting) en de herfst (bloemen en vruchten: de rug). De godenbeelden in de voorstellingen van de wandtapijten sluiten tevens aan bij de verdere decoratie van de kamer met onder andere schilderingen met mythologische voorstellingen van nimfen die godenoffers brengen (plafond), dansende nimfen (deuren) en de triomftocht van de jonge Bacchus (schoorsteen).13 (afb. a) Alle schilderingen waren van de hand van de eveneens uit Doornik afkomstige decoratie- en bloemenschilder Antoine Plateau (1759-1815), die toen in Brussel was gevestigd, maar wiens relaties met zijn geboortestad hecht bleven.14 De neoclassicistische ornamenten van het 'groot cabinet', waarbij ook ranken, palmetten, rozetten en grotesken, zijn onder meer geïnspireerd op prentvoorbeelden van Giocondo Albertolli (1742-1839), waarvan de firma Piat Lefebvre et Fils ook één of meerdere bundels bezat, zoals waarschijnlijk Ornamenti diversi, uitgegeven in 1782 in Milaan.15 Hiermee vormt dit voormalige kabinet van prins Willem V een van de best bewaarde en harmonieuze voorbeelden van interieurs in ons land uit de neoclassicistische periode.

Er is nagenoeg niets bekend over de tapisserieproductie door Piat Lefebvre et Fils. Vooralsnog is cat. 66-a-c het enige gedocumenteerde ensemble. Ook over de kunstenaars die betrokken waren bij het ontwerpen van deze tapijten zijn geen gegevens voorhanden. Naar alle waarschijnlijkheid waren er Franse kunstenaars bij de ontwerpen betrokken, omdat de voorstellingen en de stijl van cat. 66-a-c aanslui­ten bij tapijten voor de Manufacture des Gobelins en de Manufacture de Beauvais uit dezelfde periode en iets eerder.16 Zo is er verwantschap met de tapijten die omstreeks 1790 werden geproduceerd te Beauvais, onder leiding van De Menou. De achtergronden met vrij iele bomen die naar het verschiet weglopen en de lege luchten zijn onder meer bekend van de Pastorales à draperies van Jean-Baptiste Huet (1745-1811)17, de bloemen en stillevens zijn verwant aan de ontwerpen van Jean Jacques Lagrenée le Jeune (1739-1821) voor de meubelbekledingen in tapisserie van de reeks Kunsten en Wetenschappen18 en sommige dieren herinneren aan die in de reeks met Vier Continenten naar ontwerpen van Jean-Jacques-François Le Barbier (1738-1826).19

Omtrent de wederwaardigheden van het interieur van de ministerskamer bestaan er enige onduidelijkheden. Zo zou het ‘groot cabinet’ volgens het decoratieplan uit 1782 niet met wandtapijten worden behangen, maar met een ongespecificeerde rijke stof, was er in 1790 nog sprake van wandbespanningen van 'geborduurd satijn met celadonbanden' en staat in de inventaris van 1796 dat er zich 'een fraai chineesch behangsel' en 'agt armstoelen van dezelve stoff' bevonden.20 Toch kan worden gesteld dat de tegenwoordig aanwezige wandtapijten en het bijbehorende ameublement stilistisch rond 1790 zijn te dateren. Er kan dan ook van worden uitgegaan dat het hier de 'stukken tapisserie' betreft waarvan sprake is in de betaling aan Piat Lefebvre et Fils voor de inrichting van het 'groot cabinet' uit 1790.

#

Afb. a
Het interieur van het voormalig kabinet van prins Willem V op het Binnenhof, tegenwoordig ministerskamer, circa 1879. Uit: Ising 1879, pl. XIII. Foto UBLeiden.


66-a. Ceres - De Zomer


Beschrijving:
In een landschap staat links een ronde fontein, met een laurierslinger versierd en met water stromend uit gebeeldhouwde leeuwenkoppen. De fontein wordt bekroond door het standbeeld van Ceres, de godin van de landbouw en de vruchtbaarheid. Ze heeft een krans van korenaren op het hoofd, houdt in haar rechterarm een korenschoof en in haar uitgestrekte linkerhand een sikkel. Links voor het bassin van de fontein staat een fazantenhen. Deze kijkt naar haar kuiken dat meer naar rechts op de rand van een op de grond liggend nestje zit. Geheel rechts komt een felgekleurde fazantenhaan aangelopen. Ertussenin, op de grond voor de fontein, staat een rieten mand gevuld met kleurige bloemen, zoals papavers, violieren, een tulp en pioenrozen. Daarnaast liggen attributen als een tuinhoed, een bos korenaren, een herdersstaf, een sikkel en een veldfles. Op een grasrand geheel op de voorgrond zit in het midden een klein vogeltje. Rechts staat een hoge bloeiende rozenstruik met een fladderende vlinder erboven. In de lucht vliegt een vogel naar rechts. Op de achtergrond is links een boomgroep en rechts in de verte een boerderij in de velden zichtbaar.

Commentaar:
Dit wandtapijt, opgenomen in de betimmering van de zuidwand links van de centrale toegangsdeur, boven een lambrisering, is niet van aangeweven boorden voorzien. De voorstelling met het standbeeld van Ceres kan worden gezien als een allegorie op de zomer.

Conditie:
Verschoten. Herstellingen uitgevoerd in 1893. Reiniging, restauratie en doublering op het restauratieatelier van het Rijksmuseum in Amsterdam, 1965. Conservering door ICAT Textielrestauratie te Cruquius, 2004-2005.

Cat. 66-a
wandtapijtweverij van Piat Lefebvre & fils naar ontwerp van Anoniem Doornik 1790
Ceres - De Zomer, 1790
Den Haag, Binnenhof


66-b. Bacchus - De Herfst


Beschrijving:
In een parklandschap staat rechts een ronde gemarmerde sokkel omhangen met guirlandes met daarop het standbeeld van de wijngod Bacchus. Hij is voorgesteld als een jongeling staand in de klassieke contraposto houding en naakt, op een druivenblad en een om zijn linkerschouder geslagen dierenhuid na. Hij heeft een krans van druivenbladeren om het hoofd en houdt in zijn rechterhand zijn attribuut, de thyrsus, de staf met op de punt een pijnappel. Met zijn linkerhand houdt hij een druiventros vast en steunt die tegen een grillig gevormde boomstronk. Voor de sokkel staat een grote metalen wijnkruik en ligt een grote hoeveelheid vruchten, zoals druiven, meloenen, pruimen en perziken, op de grond. Iets naar links, op het uiteinde van een laag muurtje staat een stenen tuinvaas, met rechts daarvan een pauw. Rechts staat een hoge, slanke boom, door druivenranken omslingerd en geheel rechts een bloeiende papaverplant. Op de voorgrond rechts zit een aapje. Geheel links op de voorgrond ligt, naast een hoge wijnstok met slingerende ranken, een bok, kijkend naar rechts. Op de grond voor hem liggen een tamboerijn, omslingerd met druivenranken en een thyrsusstaf. Op de achtergrond is een boomgroep en een licht glooiend landschap zichtbaar in het verschiet. In de lucht vliegen enkele vogels.

Commentaar:
Het wandtapijt is opgenomen in de betimmering van de zuidwand, rechts van de deur, boven een lambrisering.

In de literatuur werd het standbeeld in de voorstelling van cat. 66-b wel beschouwd als Vertumnus21, echter een veelheid aan attributen en symbolen, zoals de thyrsusstaf, druiven, wijnranken en de bok, identificeren het als Bacchus. De wijngod Bacchus staat voor het jaargetijde van de herfst.

Conditie:
Verschoten. Met een schuine naad, waarschijnlijk een herstelling van een scheur, linksboven. Herstellingen uitgevoerd in 1893. Reiniging, restauratie en doublering op het restauratieatelier van het Rijksmuseum in Amsterdam, 1965. Conservering door ICAT Textielrestauratie te Cruquius, 2004-2005.

Cat. 66 -b
wandtapijtweverij van Piat Lefebvre & fils naar ontwerp van Anoniem Doornik 1790
Bacchus - De Herfst, 1790
Den Haag, Binnenhof


Notes

1 In 1796 werd deze ruimte aangeduid als 'Brabants cabinet'. Zie Rosa de Carvalho-Roos 2003, p. 180.

2 Omdat Doornik tegenwoordig in België ligt wordt het hier voor de duidelijkheid gerekend tot de Zuidelijke Nederlanden. De stad hoorde echter lang bij Frankrijk en werd in de periode 1749-1792 geregeerd door Oostenrijk. Zie Sherrill 2001, p. 91, noot 4.

3 Ising 1898, p. 78; Zonnevylle-Hey­ning 1980, p. 417; Rosa de Carvalho-Roos 2003, p. 180.

4 Citaat gegeven in: Rosa de Carvalho-Roos 1993, p. 174; Rosa de Carvalho-Roos 1996, p. 37; Rosa de Carvalho-Roos 2003, pp. 180, 206, noot 23. Uit: Nationaal Archief, Den Haag (NA), 3e afdeling, 3.01.27.01. Ordonnantie Raad en rentmeester der domeinen van Noord Holland, Grafelijkheids Rekenkamer, register nr. 612, fol. 35, 23 december 1790. Eveneens vermeld in: NA, 3.01.28: Rekeningen van de Raad en Rentmeester der domeinen van Noord Holland, Kennemerlant en Brederode in 't Zuijder oftewel de Rekeningkamer der Auditie, rekening nr. 5078, fol. 152, 1791.

5 Zie Soil 1892, pp. 80-90, 301; Rolland 1927; Sherrill 1996; Sherrill 2001. Met dank aan Sarah B. Sherrill in New York die enige waardevolle aanvullende documentatie over het bedrijf verstrekte.

6 Rosa de Carvalho-Roos 2003, p. 212, noot 124. Uit: Koninklijk Huisarchief, Den Haag (KHA), FI, nr. 40, fol. 67 en nr. 42, fol. 62.

7 Rosa de Carvalho-Roos 2003, pp. 182, 212, noot 124. Uit: KHA, archief Willem V, 'Cassa boek Domein en Hofhouding over 1792', 4 januari 1792.

8 Schmitz 1921, p. 315; Rolland 1927, pp. 252-253.

9 Zie Mertens 2008, pp. 378-380.

10 Soil 1892, p. 82.

11 Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds I 103, Raad van Financiën, nr. 5316, Tapisseries, cuirs dorés et objets d'ameublements. Met dank aan Wim Mertens. Zie ook Mertens 2008, p. 379, noot 69.

12 Hall 1996, p. 62.

13 Zie Ising 1879, pp. 16-17 en pl. XIII; Ising 1898, pp. 83-86; Rosa de Carvalho 1996, afb. 42-46.

14 Bergmans 2015, pp. 394-398. Zo werden jongere broers van hem onder andere tekenaar bij Piat Lefebvre et Fils, zie Idem, p. 338.

15 Zie Sherrill 1996, pp. 120-121.

16 Ook schreef Piat Lefebvre in een brief van 10 mei 1786 over de noodzaak 'd'attirer des artistes et des ouvriers étrangers'. Zie Mertens 2008, p. 380 (met citaat en archiefsignatuur).

17 Zie Badin 1909, pp. 38-39, 64-65; Niclausse 1948, cat. 70; Standen 1985, II, cat. 83; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 114; Mertens 2008, pp. 303-306.

18 Standen 1985, II, cat. 85; Mertens 2008, pp. 306-307, afb. 142-145.

19 Standen 1985, II, cat. 86; Mertens 2008, pp. 306-308, afb. 146-147.

20 Zie Rosa de Carvalho-Roos 2003, pp. 181-182.

21 Ising 1879, p. 16; Ising 1898, p. 84; Van Pelt, Tiethoff-Spliethoff 1984, p. 133; Rosa de Carvalho-Roos 2003, p. 181.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree