Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

56. Zes Spaanse stoelen bekleed met tapisserie met bloemboeketten of gestrooide bloemen


Beschrijving:
De bekleding in tapisserie op rug, zitting en achterstijlen van deze zes identieke notenhouten stoelen is verwant, maar voor vrijwel alle stoelen verschillend. Alleen de zittingen van cat. 56-d-e zijn geweven naar hetzelfde karton. Het betreffen op een donkerblauw fond composities van verschillende door een lichtblauw lint samengebonden en gestrikte bloemtakjes en kleine boeketten (cat. 56-c) of van gestrooide bloemen waartussen enkele insecten, zoals vlinders en libellen, zich bevinden (cat. 56-b-d-e-f).1 De voorgestelde bloemen zijn onder meer: tulp, iris, lelie, anjer, kievitsbloem (fritillaria), lelietje-van-dalen, roos en keizerskroon. De composities van ruggen en zittingen zijn verschillend. Op de rugstijlen is tapisserie met een enkele tulp bevestigd (cat. 56-b-c-d-e).

Commentaar:
De zes zeventiende-eeuwse zogenaamde Spaanse stoelen2, nog met kolompoten, uit het bezit van de stad Delft worden in verband gebracht met de opdracht van bekledingen in tapisserie voor 41 stoelen voor het Delftse stadsbestuur aan Maximiliaan van der Gucht in 1662. In het opdrachtdocument van 8 mei 1662 werd het aldus geformuleerd: '... te maecken een ende veertich tapyte stoelen daer onder eene presidale armstoel volgens het patroon daer van in burgemeesteren camer overgelevert ende aldaer berustende ...'.3 De stoelen werden geleverd in 1663, tegelijk met een nu niet meer bestaande reeks landschapsverdures.

Er is tegenwoordig geen armstoel in de collectie van Museum Prinsenhof Delft aanwezig, die eventueel de 'presidale armstoel' had kunnen zijn die wordt genoemd in het document van 8 mei 1662.

De nu nog overgeleverde zes stoelen hebben bekledingen met bijna allemaal verschillende composities, terwijl in het opdrachtdocument gesproken wordt over één patroon voor alle 41 stoelen. Daarom kan niet zonder meer worden aangenomen dat de bekleding van deze meubels te identificeren is als de in 1662 bestelde bekledingen in tapisserie van Van der Gucht.

Cat. 56-c heeft in spiegelbeeld dezelfde basiscomposities met gestrikte boeketjes als op de ruggen en zittingen van de twaalf stoelen van het Deutzenhofje te Amsterdam4 en bovendien met dezelfde insecten daartussen als van de twee lage Spaanse stoelen van dat ensemble (cat. 31-l-m).

Cat. 56-b-d-e-f hebben verschillende andere composities met gestrooide bloemen. In het kasteel Skokloster bij Stockholm bevinden zich vier stoelen waarvan het houtwerk van een net iets ander type is dan dat van cat. 56-a-f, maar de bekleding in tapisserie overeen komt met die van cat. 56-e en de zitting van cat. 56-d, met op de ruggen aan beide zijden een grote staande tulp als afsluiting en op de zittingen in het midden een rode roos en in alle vier hoeken een diagonaal geplaatste tulp.5 Deze behoorden waarschijnlijk oorspronkelijk bij een ensemble van 25 stoelen uit het bezit van veldmaarschalk Carl Gustav Wrangel (1613-1676), dat wordt vermeld in een inventaris van Skokloster uit 1672. De tapisserie van een van de achterstijlen tussen zitting en rug, die tegenwoordig zijn bekleed met goudleer, is daar bewaard en is voorzien van een enkele tulp zoals ook bij cat. 56-b-c-d-e.6 Aangezien Wrangel meerdere tapijtreeksen aanschafte van Maximiliaan van der Gucht uit Delft, bestaat het vermoeden dat deze stoelbekledingen in Skokloster eveneens uit de werkplaats van Van der Gucht afkomstig zijn.

Een stel van vier losse bekledingen voor stoelruggen met dezelfde compositie als van cat. 56-e bevond zich in 1971 in de kunsthandel.7 Ook in The Burrell Collection in Glasgow bevinden zich twee stoelruggen als die van cat. 56-e en tevens twee stoelzittingen met deels hetzelfde patroon als die van cat. 56-d-e.8

Conditie:
Cat. 56-b-d-e zijn in de periode 1979-1983 geconserveerd door de Werkplaats tot Herstel van Antieke Textiel in Haarlem. Cat. 56-a-c-f hebben meerdere slijtageplekken en lacunes.

Cat. 56
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1650-1670
Set Spaanse stoelen bekleed met tapisserie met bloemboeketten of gestrooide bloemen, ca. 1650-1670
Delft, Museum Prinsenhof Delft, inv./cat.nr. PDMeu 37 I-VI


Notes

1 Over de tapisserie van de stoelrug en -zitting van cat. 56-a en de stoelrug van cat. 56-f was geen detailinformatie beschikbaar bij het voltooien van deze tekst.

2 Zie cat. 31-b-m, Kalf nr. 350-351, Het Deutzenhofje, Amsterdam.

3 Van Ysselsteyn 1936, II, nrs. 682, 686.

4 Zie cat. 31-b-m, Het Deutzenhofje, Amsterdam.

5 Dahlin 1988, p. 17, afb. 13; Hartkamp-Jonxis 2001, p. 20, kl. afb. 8. Ook de stoel die is afgebeeld in Van Ysselsteyn 1936, I, afb. 190 als zijnde van Museum Prinsenhof Delft, betreft een van de stoelen in Skokloster (met bollingen onderaan de poten in plaats van rechte uiteinden zoals bij cat. 56-a-f). Voor cat. 56-e, zie Berendsen 1962, afb. 40.

6 Dahlin 1988, p. 17, afb. 14.

7 Bij Mayorcas Ltd., Londen. Zie Woldbye, Burgers 1971, cat. 39, met afb. Deze kunsthandel bezat toen ook twee andere bekledingen voor stoelruggen, geweven naar hetzelfde patroon als cat. 56-e, maar anders in uitvoering. Woldbye, Burgers 1971, cat. 40, met afb.

8 Respectievelijk The Burrell Collection, Glasgow, reg. nrs. 47.26, 47.27 en 47.28(a-b). Cleland, Karafel 2017, cat. 50. Van de zittingen is alleen een verticale strook in het midden anders.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree