7. Ongeïdentificeerde voorstelling
Beschrijving:
In een landschap staat geheel rechts op de voorgrond, tussen bloeiende plantjes, een legeraanvoerder met pluimen op zijn helm, een mantel losjes over zijn legertenue geslagen en een lans in zijn linkerhand. Naast hem staat een figuur met een soort kardinaalsmuts op (een geestelijke of een profeet) en achter hem zijn de hoofden en lansen zichtbaar van enkele soldaten. De legeraanvoerder strekt zijn rechterarm uit in de richting van een groepje van drie mannen dat blootshoofds voor hem neerknielt. De voorste hiervan, een bebaarde man, overhandigt hem twee sleutels. De geknielde man uiterst links houdt eveneens twee sleutels in zijn hand. Daarachter, op het tweede plan, nadert een grote stoet van burgers en krijgslieden, te voet en te paard. Op de achtergrond ligt een stad, waarvan in het midden enkele gebouwen in brand staan, met links buiten de stadsmuren de tenten van een legerkamp. Geheel in de verte zijn beboste heuvels zichtbaar.
Het wandtapijt heeft aan de zijkanten en aan de bovenzijde brede boorden met vazen met vruchten en bloemen en vrouwenfiguren in pergola's. De zijboorden zijn identiek, met in de bovenhoeken een staande vrouw met een zwaard en een weegschaal, de personificatie van Justitia. In het midden van de zijboorden, tussen vazen met bloemen en vruchten en maskers en mascarons, is een nis met daarin een tafereel van een vrouw, die op een draak staat die zij met een staf in de rechterhand doorsteekt, en die in de linkerhand een kruis houdt: de heilige Margareta van Antiochië. In het midden van de bovenboord, tussen zuiltjes, hermen en daarnaast zittende vrouwen die het middentafereel aanschouwen, is een heuvellandschap met twee zittende vrouwen, waarvan de rechter een helm met een vizier vasthoudt (de personificatie van Kracht of Moed?) en de linker mogelijk een zwaard in het gevest in haar hand heeft, het attribuut van Matigheid. De benedenboord ontbreekt, van de vrouwenfiguren in de onderhoeken zijn alleen het hoofd en de schouders zichtbaar en het achtereinde van een pijl.
Aan de binnenzijde van de boorden loopt een smalle ornamentrand met een motief van een dubbel slingerend lint en vierbladige bloemen.
Commentaar:
De centrale voorstelling op dit wandtapijt, met een legeraanvoerder die sleutels krijgt aangeboden van de vertegenwoordigers van een door zijn leger overwonnen stad, kan zowel verwijzen naar een scène uit het Oude Testament als uit een geschiedenis uit de Oudheid. Vooralsnog is het precieze onderwerp ervan niet achterhaald.
Er is wel voorgesteld dat het hier een uitbeelding betrof van De overhandiging van de sleutels van de stad Jeruzalem aan de veldheer Joab, uit de geschiedenis van David en Mefiboseth, de verlamde zoon van Davids vriend Jonathan (2 Samuël 19: 24-30).1 In dat bijbelverhaal komt echter geen sleuteloverhandiging en ook geen brandende stad voor.
De legeraanvoerder op cat. 7 heeft veel overeenkomsten met de figuur van Jozua zoals die is afgebeeld op een wandtapijt uit omstreeks 1580-1600 met een voorstelling van Jozua vernedert de koning van de Amorieten, voorzien van het stadsmerk van Oudenaarde en twee niet geïdentificeerde weversmerken, in een particuliere collectie in Florence.2 In de geschiedenis van deze opvolger van Mozes, die als legeraanvoerder van de Israëlieten Jericho innam en vervolgens heel Kanaän, het Beloofde Land veroverde, zoals wordt beschreven in het bijbelboek Jozua, wordt echter ook geen melding gemaakt van een sleuteloverhandiging.
Evenmin zijn in de geschiedenissen van enkele van de belangrijkste legeraanvoerders uit de Oudheid, zoals Alexander de Grote of Scipio, scènes van sleutelaanbiedingen in combinatie met de andere elementen op cat. 7 gevonden. Op een wandtapijt in het Rijksmuseum in Amsterdam met De verslagen koning Porus voor Alexander uit een reeks met de Geschiedenis van Alexander de Grote, mogelijk vervaardigd in Oudenaarde in het tweede kwart van de zeventiende eeuw, zit Porus geknield voor Alexander met twee sleutels in zijn hand, temidden van hun beider gevolg.3 Dit tafereel is zeer vergelijkbaar met dat op de voorgrond van cat. 7, maar daar er bovendien op is voorgesteld hoe Alexander een kroon aan Porus geeft als symbool van de teruggave van de op hem veroverde gebieden, zal het op cat. 7 niet om hetzelfde onderwerp gaan.
De martelares Margareta van Antiochië, die in het midden van de zijboorden is afgebeeld, was tot in de zeventiende eeuw een zeer populaire heilige, die volgens de legende Satan in de vorm van een draak verjoeg met haar kruisstaf.4
De bij elkaar zittende vrouwenfiguren in de bovenboord zijn mogelijk personificaties van twee van de vier kardinale deugden. De vrouw links, met een voorwerp in haar hand dat lijkt op een zwaard in de schede, zou de Matigheid kunnen zijn.5 De vrouw rechts zou kunnen staan voor Kracht of Moed, die echter meestal een helm op het hoofd heeft, in plaats van in haar hand zoals hier.6 De nog deels zichtbare vrouwenfiguur in de benedenhoeken, met het achtereinde van een pijl, kan verwijzen naar de liefdesgodin Venus.7
Cat. 7 zal zijn vervaardigd in Oudenaarde omstreeks 1600. Het hier in de boorden toegepaste type boeketten van bladeren, bloemen en vruchten en ook het type smalle ornamentboorden komen overeen met die van verschillende wandtapijten met het stadsmerk van Oudenaarde uit het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw.8
Door enkele auteurs werd als mogelijkheid geopperd dat dit wandtapijt gemaakt zou kunnen zijn voor het Hof van Louise de Coligny, de vierde echtgenote van Willem van Oranje, aan het Noordeinde in Den Haag in de periode 1591-1595.9 In de gepubliceerde boedelinventarissen van de Oranjes zijn echter geen wandtapijten vermeld die overeen kunnen komen met cat. 7.10
Conditie:
Restauratie in de achttiende eeuw te Aubusson, waarvan een aan de achterzijde bevestigd lapje met de tekst 'Lépine, Aubussion' (sic), getuigt. Reiniging en restauratie bij de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem, 1961. De benedenboord ontbreekt.
Cat. 7
wandtapijtweverij van Anoniem Oudenaarde ca. 1600 naar ontwerp van Anoniem Oudenaarde ca. 1600
Ongeïdentificeerde voorstelling, ca. 1600
Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, inv./cat.nr. NK 3504
Notes
1 Van Ysselsteyn 1963, p. 76; Van Boheemen 1998, cat. 106.
2 De Meûter 1999a, pp. 176-178.
3 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 34d.
4 Hall 1996, pp. 213-214.
5 Idem, p. 232.
6 Idem, pp. 134, 181.
7 Idem, p. 283.
8 Zie bijvoorbeeld De Meûter 1999a, pp. 176-179, 183, 187. Zie ook cat. 121-a-b, 'Trou moet Blycken', Haarlem, cat. 190 en cat. 191, Museum Catharijneconvent, Utrecht, cat. 174, Museum Rotterdam en cat. 22, kasteel Ammersoyen, Ammerzoden.
9 Van Ysselsteyn 1963, p. 77; Van Boheemen 1998, p. 18.
10 Zie Drossaers, Lunsingh Scheurleer 1974-1976.