Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

14. Landschapsverdure met voorstelling uit de Metamorfosen van Ovidius: Byblis verandert in een bron


Beschrijving:
In een bebost landschap met in het midden een slingerende rivier bevinden zich verschillende figuren. Rechts op de voorgrond zit een blonde vrouw in een soepel vallend beige gewaad op een verhoogde aarden wal. Een blauwe doek is over haar rechterschouder en linkerarm gedrapeerd en valt sierlijk in een boog achter haar rug. De vrouw, Byblis, kijkt de beschouwer aan en strekt haar rechterarm schuin naar achteren uit. Op het tweede plan links staan twee vrouwen met speren in hun handen. De linker van deze jageressen of nimfen draagt een beige tuniek en een in een boog opwaaiende doek of sjaal. De rechter jageres, gekleed in een roze gewaad, kijkt naar de vrouw naast haar en wijst met haar rechterhand naar voren, in de richting van Byblis. Op de achtergrond, iets links van het midden, staat een enigszins onduidelijke, zwaaiende figuur op de rivieroever. Verder naar rechts in het water zwemt een zwaan. Op de voorgrond links staan drie afgebroken boomstronken en groeit een omhoog slingerende klimplant. Rechts, achter Byblis, zijn nog enkele afgebroken stammen tussen de hoge bomen met fijn gebladerte te zien.

Rondom lopen boorden met op een afwisselend lichtgeel en bruin fond een doorlopende bloemslinger bestaand uit een grote verscheidenheid aan bloemen, onder meer tulpen, keizerskronen en rozen, nu en dan en in alle hoeken losjes kruislings ombonden met roze, blauwe of beige linten en aan de binnen- en buitenzijde regelmatig over de smalle randjes (binnen in twee tinten bruin en beige en buiten in lichtgeel) stekend. Het geheel is omgeven door een blauwe stootboord.

Commentaar:
Dit wandtapijt behoort tot een reeks Landschapsverdures met voorstellingen uit de Metamorfosen van Publius Ovidius Naso. Het bezit hetzelfde type boorden met bloemslingers als drie Landschapsverdures met voorstellingen uit de Metamorfosen in Slot Zeist, cat. 210-a-c, met Apollo en Daphne, Pan en Syrinx en Vertumnus en Pomona, waarmee dit wandtapijt tot 1963-1964 nog een reeks vormde.1 Hoewel bij de bijbehorende reeks in Zeist ook de bloemslingers per wandtapijt steeds iets anders van samenstelling zijn, is de linker zijboord van cat. 14 nagenoeg hetzelfde als die van cat. 210-c met Vertumnus en Pomona. Ook de klimplant links op cat. 14 heeft veel overeenkomsten met de wijnstok die op dat wandtapijt is afgebeeld. Het karakter van de hoofdvoorstelling van cat. 14 is voor het overige niet helemaal hetzelfde als bij cat. 210-a-c, met een iets ander soort compositie, een rustiger plooival van de kleding van de figuren, minder variatie in bomen en gebladerte en een iets lichter en opener totaalbeeld dan de Metamorfosentapijten van Slot Zeist.

Naast het feit dat de directe relatie met de Metamorfosenreeks van Slot Zeist recentelijk niet meer bekend was, was door het ontbreken van een duidelijke handeling of attributen ook lange tijd onduidelijk welk verhaal op cat. 14 voorgesteld zou kunnen zijn. De vrouw rechts op de voorgrond lijkt met haar handgebaar iets aan de beschouwer te willen tonen dat zich in het midden van de voorstelling bevindt of afspeelt, maar daar is alleen de rivier te zien, met de twee jageressen - waarvan één in de tegenovergestelde richting wijst - en de onduidelijke figuur op de oever. De speren die de twee vrouwen links in de hand hebben duiden op nimfen, zoals de metgezellinnen van de jachtgodin Diana. Er werd dan ook wel geopperd dat de voorstelling een scène uit het verhaal van Diana en Actaeon uit Ovidius' Metamorfosen 3: 138-253 zou kunnen verbeelden, met het moment waarop de jonge prins Actaeon tijdens de jacht de badende godin Diana, op de voorgrond, heeft ontdekt.2 Echter bij de vrouw rechts op de voorgrond van cat. 14 ontbreken de attributen van Diana, de maansikkel op het voorhoofd of haar boog en pijlenkoker. Ook is de zwaaiende figuur op de achtergrond te onduidelijk voor nadere identificatie.

Cat. 14
wandtapijtweverij van Anoniem Southern Netherlands (hist. region) ca. 1700-1725
Landschapsverdure met voorstelling uit de Metamorfosen van Ovidius: Byblis verandert in een bron, ca. 1700-1725
Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, inv./cat.nr. R 4766

De sleutel tot het identificeren van de voorstelling van cat. 14 is een wandtapijt met La Source (de Bron), dat werd afgebeeld door Maurice Fenaille in zijn standaardwerk over de Manufacture des Gobelins en gerelateerde weefwerkplaatsen in Frankrijk. (afb. a) Dit wandtapijt, waarop grotendeels dezelfde compositie is voorgesteld als op cat. 14, is voorzien van het merk van de werkplaats van Raphaël de La Planche, die van 1633 tot 1661 was gevestigd in de Faubourg Saint-Germain in Parijs.3 Volgens Fenaille was dat wandtapijt waarschijnlijk onderdeel van de reeks Amours des Dieux (Liefdes van de Goden) naar ontwerpen van Simon Vouet (1590-1649), 'premier peintre' van de Franse koning Lodewijk XIII. Recentelijk werd door Isabelle Denis echter aangetoond dat deze voorstelling hoorde bij een uit negen wandtapijten bestaande reeks Metamorfosen naar ontwerpen van een kunstenaar uit de omgeving van Simon Vouet, mogelijk Michel Dorigny (1616-1665), een van Vouets medewerkers die ook vele gravures vervaardigde naar diens schilderijen en werkte in een vergelijkbare stijl.4 Van Dorigny is in ieder geval ook een kleine schildering uit de kunsthandel bekend met de voorstelling van Venus en Adonis uit deze wandtapijtreeks.5 Deze reeks Metamorfosen, met een ander, minder theatraal, karakter dan de Amours des Dieux van Vouet, met de nadruk op de schoonheid van het landschap, waarbij de figuren ook tamelijk eenvoudig in het uitgebreide landschap zijn geplaatst, werd eveneens uitgevoerd door de Parijse werkplaatsen in de Faubourg Saint-Germain en de Faubourg Saint-Marcel, in de eerste helft van de zeventiende eeuw.6 De compositie van de voorstelling van cat. 14, met details als de afgebroken boomstammen op de voorgrond, is overigens wel verwant aan verschillende wandtapijtontwerpen van Simon Vouet, zoals die uit de Geschiedenis van Rinaldo en Armida.7

Het onderwerp van de voorstelling van cat. 14 werd door Denis geïdentificeerd als Byblis verandert in een bron, (Byblis changée en source)8 uit het verhaal van de schone tweeling Byblis en Caunus, kinderen van Miletus - zoon van de Griekse god Apollo en stichter van Milete - bij de nimf Cyanea, uit Ovidius' Metamorfosen 9: 454-665 (met name 663-665).9 Hierin werd Byblis verliefd op haar tweelingbroer Caunus. In een lange brief verklaarde ze hem haar liefde en gaf daarbij verschillende voorbeelden van incestueuze relaties tussen de goden. Caunus was ontsteld en woedend toen hij de brief las. Hij vluchtte uit Milete en Byblis werd waanzinnig. Ze liep haar broer achterna over vlakten en langs rivieren, totdat ze uitgeput instortte in een veld. Van alle tranen die ze daar liet, zouden waternimfen een bron hebben gemaakt die nooit opdroogde. Vervolgens veranderde ook Byblis zelf in een bron.

Op het door Fenaille afgebeelde Parijse wandtapijt met deze voorstelling, en eveneens op een in 2002 in Londen geveild exemplaar,10 is ook te zien dat bij de vrouwenfiguur rechts op de voorgrond waterstralen uit de vingers van haar beide handen komen. Dit detail komt niet voor op cat. 14, maar gezien dit wandtapijt onderdeel is van een reeks Metamorfosen, zal er toch ook een verbeelding van het verhaal van Byblis zijn bedoeld. De figuur van Byblis op cat. 14 wijst dan met haar arm naar het water van de rivier, waarin ze zal veranderen. De jageressen in de voorstelling zullen de waternimfen zijn die Byblis tevergeefs probeerden te troosten en van haar tranen een bron zouden maken.11

Cat. 14 werd vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden omstreeks het eerste kwart van de achttiende eeuw. Evenmin als bij cat. 210-a-c is het productiecentrum nader te preciseren.12 Het is daarbij zeer aannemelijk dat de voorstelling van cat. 14 in de werkplaats in de Zuidelijke Nederlanden werd geweven naar een karton waarvoor een prent van het wandtapijtontwerp voor de Parijse werkplaatsen uit de eerste helft van de zeventiende eeuw tot voorbeeld diende. Tot op heden zijn er echter geen gravures met deze voorstelling getraceerd.

Cat. 14 is overigens de enige voorstelling in deze reeks van vier Metamorfosentapijten, met voorstellingen van gedaanteverwisselingen bij onmogelijke liefdes, waarvoor de werkplaats in de Zuidelijke Nederlanden heeft teruggegrepen op een voorstelling uit de reeks Metamorfosen van de Parijse werkplaatsen naar ontwerpen van een kunstenaar uit de omgeving van Simon Vouet uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.13

Conditie:
Goed.

Afb. a
wandtapijtweverij van Raphaël van der Plancken naar ontwerp van Anoniem ca. 1633-1661
Byblis verandert in een bron, ca. 1633-1661
Whereabouts unknown


Notes

1 The Getty Research Institute, Los Angeles, Photo Archive Database (op internet), GCPA 0241942. Zie tevens cat. 210-a-c, Slot Zeist.

2 Zie Hall 1996, p. 80. Dit onderwerp wordt als mogelijkheid voor de voorstelling van cat. 14 gegeven in de Getty Photo Archive Database, GCPA 0241942.

3 Fenaille 1903-1923, I, pp. 345-346 en afb. tussen pp. 344-345. Dit wandtapijt was in 1905, samen met twee bijbehorende wandtapijten, bij kunsthandel Woernitz in Parijs.

4 Denis 1996, pp. 192-195.

5 Zie Idem, pp. 193, 195, noot 10.

6 Zie Idem, p. 193.

7 Zie hiervoor cat. 34-a-b.

8 Idem, pp. 193, 194-195, noot 4.

9 Zie Ovidius 1997, pp. 234-241 (met name pp. 240-241).

10 Veiling Christie's, Londen, 14 november 2002, nr. 203.

11 Zie Ovidius 1997, p. 240.

12 Zie hierover uitgebreider bij cat. 210-a-c, Slot Zeist.

13 Zie ook bij cat. 210-a-c, Slot Zeist.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree