Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

207. Kussen met het wapen van het Land van Voorne


Beschrijving:
Op een donkerblauw fond, tegen een grijswitte achtergrond, staat een wapenschild met het wapen van het land van Voorne: in rood een burcht van zilver, waarop een gaande en aanziende leeuw van goud, getongd van rood en uitkomende van de tinnen; het schild gedekt met een driebladige kroon van goud met twee parelpunten; gehouden door een griffioen (half leeuw, half adelaar), met de staart tussen de achterpoten. Het geheel is geplaatst op twee voluten. Links en rechts staan gecanneleerde en met rood lint omwonden pijlenbundels, waaromheen zich planten met oranjeappels slingeren die aan de bovenzijde samenkomen. Onderaan in grijswit op blauw de inscriptie: 'T LAND VAN VOORNE.

Commentaar:
Het is niet geheel duidelijk aan welk bestuursorgaan dit kussen met het wapen van het voormalige eiland Voorne, tegenwoordig Voorne-Putten, toebehoorde.

Mogelijk betrof dit het College van Bailluw (tegenwoordig: baljuw) en Leenmannen van het Land van Voorne, dat zich bezighield met de hoge jurisdictie, de criminele rechtspraak en vele bestuursaangelegenheden, waaronder de zorg voor de waterstaat, en dat vergaderde in een kamer van het stadhuis van Brielle.1 Hiervan is namelijk gedocumenteerd dat zij in ieder geval twee keer opdrachten verleenden voor het weven van kussens. Zo werd op 2 januari 1688 het besluit genomen twaalf nieuwe kussens te maken voor de stoelen in de bailluw en leenmannenkamer in het stadhuis van Brielle. Op 22 maart 1688 kreeg een zekere Jeremias van Diepenbrug de opdracht van het College van Bailluw en Leenmannen van het Land van Voorne om twee ontwerptekeningen voor deze kussens te leveren waarvoor hij vier zilveren ducatons zou krijgen. Eveneens op 22 maart 1688 kreeg de tapijtwever in Delft de opdracht om naar de ontwerptekening, zo snel als mogelijk en volgens de beste methode, twaalf kussenbladen te maken voor 12 gulden per stuk. Deze waren ruim zeven maanden later gereed, aangezien op 5 november 1688 ene Geertje Langestraat de opdracht kreeg de twaalf nieuwe kussens op te maken voor 6 gulden per kussen. De tapijtwever Adriaan Koppens uit Delft, waarschijnlijk behorend tot de bekende Delftse tapijtweversfamilie Coppens, kreeg vervolgens op 15 november 1688 het bedrag van 144 pond (gulden) uitbetaald voor het maken van de twaalf kussenbladen.2

Ook in 1712 gaven de bailluw en leenmannen van Voorne in Brielle opdracht voor de vervaardiging van kussens, zoals blijkt uit een notitie van een vergadering van dit College waarin melding wordt gemaakt van de betaling aan de tapijtwever François Coppens uit Delft, een van de bekendste leden van deze familie, voor de leverantie van veertien kussens.3

Het wapen op cat. 207 is hetzelfde als dat werd gebruikt door het hoogheemraadschap van Voorne, dat vanaf 1630 grotendeels de zorg voor de waterstaat overnam van het College van Bailluw en Leenmannen van het Land van Voorne.4 Op de van het hoogheemraadschap bekende wapenkussens uit 1710 en 1720, in het Rijksmuseum Amsterdam en het Historisch Museum Den Briel, wordt in de inscriptie echter steeds de naam Generale Dyckagie van Voorne vermeld.5 Ook is het wapen daar gehouden door een leeuw in plaats van door een griffioen en voorgesteld binnen een volledig ander ontwerp dan dat van cat. 207.

De oranjeappels in de voorstelling van cat. 207 symboliseren de verbondenheid met de Oranjes. Deze grote oranjeappels zijn vergelijkbaar met die van het vroedschapskussen van de stad Brielle in het Rijksmuseum. Dat kussen werd vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden circa 1770-1790.6 Waarschijnlijk werd cat. 207 eveneens vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden, in de periode 1750-1790.

Voor het ontwerp van cat. 207 werd mogelijk teruggegrepen op de tekeningen die Jeremias van Diepenbrug in 1688 maakte voor de in Delft vervaardigde kussens van het College van Bailluw en Leenmannen van het Land van Voorne, maar helaas is onbekend hoe deze eruit zagen.

Een kussen met een aan cat. 207 identieke voorstelling, maar met rechts naast de inscriptie 'T LAND VAN VOORNE nog het jaartal 1766 ingeweven, werd in 2004 geveild in Amsterdam.7

Een kussen van 't Land van Voorne met een variant op het ontwerp van cat. 207- met een landschap op de achtergrond en het wapen gesteund op een stilleven van vruchten en met een bloemenrand aan de bovenzijde in plaats van oranjeappels - is bekend van een veiling uit 1956.8

Een waarschijnlijk zeventiende-eeuws wapenkussen met een aan die van cat. 207 verwante voorstelling, doch in vele details hiervan verschillend - onder meer zonder de inscriptie en met een iets andere leeuw en toren in het wapen en een omziende griffioen met neerhangende vleugels - werd in 1990 in Amsterdam geveild.9

Conditie:
Goed; de kleuren zijn enigszins verbleekt.

Cat. 207
wandtapijtweverij van Anoniem Southern Netherlands (hist. region) ca. 1750-1790 naar ontwerp van Anoniem Southern Netherlands (hist. region) ca. 1750-1790
Kussen met het wapen van het Land van Voorne, ca. 1750-1790
De Steurs, inv./cat.nr. TP 063


Notes

1 Don 1992, p. 89.

2 Klok 1988, z.p. (op datum); Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, pp. 310 (bij cat. 87), 420 (met de foutief gespelde naam Van Diepenburg). De naam Adriaan Koppens (of Coppens) komt overigens niet voor in de in Van Ysselsteyn 1936, II, gepubliceerde documenten met betrekking tot tapijtwevers in de Noordelijke Nederlanden.

3 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 310.

4 Zie Don 1992, p. 89. Voor de heraldische beschrijving, zie: Van der Laars 1924, Album II, Waterschappen enz., nr. 47.

5 Rijksmuseum Amsterdam, inv. BK-1967-26 (uit 1710). Hartkamp-Jonxis 1994-1995, p. 32, fig. 5; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 87; Hartkamp-Jonxis 2006a, cat. 7. Historisch Museum Den Briel, Brielle, inv. 1884 en 1887 (beide 1720). Daarnaast was er een exemplaar met het deels leesbare jaartal 17(?)2 in de Collectie baroness Emmet of Amberley, veiling Sotheby's, King and Chasemore, Amberley Castle, West Sussex, 30 september - 1 oktober 1981, nr. 77.

6 Inv. BK-14851. Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 48.

7 Veiling Amsterdam, Sotheby's, 15 december 2004, nr. 115, met kleurenafb.

8 Collectie M.P. Voûte jr. e.a. (ged. mevr. A. Groesbeek-Assenbroek), veiling Amsterdam, Frederik Muller & Cie, 17-20 en 23-25 april 1956, nr. 828 (afmetingen: 53 x 61 cm). Het vruchtenstilleven, de landschapsachtergrond en de bloemen in de rand zijn overigens elementen die ook voorkomen op de hierboven vermelde kussens van de Generale Dyckagie van Voorne.

9 Collectie Baron Ludo van Bogaert-Scheid, veiling Amsterdam, Sotheby's, 23 april 1990, nr. 459, met afb. Zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 310, noot 108.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree