190. Isaak draagt het hout
Beschrijving:
In een landschap met op de voorgrond bloeiende plantjes en links en rechts een afgebroken boomstronk, loopt Abraham links van het midden. Hij is gekleed in een blauw kleed met een patroon van spitsovalen met daarover een gele mantel en heeft een gele muts op het hoofd. In zijn linkerhand draagt hij een rokende vuurpot en met zijn rechterhand houdt hij een zwaard vast dat grotendeels is verborgen onder zijn mantel. Rechts van hem loopt zijn zoon Isaak, gekleed in een gele tuniek met dunne verticale bruine strepen, die met twee handen een stapel brandhout op zijn linkerschouder draagt en naar zijn vader omkijkt. Op de achtergrond links zitten twee mannen bij een grazende ezel. Rechtsachter is een kleine scène met het offer van Isaak, waar Abraham, met voor zich de op het altaar knielende Isaak, zijn zwaard heeft geheven en omkijkt naar de engel die middenboven in de hoofdvoorstelling in een wolk zweeft. Links van Abraham met zijn zwaard is een ram verstrikt in het struikgewas. In de verte zijn beboste bergen met spitse toppen zichtbaar en aan de voet ervan twee kerken.
Het wandtapijt heeft rondom boorden met vazen met bloemen, bladeren en vruchten die worden omgeven door vogels, putti - met en zonder hoornen des overvloeds - en mascarons met draperieën, afgewisseld met bogen en pergola's met daarin allegorische figuren en mythologische taferelen. De horizontale boorden zijn identiek aan elkaar, de verticale boorden zijn elkaars spiegelbeeld (in beide gevallen zijn de middenscènes echter verschillend). In de vier hoeken staan allegorische vrouwenfiguren in pergola's. De vrouw in beide bovenhoeken met een bloem in haar hand symboliseert de Reuk, een van de vijf zintuigen. De vrouw in de benedenhoeken, met een spiegel in de hand en vergezeld van een adelaar - bekend om zijn scherpe blik - die op de grond naast haar staat, symboliseert het Gezicht, eveneens behorend tot de vijf zintuigen. In het midden van de vier boorden zijn mythologische taferelen voorgesteld onder door hermen gesteunde bogen: links Orpheus spelend op een harp temidden van de dieren; rechts Eurydice, de vrouw van Orpheus, die bij het bloemen plukken door een slang wordt gebeten; bovenaan het Oordeel van Paris, met Paris met de gouden appel in zijn hand en de drie wedijverende godinnen; onderaan een herder die zijn hoofd in de schoot van een zittende vrouw heeft gelegd, met rechts hiervan een hond en Amor die een pijl op hen afschiet. Waarschijnlijk gaat het om een voorstelling van Venus en Adonis, maar mogelijk ook Paris en Oenone. Aan de binnen- en buitenzijde van de boorden lopen ornamentboorden die worden onderbroken door de bogen en pergola's; aan de binnenzijde een motief van touwknopen en bloemetjes en aan de buitenzijde een ornament van een dubbel slingerend lint en gestileerde bloemen en bladeren.
Commentaar:
Op dit wandtapijt, waarschijnlijk behorend tot een reeks met de Geschiedenis van Abraham, zijn drie scènes voorgesteld uit het verhaal van het offer van Isaak (Genesis 22: 1-19). Hierin stelde God het geloof van Abraham op de proef door hem op te dragen zijn zoon Isaak te offeren. Centraal op het tapijt staat het tafereel uit Genesis 22: 6: 'Toen nam Abraham het hout voor het brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak, en nam vuur en een mes met zich mede. Zo gingen die beide tezamen.' Deze oudtestamentische episode speelde in de Middeleeuwen een centrale rol omdat het dragen van het offerhout door Isaak werd beschouwd als een prefiguratie van Christus die het kruis draagt.1 De scène links op de achtergrond stelt de twee knechten voor die op Abrahams bevel bij de ezel blijven als Abraham en Isaak verderop het offer gaan brengen op de plek die God heeft aangewezen. Rechtsachter is het moment voorgesteld waarop Abraham zijn zwaard heft om Isaak als offerdier te slachten en Gods engel in een wolk verschijnt om hem tegen te houden. De ram in het struikgewas zal in de plaats van Isaak worden geofferd. Deze scène werd in de Middeleeuwen regelmatig afgebeeld als prefiguratie van de Kruisiging.
![](https://media.rkd.nl/iiif/10902243/full/!650,650/0/default.jpg)
Cat. 190
wandtapijtweverij van Anoniem ca. 1600 naar ontwerp van Anoniem ca. 1600
Isaak draagt het hout, ca. 1600
Utrecht, Museum Catharijneconvent, inv./cat.nr. ABM t2099
Diverse elementen van de voorstelling op het wandtapijt lijken te zijn geïnspireerd op een gravure met Het offer van Isaak toegeschreven aan Adriaen Collaert (circa 1560-1618) naar een tekening van Maerten de Vos (1532-1603), die is opgenomen in de prentenbijbel Thesaurus sacrarum historiarum veteris testamenti, uitgegeven door Gerard de Jode (1516/1517-1591) te Antwerpen in 1585.2 (afb. a) Er is echter geen enkele figuur of scène letterlijk van de prent overgenomen. Bovenal is de compositie van de voorstelling anders, met als belangrijkste verandering het op de voorgrond plaatsen van de scène met Isaak die het hout draagt.
De mythologische taferelen en de personificaties van de zintuigen in de boorden lijken geen relatie te hebben met de centrale voorstelling. Precies dezelfde mythologische voorstellingen komen voor in de boorden van een wandtapijt met een Kroningstafereel uit circa 1575-1600 dat is voorzien van het stadsmerk van Oudenaarde in bezit van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.3 Ook zijn ze aangebracht in de boorden van twee wandtapijten zonder merken met voorstellingen uit de Geschiedenis van David in een Belgische particuliere collectie.4 De taferelen in de zijboorden, met Orpheus en Eurydice, zijn daar overigens omgewisseld.5 De mythologische taferelen wijken af van de scènes die gebruikelijk in boorden van Oudenaardse wandtapijten rond 1600 zijn voorgesteld.6
Hoewel cat. 190 niet meer is voorzien van merken, kan er, vanwege het voorkomen van dezelfde taferelen in de boorden van het wandtapijt met het kroningtafereel en het stadsmerk van Oudenaarde, van worden uitgegaan dat dit wandtapijt eveneens in die stad werd vervaardigd. Bovendien behoort de smalle ornamentboord aan de buitenzijde van cat. 190, met een motief van een dubbel slingerend lint en gestileerde bloemen en bladeren, tot een type dat uitsluitend in Oudenaarde werd toegepast.7
Museum Catharijneconvent bezit een tweede wandtapijt met een tafereel uit dit verhaal, met Het offer van Isaak (cat. 191, Kalf nr. 44), gelijktijdig omstreeks 1900 verworven, uit ongeveer dezelfde periode, dat is voorzien van het stadsmerk van Oudenaarde en twee weversmerken die beide kunnen worden toegeschreven aan Antoon Robbijns. Dat wandtapijt zal, vanwege het feit dat dezelfde scène ook al op cat. 190 voorkomt, de andere kleding van de hoofdpersonen en een iets ander type boorden, echter oorspronkelijk niet tot dezelfde reeks als cat. 190 hebben behoord.
Conditie:
Redelijk. De stootboord is aan de onder- en bovenzijde afgesneden en aan de zijkanten is het nog aanwezige deel ervan naar achteren omgeslagen.
![](https://media.rkd.nl/iiif/10904434/full/!650,650/0/default.jpg)
Afb. a
Gerard de Jode naar Maerten de Vos
Het offer van Isaak, 1585
Leiden, Universiteit Leiden
Notes
1 Hall 1996, p. 4.
2 Zie Schuckman, De Hoop Scheffer 1995-1996, vol. 44, p. 20, nr. 66; Idem, vol. 45, p. 31, nr. 66; The new Hollstein Dutch & Flemish etchings, engravings and woodcuts circa 1450-1700, vol. 13/1 (2005), pp. 29, 32, nr. 20; Idem, vol. 33/1 (2018), pp. 36, 39, nr. 30.
3 Zie De Meûter 2001, pp. 272-274, 283-284, afb. 2-3 (toen bij Kunsthandel Vanderweeën, Oudenaarde). Verworven door de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel in 2001: Inv. Tp. 28. Delmarcel, De Meûter 2023, cat. 37.
4 De Meûter 2001, pp. 274, 291-292, afb. 10 en 11.
5 Opvallend bij de boorden van deze drie wandtapijten, die voor het overige weliswaar zeer verwant, maar grotendeels anders zijn dan die van cat. 190, is ook dat de allegorische figuren in de twee zijboorden niet, zoals op cat. 190, elkaars spiegelbeeld zijn.
6 Zie De Meûter 2001, p. 274; Delmarcel, De Meûter 2023, p. 149.
7 Zie De Meûter 1998b, pp. 97, 99, 103; De Meûter 1999a, pp. 142-147, 175-184. Zie ook cat. 121-a-b, Rederijkerskamer Sociëteit 'Trou moet Blycken', Haarlem, cat. 7, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, cat. 174, Museum Rotterdam, cat. 22, Kasteel Ammersoyen, Ammerzoden.