Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

158. Een reeks van twee tapijten met Het volk Israël in de woestijn


Het Sint Anna Aalmoeshuis, ook wel genoemd Sint Anna Hofje, werd gesticht in 1492 door het bierbrouwersechtpaar Willem Claesz. en Hillegont Willemsdochter.1 De dertien huisjes en de kapel van het hofje, gebouwd op het erf van het huis van het echtpaar aan de Leidse Hooigracht, werden in 1507 in gebruik genomen. De inrichting van de kapel heeft de Beeldenstorm en de Reformatie overleefd en is nog bijna geheel en in oorspronkelijke staat aanwezig.

Tot het oude bezit van de kapel van het Sint Anna Aalmoeshuis behoren twee tapijten in een laag (circa 50 cm hoog), liggend formaat met voorstellingen van Het volk Israël in de woestijn. De afmetingen van de tapijten kunnen duiden op een functie voor op, of boven banken of als antependium voor, of aan drie zijden van een altaar. Ook zouden ze als dorsalia of koortapijten in de kleine kapel van het hofje kunnen zijn toegepast.

De tapijten zijn niet voorzien van boorden, maar werden afgezet met een blauwe stootboord.2 De twee tapijten zijn niet even breed. cat. 158-a is meer dan twee keer zo breed als cat. 158-b en is samengesteld uit vijf delen van verschillende breedte met een min of meer doorlopende voorstelling.3 cat. 158-b bestaat uit één stuk, maar omdat de voorstelling ervan links abrupt door de figuren heen is afgesneden, zal het aan die zijde oorspronkelijk breder zijn geweest.

Voorgesteld op de twee tapijten is het oudtestamentische verhaal van de Israëlieten die op hun tocht van Egypte naar het Beloofde Land in de woestijn begonnen te vrezen dat ze zouden verhongeren en morden tegen Mozes en Aäron.4 God beloofde echter dat hij voor hen zou zorgen en stuurde manna, brood uit de hemel, en later kwakkels (kwartels) voor vlees. Dit onderwerp werd gezien als prefiguratie van de spijziging van de menigte door Christus, evenals van de eucharistie.5

De voorstellingen spelen zich niet af in een woestijnomgeving zoals in het bijbelverhaal, maar - met name op cat. 158-a - in een landschap met huizen en omheinde landerijen. De figuren zijn gekleed in eigentijdse, zestiende-eeuwse kostuums met opvallende pofmouwen, die verwant zijn aan kleding afgebeeld op prenten uit de periode circa 1525-1550.6 De tapijten zullen daarom omstreeks het tweede kwart van de zestiende eeuw, of mogelijk iets daarna tot circa 1560, zijn geweven.

Opvallend zijn de verticale richting van de kettingdraden en de uiteenlopende formaten van de verschillende onderdelen van de tapijten, die later aan elkaar zijn gezet.7 Dit lijkt te duiden op een vervaardiging in een werkplaats die ingesteld was op het maken van kleinere objecten in tapisserie, zoals kussenbladen, mogelijk niet op getouwen maar op raamwerken.

Volgens Bangs kan worden aangenomen dat cat. 158-a-b in Leiden werden vervaardigd.8 Het kleine formaat maakt inderdaad een vervaardiging buiten de grote productiecentra aannemelijk. Er zijn echter onvoldoende gegevens bekend over de productie in Leiden en in de rest van de Noordelijke Nederlanden in deze periode om de reeks hieraan toe te kunnen schrijven. Een vervaardiging in de Zuidelijke Nederlanden, waar de voornaamste productie toen plaatsvond, behoort daarom zeker nog tot de mogelijkheden.


158-a. De Israëlieten verzamelen manna in de woestijn


Beschrijving:
In een landschap zijn links binnen een omheining bij enkele boerenhuizen zes mannen en twee vrouwen bezig om manna - in de vorm van een soort sneeuwballen - in manden te verzamelen. Geheel links op de achtergrond, buiten de omheining, staat een vrouw, leunend op een stok. Ze kijkt naar de manna verzamelende figuren en zwaait naar hen. Aan de linkerkant en iets links van het midden wordt de voorstelling doorsneden door rechte boomstammen waarvan de kruin niet zichtbaar is. Rechts, bij kleine, met struiken begroeide heuveltjes, zijn op de voorgrond een grote vrouwenfiguur en twee mannen bezig vogels op te jagen uit de struiken. De rechter man draagt om zijn heupen een riem waaraan een zwaard en een mes hangen. De linker man draagt een korenbundel op zijn schouder en heeft in zijn rechterhand een brandende korenbundel die hij bij de struiken houdt. Een vijftal vogels vliegt weg naar alle richtingen. In de verte staan nog enkele mannenfiguren bij een boomgroepje. In hun geheven rechterhanden houden zij ieder een bal manna.

Commentaar:
Op onregelmatige afstanden van elkaar zijn vier verticale naden te zien, waar de vijf verschillende delen van dit tapijt aan elkaar zijn genaaid.

Conditie:
Goed.9

Cat. 158-a
wandtapijtweverij van Anoniem ca. 1520-1560 naar ontwerp van Anoniem ca. 1520-1560
De Israëlieten verzamelen manna in de woestijn, ca. 1520-1560
Leiden, Sint Annahofje


158-b. De Israëlieten verzamelen kwakkels in de woestijn


Beschrijving:
In een licht glooiend landschap met verspreid enige spaarzame vegetatie en in het midden in de verte een boerderij, bevinden zich rechts twee grote mannenfiguren. De rechter man - met de schede van een zwaard die half onder zijn mantel uitsteekt - staat, de linker zit op de grond. Beiden wijzen naar links in de lucht waar een vogel vliegt. Links hiervan meer naar achteren knielt een vrouw bij een opengewerkte mand met vogels erin. Linksachter haar rent een vrouw met de armen in de lucht en loopt een man met een brandende fakkel, die proberen vogels op te jagen. Links zijn nog een arm, met in de hand ervan een stok, en een been zichtbaar van een vierde mannenfiguur.

Commentaar:
Alle figuren in deze voorstelling zijn in beweging. Er wordt diepte gesuggereerd door het grote verschil in formaat van de figuren rechts met die aan de linkerzijde van cat. 158-b.

Conditie:
Zie bij cat. 158-a.

Cat. 158-b
wandtapijtweverij van Anoniem ca. 1520-1560 naar ontwerp van Anoniem ca. 1520-1560
De Israëlieten verzamelen kwakkels in de woestijn, ca. 1520-1560
Leiden, Sint Annahofje


Notes

1 Het Sint Anna Aalmoeshuis werd oorspronkelijk aangeduid met Sint Anna Klooster of Sint Anna Aalmoeshuis, maar in de huidige literatuur meestal met Sint Anna Hofje aan de Hooigracht, ter onderscheiding van het Sint Anna Hofje in de Zegersteeg.

2 Van Ysselsteyn 1936, I, p. 262.

3 Van links naar rechts zijn de onderdelen respectievelijk 30, 65, 46,5, 116 en 51 cm breed. Zie Bangs 1986, p. 226.

4 Exodus 16: 1-36; Numeri 11: 1-35.

5 Hall 1996, pp. 243-244.

6 Bangs 1976, p. 65; Bangs 1986, p. 227.

7 Zie hierover Van Ysselsteyn 1936, I, p. 262; Bangs 1986, p. 226.

8 Bangs 1976, pp. 10, 65; Bangs 1986, p. 226.

9 Bij bezichtiging op 28-2-2011 door W. Fock en H. Smit werden op cat. 158-a-b linksonder en rechts wel enkele vochtringen geconstateerd.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree