127. Hercules en Hesione na de val van Troje
Beschrijving:
In een heuvelachtig landschap met links en rechts enkele bomen, komt van rechts een stoet van personen te voet of te paard. Onder hen zijn veel soldaten, voorzien van helmen, schilden, lansen, zwaarden en een vaandel. Links wordt de stoet aangevoerd door drie ruiters, waarvan de voorste twee achterom kijken. De ruiter op het steigerende paard helemaal op de voorgrond is Hercules. Hij is te herkennen aan zijn attributen, de leeuwenhuid die als een mantel om zijn hals en middel geknoopt is, de leeuwenkop die hij als een helm op zijn hoofd heeft en een houten knots met bovenaan scherpe, uitstekende, ijzeren punten die hij vasthoudt met zijn linkerhand en steunt op zijn linkerbovenbeen. De ruiter achter hem, met een soort tulband op het hoofd, blaast op een grote hoorn. Erachter is nog het hoofd zichtbaar van een derde, gehelmde ruiter, een legeraanvoerder. In het midden van de voorstelling wordt een rijk geklede dame, Hesione, met een parelketting en brede metalen armbanden om, door twee soldaten meegevoerd, op de voet gevolgd door twee eenvoudiger geklede vrouwen. Rechts hiervan wordt ook een jonge, baardloze man in gevechtstenue, Priamus, door enkele soldaten vastgehouden en meegenomen. Geheel op de voorgrond rechts zit een vrouw met een hoofddoek op en twee houten eetnappen aan haar ceintuur bevestigd. Ze heeft een appel in haar linkerhand en kijkt naar de voorbijkomende stoet. Een kind zit voor haar, met een arm op de grond gesteund. Verder groeit op de voorgrond een veelheid aan gedetailleerd weergegeven plantjes. Op het tweede plan, geheel links, rijdt nog een groepje soldaten te paard, hun lansen omhoog gericht. In het midden zijn soldaten bezig gevechtsattributen en waardevolle voorwerpen te verzamelen. Rechts hiernaast staat een man, een paard aan de teugel houdend. Van rechts voert een andere man met een pakezel nog meer zaken aan. Op de achtergrond bevindt zich een ommuurde stad met verschillende torens en poorten, waar groepen mensen door naar buiten komen. In de verte zijn beboste heuvels en bergen met besneeuwde toppen zichtbaar.
Cat. 127
wandtapijtweverij van Cornelis Mattens of wandtapijtweverij van Jan Mattens naar ontwerp van Anoniem Brussels ca. 1600-1640
Hercules en Hesione na de val van Troje, ca. 1600-1640
Kasteel de Haar, Stichting Kasteel de Haar, inv./cat.nr. 03352
Commentaar:
Dit wandtapijt werd al omstreeks 1893 opgenomen in de betimmering van de bibliotheek van Kasteel de Haar, die in de jaren 1892-1904 in opdracht van Etienne baron van Zuylen van Nijevelt in neogotische stijl werd herbouwd naar ontwerp van de architect P.J.H. Cuypers (1827-1921).1 (afb. a) Het tapijt werd daarbij direct tegen de verder niet afgewerkte muur geplaatst.2
De sleutel tot de identificatie van de voorstelling op cat. 127 is de grote figuur links op de voorgrond. Deze ruiter kan vanwege zijn twee kenmerkende attributen, de knots en de leeuwenhuid, niemand anders zijn dan de Griekse mythologische held en halfgod Hercules.3 Het uitgebeelde verhaal is de wraakactie van Hercules op de Trojaanse koning Laomedon.4 Op de terugtocht van een van zijn twaalf werken deed Hercules de stad Troje aan, die geteisterd werd door een zeemonster. Als offer voor dit monster had koning Laomedon zijn dochter Hesione vastgebonden aan een rots op de kust. Hercules wist het zeemonster te doden en redde zo Hesione. Toen hij echter niet de door Laomedon hiervoor beloofde beloning - de ooit door Jupiter aan Laomedon geschonken paarden - kreeg, zwoer hij wraak. Na de voltooiing van al zijn werken keerde Hercules terug naar Troje en veroverde de stad met hulp van zijn vriend Telamon. Hij doodde Laomedon en zijn zonen, maar liet Hesione en op haar verzoek ook haar broer Priamus (tot dat moment Podarkes geheten), de latere Trojaanse koning, in leven. De scène op cat. 127 verbeeldt het wegvoeren van Hesione, samen met haar broer Priamus, door Hercules uit de gevallen stad Troje. Hesione werd vervolgens tot vrouw gegeven aan Telamon. De brede metalen armbanden die Hesione hier draagt, zullen een verwijzing zijn naar het bekendere verhaal van haar bevrijding door Hercules, nadat zij was vastgeketend aan de rots.5 Het paard dat hier bereden wordt door Hercules verwijst waarschijnlijk naar de aanleiding voor zijn wraak op Troje, de paarden van Jupiter die Laomedon hem ontzegd had.
Afb. a
Anoniem ca. 1893
De bibliotheek van Kasteel de Haar, ca. 1893
Kasteel de Haar, Stichting Kasteel de Haar
Cat. 127 zal oorspronkelijk deel hebben uitgemaakt van een reeks met Episodes uit de Geschiedenis van Troje. Het is namelijk vervaardigd naar hetzelfde karton als een wandtapijt dat onderdeel is van een dergelijke reeks. Hiervan bevinden zich vijf wandtapijten in het Virginia Museum of Fine Arts in Richmond, Virginia (VS), waaronder het exemplaar met Hercules en Hesione na de val van Troje.6 (afb. b) Een zesde, bijbehorend wandtapijt is in bezit van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.7 Die reeks, waarvan de afzonderlijke voorstellingen niet eenvoudig exact zijn te identificeren, is oorspronkelijk afkomstig uit het Palazzo Ginori in Florence, waar ze volgens bronnen uit het einde van de zeventiende eeuw in de balzaal hing.8
De boorden van cat. 127 ontbreken, hierdoor zijn er geen merken meer aanwezig of andere karakteristieke kenmerken die kunnen helpen bij de identificatie van het productiecentrum of de werkplaats. De wandtapijten met Episodes uit de Geschiedenis van Troje in Richmond en Brussel zijn echter wel door boorden omgeven en voorzien van de stadsmerken van Brussel en afwisselend gemerkt met de ingeweven monogrammen van Cornelis Mattens (1576/1577-1640) en Hans (ook: Jan) Mattens (gedocumenteerd 1613-1633/1634), vermoedelijk twee broers.9 Het exemplaar van Hercules en Hesione na de val van Troje in Richmond heeft het merk CM van Cornelis Mattens.10 Hierdoor kan cat. 127 eveneens worden toegeschreven aan de Brusselse werkplaats van de familie Mattens. Vanwege het ontbreken van merken kan echter niet verder worden bepaald of het hier het werk betreft van Cornelis of Hans Mattens, gezien ze kennelijk nauw samenwerkten bij de vervaardiging van de reeks Episodes uit de Geschiedenis van Troje. Andere reeksen die in samenwerking van Cornelis en Hans Mattens ontstonden zijn de Handelingen der Apostelen, de Geschiedenis van Scipio en de Geschiedenis van Maria.11
Qua uitvoering en stijl, zoals het type figuren en het heuvelachtige landschap met gedetailleerde plantjes op de voorgrond en de bergen met besneeuwde toppen in de verte, is cat. 127 ook nauw verwant aan verschillende andere wandtapijten uit de Mattens werkplaats. Een voorbeeld hiervan is een reeks van vier wandtapijten in het Castello di Monselice (Veneto), waarvan drie met het monogram van Cornelis Mattens, die recent werd geïdentificeerd als behorend tot een Geschiedenis van Alexander de Grote.12 Die reeks werd circa 1600 vervaardigd naar kartons uit het laatste kwart van de zestiende eeuw van een nog onbekende kunstenaar uit de Zuidelijke Nederlanden.13 Ook de voorstellingen van de reeks met Episodes uit de Geschiedenis van Troje, en dus ook van cat. 127, zijn stilistisch in die periode te dateren en waarschijnlijk ontworpen door dezelfde kunstenaar.14
Een ander exemplaar met dezelfde voorstelling als cat. 127, maar ongesigneerd en met enigszins andere boorden dan het exemplaar in Richmond, werd in 1955 geveild in New York.15
Conditie:
Het wandtapijt is niet meer voorzien van aangeweven boorden. De kleuren zijn enigszins verschoten. Restauratie ICAT, Cruquius, 2019.
Afb. b
wandtapijtweverij van Cornelis Mattens naar ontwerp van Anoniem Brussels ca. 1600-1640
Hercules en Hesione na de val van Troje, ca. 1600-1640
Richmond (Virginia), Virginia Museum of Fine Arts
Notes
1 Cat. 127 is reeds te zien op een foto uit circa 1893 van architect Cuypers in de nog onvoltooide bibliotheek. Zie De Jong 2001, p. 210.
2 Vriendelijke mededeling van Katrien Timmers, Stichting Kasteel de Haar, 3 februari 2012. Zie ook Heijenbrok, Steenmeijer, Timmers 2013, p. 189. Het vertrek was op dat moment nog niet afgewerkt.
3 Deze identificatie wordt hier voor het eerst gedaan. Zie Hall 1996, p. 136.
4 Over dit verhaal, zie Moormann, Uitterhoeve 1995, pp. 301-302.
5 Zie hierover Hall 1996, p. 139.
6 Inv. 51-8-1/5. Deze reeks werd in 1952-1955 aan het Virginia Museum of Fine Arts geschonken door Arthur en Margaret Glasgow. Grigaut, Townsend 1966, pp. 7, 126, cat. 229-233; De daar gegeven onderwerpen van de voorstellingen zijn: Het oordeel van Paris, De ontmoeting van Helena en Menelaüs, De strijd tussen de Grieken en Trojanen, Vrede tussen Helena en Menelaüs, Helena en Paris in gevangenschap.
7 Legs Vermeersch, 1911, inv. V 2923. Crick-Kuntziger 1956, cat. 45, pl. 53; Cat. tent. Culan 1971, cat. 16; Delmarcel, De Meûter 2023, cat. 39. Als titel van deze voorstelling wordt hierin gegeven: Taferelen uit de Slag van Troje en De roof van Helena.
8 Grigaut, Townsend 1966, p. 126.
9 Over de werkplaats van de familie Mattens, zie onder meer Delmarcel 1999, p. 367; Forti Grazzini 2003, pp. 143-144. Omdat Hans in 1613 al privileges verkreeg te Brussel zal hij te oud zijn geweest om een zoon van Cornelis te kunnen zijn, zoals meestal in de literatuur wordt verondersteld.
10 Grigaut, Townsend 1966, p. 126, cat. 233. Daar wordt de voorstelling Helena en Paris in gevangenschap genoemd.
11 Respectievelijk in de kerk van San Pablo in Zaragoza, de Peabody School of Music in Baltimore en de Basilica di Santa Maria Assunta in Gandino, bij Bergamo. Zie Cat. tent. Culan 1971, p. 22; Delmarcel 1999, p. 367; Forti Grazzini 2003, p. 143.
12 Forti Grazzini 2003, cat. 21-24.
13 Idem, p. 144.
14 Idem, pp. 139, 147.
15 Veiling New York, Parke-Bernet Galleries, 13 juni 1955, nr. 164. De voorstelling wordt daar Aurelianus ontvangt de overgave van Zenobia genoemd. Zie Grigaut, Townsend 1966, p. 126.