Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

118. Rebekka ontvangt de geschenken van Eliëzer


Beschrijving:
Op de voorgrond bevinden zich twee vrouwen op een rood en blauw betegeld terras dat aan de achterzijde een balustrade heeft en een trap naar beneden. Links staat Rebekka, haar blik gericht op de beschouwer. Ze draagt een blauw gestreept driekwart overkleed met een rood geschubd lijfje over een lange blauwe rok met een gestileerd diermotief. Rechts van haar knielt een dienstmaagd bij een geopende kist met geschenken. Ze is gekleed in een geel overkleed waaronder een rode rok en een blauwe mouw tevoorschijn komen en heeft een sluier die uitwaaiert tussen haar hoofd en haar taille. Ze houdt haar hoofd geheven en reikt met haar rechterhand een sieraad aan Rebekka. Geheel links staat een derde, in het rood geklede, vrouwenfiguur die een koffer draagt. Op het tweede plan is rechts een zuilengalerij waar drie mannen op de treden bij elkaar staan, armbewegingen makend als in gesprek: Eliëzer met Bethuël en Laban. Meer naar het midden staan twee mannen en een hond en links is het onderste deel van een grote gecanneleerde zuil zichtbaar. Op de achtergrond staat een grote menigte voor een rond gebouw. Verder in het verschiet zijn de gebouwen van een stad en een heuvellandschap te zien.

Rondom lopen boorden die, onderbroken door rol- en bandwerk, worden omzoomd door smalle ornamentboorden met een motief van gestileerd acanthusblad. In het midden van de horizontale boorden bevinden zich rolwerkcartouches met daarin voorstellingen, beneden van een landschap met een vrouw en naakte putto, boven van een gevleugelde putto. Het rolwerk wordt aan weerskanten ondersteund door een 'Egyptisch' aandoende kariatide en herme, boven door naakte (afgezien van een over de heupen gedrapeerde doek) jongemannen. Daarnaast staan vazen met boeketten van bladeren, bloemen en vruchten tussen rolwerk. In de benedenhoeken en iets onder de bovenhoeken zijn vier van de negen Muzen als zittende vrouwenfiguren in met zuiltjes omsloten nissen geplaatst: linksonder Erato, de muze van de liefdespoëzie, met haar attributen de lier, de viola da gamba en de tamboerijn en bovendien een fluit en een soort kromhoorn, linksboven Thalia, de muze van de komedie met een boek en een viola da braccio (soort viool), rechtsonder Melpomene, de muze van de tragedie, met een masker in haar rechterhand en rechtsboven waarschijnlijk Urania, de muze van de sterrenkunde, met een passer en een winkelhaak.1 In de verticale boorden zijn verder verschillende taferelen ingekaderd door paren van hermen, naakte mensfiguren of putti, zoals een roofvogel met een nest met jongen, een soldaat met een sfinx, een luipaard, een vliegende vogel en een triton.

Commentaar:
Over de herkomst van cat. 118 is niets bekend voordat het in 1903 uit de collectie van de uit Groningen afkomstige schilder Taco Mesdag (1829-1902) werd geschonken aan het Groninger Museum door zijn weduwe Geesje Mesdag-van Calcar (1850-1936) en geplaatst in de aan hem en hun schilderijencollectie gewijde zaal - Taco Mesdagzaal genoemd - die door haar werd ingericht met naast hedendaagse schilderijen enkele stukken uit hun verzameling antiek en oude kunstnijverheid.2

Op dit wandtapijt zal de scène uit Genesis 24: 50-54 zijn voorgesteld, waar Eliëzer, de knecht van Abraham, toestemming krijgt van Bethuël en Laban, de vader en broer van Rebekka, om haar vanuit Mesopotamië mee te nemen naar het land Kanaän als vrouw voor Abrahams zoon Isaak en vervolgens Abrahams geschenken aan Rebekka geeft. Rechts op de achtergrond is Eliëzer in gesprek met Bethuël en Laban en op de voorgrond bekijkt Rebekka de geschenken samen met haar dienstmaagden.3 Het wandtapijt behoorde mogelijk tot een reeks met de Geschiedenis van Rebekka en Eliëzer. Deze voorstelling zou echter ook deel kunnen hebben uitgemaakt van reeksen met de Geschiedenis van Abraham of de Geschiedenis van Isaak.

De oorspronkelijke inspiratie voor het ontwerp van deze voorstelling is waarschijnlijk een wandtapijt naar ontwerp van Bernard van Orley in het Museum für Angewandte Kunst (MAK) in Wenen.4 Dat tapijt met het Vertrek van Eliëzer uit een reeks met de Geschiedenis van Abraham heeft een aan cat. 118 vergelijkbare scène op de voorgrond van twee vrouwenfiguren bij een open kist. De voorstelling is echter in spiegelbeeld en is verder grotendeels afwijkend. Een wandtapijt in het Rijksmuseum in Amsterdam, met Eliëzer geeft geschenken aan Rebekka is daar overigens weer op een andere wijze op gebaseerd.5

Cat. 118 zal zijn vervaardigd in Brussel in de tweede helft van de zestiende eeuw. In het Kunsthistorisches Museum in Wenen bevinden zich verschillende Brusselse wandtapijten met vrijwel dezelfde boorden als cat. 118, zoals een reeks met een Krijgsgeschiedenis, voorzien van merken6, en een reeks van acht wandtapijten met de Geschiedenis van Alexander7, waarvan twee zijn voorzien van een weversmerk dat tegenwoordig wordt toegeschreven aan Joost van Herzeele.8

In een Belgische particuliere collectie bevindt zich een ander wandtapijt met dezelfde voorstelling als cat. 118 en met min of meer dezelfde boorden, samen met een tweede wandtapijt uit dezelfde reeks (waarschijnlijk met Rebekka's broer Laban die Eliëzer uitnodigt bij hen thuis te komen).9 Deze tapijten zijn voorzien van een weversmonogram met de letters AVH, dat enigszins lijkt op het merk van Joost van Herzeele, maar teveel daarvan afwijkt om aan deze Brusselse wever te kunnen worden toegeschreven.10

Conditie:
Verschoten en met veel oude herstellingen. Lacunes zijn opgevuld met niet goed passende fragmenten uit verwante wandtapijten, vooral in de middenstrook over de gehele hoogte en in de onderrok van Rebekka. Restauratie op de werkplaats van het Rijksmuseum te Amsterdam, 1951. De onderste blauwe stootboord is later aangezet.

Cat. 118
wandtapijtweverij van Anoniem ca. 1550-1600 naar ontwerp van Anoniem ca. 1550-1600
Rebekka ontvangt de geschenken van Eliëzer, ca. 1550-1600
Groningen, Groninger Museum, inv./cat.nr. Inv. 1903.0041


Notes

1 Hall 1996, pp. 245-247, 359.

2 Gids Groninger Museum 1907, pp. 5, 8 en afb. op p. 6. Met dank aan Egge Knol.

3 Zie bijvoorbeeld ook Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 31c.

4 Van Ysselsteyn 1936, I, pp. 267, 305 en afb. 95.

5 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 31c.

6 Jaarverslag Rijksmuseum 1964, p. 41.

7 Von Birk 1883-1884, 2, p. 186, nr. LXXIII/1-8.

8 Cat. tent. Deurne 1973, p. 27.

9 Met dank aan Ingrid de Meûter voor deze informatie. Daarvoor op veiling Parijs, Palais Galliera, 14 maart 1969, nrs. 102-103.

10 Delmarcel 1999, p. 366, nr. 31; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 110.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree