Corpus Wandtapijten in Nederland

RKD STUDIES

116. Zes kussens en kussenbladen met het wapen van Gouda


116-a. Kussenblad met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Op een donkerblauw fond is een blauwe draperie, rondom met gele franje afgewerkt, opgehangen aan gele ringen bovenaan links, midden en rechts. Boven de, lichter gekleurde, omgeslagen bovenkant van de draperie, aan weerszijden van de middelste ring, staat het jaartal 16 75. Vanaf de middelste ring is met strikken een rolwerkcartouche gehangen met daarop de inscriptie GOVDA. Eronder houden twee aanziende leeuwen van natuurlijke kleur de doornenkrans rond het wapen van Gouda vast: van rood met een zilveren paal en zes sterren van goud. Het schild is gedekt met een kroon van goud, gesierd met vijftien parels. Onder het wapen ligt een groene grasgrond. De leeuwen staan op een groot ornament van acanthusvoluten in beige, oker, bruin en roodbruin onderaan.

Commentaar:
Hoewel het in Gouda vanaf 1657 gebruikelijk was om de naam van het vroedschapslid op het door hem gebruikte kussen aan te brengen, is dit kussen van de vroedschap van Gouda uit 1675 niet voorzien van een banderol met daarop een naam van een vroedschapslid.1 In het jaar 1675 is echter wel de vervaardiging en opmaak van een vroedschapskussen in tapisserie gedocumenteerd dat bestemd was voor Johan van Immerzeel (1643-1702), die lid werd van de vroedschap van Gouda in 1675 en dat bleef tot 1702.2 Tevens was hij burgemeester van Gouda in 1693-1694.3 Omdat de onderzijde van cat. 116-a op een later moment werd voorzien van een aangeweven strook met een groot acanthusornament, is het heel wel mogelijk dat zich hier oorspronkelijk een banderol met de naam van Johan van Immerzeel heeft bevonden, die echter om onbekende reden verwijderd is.

De vroedschapskussens in tapisserie van Gouda werden in de zeventiende eeuw, en een groot deel van de 18de eeuw, geproduceerd in de Noordelijke Nederlanden, voornamelijk in werkplaatsen in Gouda zelf, maar ook in Delft en Amsterdam. Aan het eind van de 18de eeuw zouden de laatste vroedschapskussens van deze stad echter worden vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden te Brussel.4

Cat. 116-a werd waarschijnlijk vervaardigd op de werkplaats van Abraham Adriaensz Goossenson te Gouda. Zijn naam wordt niet vermeld in de documenten over de leverantie van het vroedschapskussen in 1675, maar aangezien Goossenson het jaar daarvoor in totaal elf kussens aan de Goudse vroedschap leverde, is het zeer aannemelijk dat hij ook cat. 116-a maakte.5

Van Gouda zijn in verhouding veel vroedschapskussens in tapisserie overgeleverd, waarvan dertien in Nederlands openbaar bezit.6 Ook bevinden er zich vier Goudse vroedschapskussens in de collectie van de National Gallery te Washington en zijn er meer dan tien exemplaren bekend in verschillende Nederlandse particuliere collecties en in de kunsthandel.7 Zo bevindt er zich in een Amsterdamse particuliere collectie een kussen met het wapen van Gouda met het jaartal 1657 en de inscriptie I. VAN. IMMERSEEL. op de banderol.8 Waarschijnlijk was dit kussen van Jan van Immerzeel, de vader van bovenvermelde Johan. Deze was echter reeds in 1633 lid van de Goudse vroedschap geworden en bleef dat tot zijn overlijden in 1674.9 Mogelijk kreeg hij in 1657 alsnog een kussen met zijn naam toen dit gebruik werd ingevoerd.10

Het karton waarnaar cat. 116-a (althans het bovendeel) werd geweven, waarbij het ontwerp van de uit 1657 bekende vroedschapskussens van Gouda enigszins werd aangepast, zal het 'patroon tot de stats cussens' zijn waarvoor Crijn (of Quirijn) Verblaes in november 1668 werd betaald voor het schilderen ervan.11

Er is een viertal andere kussens bekend dat naar hetzelfde karton werd geweven als cat. 116-a en waarop zich aan de onderzijde wel nog een naambanderol bevindt. Drie van deze kussens zijn in de collectie van de National Gallery of Art in Washington: van A. van der Burgh uit 1672, Mr. Reyer van der Burch uit 1692 en Mr. A. van der Burch uit 1703.12 Het vierde vergelijkbare kussen, van Theodore Jongkint uit 1714, werd geveild in Amsterdam in 1941.13

Conditie:
Goed, met enkele oude restauraties. Het kussenblad is ingelijst, op karton achter glas. Het onderste deel van cat. 116-a, met het ornament van acanthusvoluten, is sterker verbleekt dan de rest en zal een later aangeweven toevoeging zijn.

Cat. 116-a
wandtapijtweverij van Abraham Adriaensz. Goossenson naar ontwerp van Crijn Verblaes
Kussenblad met het wapen van Gouda, 1675
Gouda, Stadhuis Gouda


116-b. Kussen met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Volgens dezelfde basiscompositie als cat. 116-a (zie daar verder), maar naar een ander karton geweven, met de doornenkrans rond het wapen van Gouda gehouden door aanziende leeuwen van natuurlijke kleur en het wapenschild gedekt met een kroon van goud gesierd met negentien parels. Boven links en rechts: 17 51. Daaronder, binnen de rolwerkcartouche: GOUDA. Het schild en de schild­houders staan op een groene grasgrond met daarvoor een witte banderol, waarop: DIRK VERRYST.

Commentaar:
Dit kussen van de vroedschap van Gouda uit 1751 was van Dirk Verrijst (1707-1773), hennepkoopman en lid van de vroedschap van Gouda van 1751 tot aan zijn overlijden in 1773. Hij bekleedde een groot aantal belangrijke functies. Zo was hij vele jaren schepen en bekleedde het ambt van burgemeester van Gouda in 1768-1769 en 1772-1773.14 Hij was de vader van Dr. Albert Verrijst, van het vroedschapskussen cat. 116-f (zie daar verder).

Cat. 116-b werd hoogstwaarschijnlijk vervaardigd door de werkplaats van de Weduwe Alexander Baert en zonen te Amsterdam. Dit bedrijf leverde in de achttiende eeuw een groot aantal kussens voor de vroedschap van Gouda, voor het eerst in 1720 en van 1743 tot 1770 bijna ieder jaar.15 Ook in september 1751 werd aan hen een betaling gedaan voor de leverantie van een Gouds vroedschapskussen in tapisserie, dat van een naam was voorzien.16 Hoewel hierbij niet werd vermeld voor welk vroedschapslid het kussen bestemd was, zal dit naar alle waarschijnlijkheid Dirk Verrijst van cat. 116-b hebben betroffen. Het kussen werd opgemaakt door Jacomina Boëtius te Gouda.17

Het Stadhuis van Gouda bezit naast cat. 116-b nog een ander kussen dat naar dezelfde versie van het karton is geweven (zie cat. 116-c). Ook in Museum Gouda is een dergelijk kussen (zie cat. 116-a). Daarnaast is er nog een vijftal andere kussens naar dit karton bekend, waaronder cat. 133, in Kasteel het Nijenhuis, Heino/ Wijhe (zie aldaar), een kussen (van Bastiaen van Ravensberg, 1748) in een Nederlandse particuliere collectie18 en drie exemplaren in de kunsthandel.19

Conditie:
Goed.

Cat. 116-b
wandtapijtweverij van Weduwe Alexander Baert en soonen naar ontwerp van Anoniem 1751
Kussen met het wapen van Gouda, 1751
Gouda, Stadhuis Gouda


116-c. Kussenblad met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Naar hetzelfde karton geweven als cat. 116-b (zie daar verder) met boven links en rechts: 17 56 en onderaan op de banderol: Mr. ADRIAAN PRINS.

Commentaar:
Dit kussenblad van de vroedschap van Gouda uit 1756 was van Mr. Adriaan Prins (1723-1780), ontvanger convooien en licenten van de Admiraliteit op de Maze en lid van de vroedschap van Gouda van 1756 tot aan zijn overlijden in 1780. Hij was vele jaren schepen en bekleedde het ambt van burgemeester van Gouda in 1779-1780.20

Cat. 116-c werd hoogstwaarschijnlijk vervaardigd door de werkplaats van de Weduwe Alexander Baert en zonen te Amsterdam. Mogelijk werd het kussen pas een jaar na het aantreden in de vroedschap van Mr. Adriaan Prins afgeleverd, omdat er een leverantie van twee kussenbladen door de Amsterdamse werkplaats is gedocumenteerd in 1757, maar van geen enkele in 1756.21

Conditie:
Met veel losliggende kettingdraden, die nu en dan zijn vastgezet. Het kussenblad is ingelijst, op karton achter glas.

Cat. 116-c
wandtapijtweverij van Weduwe Alexander Baert en soonen naar ontwerp van Anoniem 1756
Kussenblad met het wapen van Gouda, 1756
Gouda, Stadhuis Gouda


116-d. Kussenblad met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Volgens dezelfde basiscompositie als cat. 116-b (zie daar verder; voor de wapenbeschrijving, zie cat. 116-a), maar naar een ander karton geweven, met fijner getekende aanziende leeuwen van natuurlijke kleur als schildhouders en een okerbruin fond, waarop boven links en rechts: 17 80. Onderaan op de banderol: FRANÇOIS DECKER.

Commentaar:
Dit kussenblad van de vroedschap van Gouda uit 1780 was van Mr. François Decker, heer van Ursem (1749-1817). Hij was afkomstig uit Amsterdam, waar hij belangrijke functies bekleedde. Vanaf 1780 tot de komst van de Fransen in 1795 was hij in Gouda lid van de vroedschap, verschillende jaren schepen, in 1788-1793 baljuw en in 1794 burgemeester van Gouda.22

Voor de periode 1779-1791 is gedocumenteerd dat de laatste kussens in tapisserie voor de vroedschap van Gouda werden vervaardigd in de Zuidelijke Nederlanden op de werkplaats van Jacob II van der Borcht te Brussel.23 Voor het op cat. 116-d ingeweven jaar 1780 zijn er echter geen documenten betreffende zijn leveranties bekend.24

Evenmin is gedocumenteerd door wie de aanpassing van het karton werd geschilderd dat werd gebruikt door de Brusselse werkplaats van Jacob II van der Borcht, onder andere voor cat. 116-d. Het grootste verschil met het door de werkplaats van de Weduwe Alexander Baert en zonen in Amsterdam gebruikte karton is het vollere en fijner getekende uiterlijk van de aanziende leeuwen die het wapen van Gouda vasthouden. Dit nieuwe karton zal zijn vervaardigd in 1774, of mogelijk nog daarvoor, omdat een kussen voor Mr. Huybert van Eyck uit dat jaar reeds naar deze versie werd geweven.25 Heel waarschijnlijk zal dat laatstgenoemde exemplaar dan ook zijn vervaardigd door de werkplaats van Jacob II van der Borcht, hoewel er pas vanaf 1779 leveranties door hem zijn gedocumenteerd. In 1789 werd om onbekende redenen een nieuwe versie van het karton voor Van der Borcht geschilderd, door de verder niet bekende schilder J. Crokaert.26 Er zijn geen wapenkussens van Gouda overgeleverd uit dat jaar of daarna, die een beeld kunnen geven van wat deze uitvoering van het karton inhield.

Andere overgeleverde exemplaren geweven naar hetzelfde karton als cat. 116-d zijn die van Marcellus Bisdom van Vliet uit 1782 van Museum Paulina Bisdom van Vliet, Haastrecht (cat. 131), van Mr. Willem Mauritz Swellengrebel uit 1788 van Museum Gouda te Gouda (cat. 114-b), van Pieter Smaasen, ook uit 1788 in De Wiersse, Vorden (cat. 114) en van Jan Bouwens, eveens uit 1788, van het Rijksmuseum in Amsterdam.27 Bovendien bevonden zich tot 1981 nog twee exemplaren uit 1788, van Frederik van Breda en Mr. Jeronimus van Bassen Jongbloet, in een Engelse collectie.28

Conditie:
Met tamelijk veel oude, verkleurde restauraties. Het kussenblad is ingelijst, op karton achter glas.

Cat. 116-d
wandtapijtweverij van Jacques van der Borcht a Castro (II) naar ontwerp van Anoniem 1780
Kussenblad met het wapen van Gouda, 1780
Gouda, Stadhuis Gouda


116-e. Een kussen met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Naar hetzelfde karton geweven als cat. 116-d (zie daar verder) met boven links en rechts: 17 80. Onderaan op de banderol: Mr. DIDERIK GREGORIUS VAN TEYLINGEN HEER VAN CAMERYK.

Commentaar:
Dit kussen van de vroedschap van Gouda is voorzien van de ingeweven naam van Mr. Diderik Gregorius van Teijlingen, heer van Kamerik en de beide Houdijken (1752-1837), met het jaartal 1780, het jaar waarin hij aantrad in de vroedschap. Van Teijlingen kwam oorspronkelijk uit Rotterdam, maar was poorter van Gouda vanaf 1772. Hij bleef lid van de vroedschap van Gouda tot 1795 en was burgemeester van Gouda in 1793-1794.29

Cat. 116-e zal evenals cat. 116-d zijn gemaakt op de werkplaats van Jacob II van der Borcht te Brussel, waarvan is gedocumenteerd dat de kussens voor de vroedschap van Gouda in de periode 1779-1791 werden vervaardigd. Er zijn echter geen documenten betreffende deze leverantie bekend.30

Conditie:
Goed.

Cat. 116-e
wandtapijtweverij van Jacques van der Borcht a Castro (II) naar ontwerp van Anoniem 1780
Kussen met het wapen van Gouda, 1780
Gouda, Stadhuis Gouda


116-f. Kussenblad met het wapen van Gouda


Beschrijving:
Naar hetzelfde karton geweven als cat. 116-d (zie daar verder) met boven links en rechts: 17 80. Onderaan op de banderol: Dr. ALBERT VERRYST.

Commentaar:
Dit kussenblad van de vroedschap van Gouda uit 1780 was van Dr. Albert Verrijst (1735-1803), die vanaf 1780 tot de komst van de Fransen in 1795 lid was van de vroedschap, verschillende jaren schepen en in 1788-1789 en 1792-1793 burgemeester van Gouda was.31 Hij was de zoon van Dirk Verrijst, van het vroedschapskussen cat. 116-b (zie daar verder).

Hoewel er geen documenten betreffende deze leverantie bekend zijn zal cat. 116-f evenals cat. 116-d-e zijn geweven op de werkplaats van Jacob II van der Borcht te Brussel, waar de kussens voor de vroedschap van Gouda in de periode 1779-1791, en mogelijk al vanaf 1774, werden vervaardigd.32

Conditie:
Goed, met op enkele plekken losliggende kettingdraden. Het kussenblad is ingelijst, op karton achter glas.

Cat. 116-f
wandtapijtweverij van Jacques van der Borcht a Castro (II) naar ontwerp van Anoniem 1780
Kussenblad met het wapen van Gouda, 1780
Gouda, Stadhuis Gouda


Notes

1 Schoute 1989, p. 46.

2 Van Ysselsteyn 1936, II, nrs. 770-771.

3 De Jong 1985, p. 351.

4 Zie bij cat. 116-d-e-f.

5 Zie Van Ysselsteyn 1936, II, nrs. 754-755.

6 Zes exemplaren in het Stadhuis van Gouda, zie ook cat. 116-b-f. Verder bevinden zich vroedschapskussens van Gouda in: Museum Gouda, cat. 114-a-b, Museum Paulina Bis­dom van Vliet te Haastrecht, cat. 131, Kasteel het Nijenhuis, Heino/ Wijhe, cat. 133, De Wiersse, Vorden, cat. 131 en twee in het Rijksmu­seum te Am­sterdam, Inv. BK-3958 en BK-16227, zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 49, 77.

7 Zie het overzicht in Hartkamp-Jonxis 1994-1995, pp. 28-30. In de kunsthandel bevond zich bovendien nog een kussenblad uit 1744 van Mr. Dirk Aemilius Jongkint (in 1973 bij Mayorcas Ltd. te Londen en in 1978 bij Dirven in Eindhoven. Zie Antiek 8 (juni/juli 1973), 1, advertentie op p. 64; Catalogus Antiekbeurs Delft 1978, stand 27). In een Nederlandse particuliere collectie (inventaris Kalf nr. 354) is een kussen uit 1748 van Bastiaen van Ravensberg. Verder bevond zich in 2012 een 18de-eeuws vroedschapskussen van Gouda in een particuliere collectie te Gouda.

8 Inventaris Kalf nr. 369. Afkomstig van veiling Amsterdam, Mak van Waay, 31 oktober 1967, nr. 2835, met afb.

9 De Jong 1985, p. 351.

10 Voor een vroedschapskussen van Gouda met het jaartal 1657 en de ingeweven naam van D. van Groenendyck, in het Rijksmuseum, Amsterdam, zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 77.

11 Zie Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 731. Zijn vader was hoogstwaarschijnlijk Claes Crynen (Nicolaes Quirijnsz) Verblas, tapitsier, die in Goudse documenten uit 1644, 1650 en 1654 wordt vermeld. Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 624, p. 467.

12 Respectievelijk National Gallery of Art, Washington, inv. 1942.9.459, 1942.9.461 en 1942.9.463, alle afkomstig uit de Widener Collection.

13 Collectie dhr. S.P.D. May en mevr. R. May-Fuld (2de gedeelte), veiling Amsterdam, Frederik Muller & Co., 2-5 december 1941, nr. 145, met afb. Huidige verblijfplaats onbekend.

14 De Jong 1985, p. 378.

15 Van Ysselsteyn 1936, II, nrs. 918, 943-949, 951, 953-955, 957-958.

16 Idem, nr. 948.

17 Ibidem.

18 Inventaris Kalf nr. 354.

19 Van Mr. Dirk Aemilius Jongkint, 1744 (bij kunsthandel Jan Dirven, Eindhoven in 1978), Dr. Willem van der Hoeve, 1748 (Veiling Amsterdam, Frederik Muller, 2-5 mei 1922, nr. 580, met afb.; aldaar opnieuw, 25 november 1924, nr. 924, met afb.) en Mr. Pieter Hoogwerff, 1748 (Veiling Londen, Christie's, 14 november 2002, nr. 180, met afb.).

20 De Jong 1985, p. 366.

21 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 953.

22 In 1952 werd ter gelegenheid van de restauratie van het stadhuis 'Een antiek Gouds burgemeesterskussen' geschonken door T.P. Viruly en Co.'s Stoomzeepziederij 'De Hamer' N.V. (Geschenken ten behoeve van het Stadhuis, Oudheidkundige kring 'Die Goude'. Zevende verzameling Bijdragen, 1952, p. 158.) Het is echter onbekend welk van de kussens cat. 116-c-d-f dit betrof.

23 De Jong 1985, pp. 339-340.

24 Van Ysselsteyn 1936, II, nrs. 960-962, 964-966. Zie ook cat. 116-e-f, cat. 131, Museum Paulina Bisdom van Vliet, Haastrecht en cat. 208, De Wiersse, Vorden. De Fondation Toms Pauli te Lausanne bezit een wapenkussen van Gouda dat ook wordt toegeschreven aan de werkplaats van Jacob II van der Borcht, maar niet is voorzien van een jaartal of de naam van een vroedschapslid. Delmarcel, De Reyniès 2010, p. 297, cat. 95.

25 Zie ook cat. 116-e-f.

26 Collectie Rudolf Mosse, veiling Berlijn, Rudolf Lepke, 29 mei 1934, nr. 243, met afb. Tegenwoordige verblijfplaats onbekend.

27 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 965. Zie ook Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 173.

28 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 49.

29 Collectie baroness Emmet of Amberley, veiling Sotheby, King and Chasemore, Amberley Castle, West Sussex, 30 september-1 oktober 1981, nr. 75. Zie verder bij cat. 208, De Wiersse, Vorden.

30 Zie bij cat. 116-d, onder herkomst.

31 De Jong 1985, p. 375.

32 Zie verder bij cat. 116-d.

33 De Jong 1985, p. 379.

34 Zie verder bij cat. 116-d.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree