100. Jacht op het wild zwijn en twee wapenschilden (fragment)
Beschrijving:
In een heuvelachtig landschap met enkele verspreid staande bomen zijn drie mannen te paard en twee te voet met honden en speren (met kwasten onder de ijzeren punten) bezig aan de jacht. In het centrum van de voorstelling rent een wild zwijn naar rechts terwijl een hem achtervolgende hond zich in zijn rechteroor vastbijt. Linksachter deze hond zijn nog de kop en voorpoten van een tweede hond zichtbaar. In het midden en links steken twee ruiters, met de hoofden van hun paarden naar elkaar toe gewend, met hun speren naar het zwijn. Achter de hoge, kale stam van de boom rechts staat een jager die zijn speer richt op de kop van het aanstormende dier. Op de achtergrond rijdt links een ruiter die een tweede wild zwijn opdrijft in de richting van een jager die klaar staat om het met zijn speer neer te steken. Op de voorgrond staan verschillende grote bloeiende planten. Midden bovenaan bevinden zich naast elkaar twee (aan de bovenzijde iets afgesneden) wapenschilden: links een groot schild met eromheen een keten met onderaan een medaille van de Orde van Sint-Michael en rechts een kleiner schild omgeven door een geknoopt koord met aan de onderzijde twee kwasten.
Commentaar:
Dit fragment van een wandtapijt met een voorstelling van de jacht met speren en honden op het wild zwijn of ever, zal oorspronkelijk onderdeel hebben uitgemaakt van een reeks Jachten.
Het ontwerp van cat. 100 is geïnspireerd op verschillende tekeningen, prenten naar tekeningen en tapijtontwerpen met Jachten door Jan van der Straet alias Stradanus (1523-1605) uit 1566-1567. Diverse elementen hieruit zijn gecombineerd tot een min of meer nieuw tapijtontwerp. Zo zijn het zwijn met de hem aanvallende hond en de ruiter links op de achtergrond ontleend aan een ontwerp van Stradanus voor een wandtapijt met de Jacht op het wild zwijn met spiesen of speren ('gli spiedi') uit de reeks Jachten voor de Villa van Poggio a Caiano, geweven in Florence tussen 1566 en 1577.1 Daarop zijn aan de speren geen kwasten bevestigd zoals op cat. 100. Dat is wel het geval op een van de bijbehorende wandtapijten met een andere vorm van zwijnenjacht, die met doeken ('le tele').2
In 1578 werd in Antwerpen een boek gepubliceerd met 44 gravures door Philips Galle (1537-1612) naar tekeningen met Jachten van Stradanus, die weliswaar zeer verwant zijn aan de genoemde tapijtontwerpen, doch meest andere composities tonen.3 De drie prenten uit deze reeks die gaan over de Jacht op het wild zwijn betreffen net weer andere taferelen dan op cat. 100.4
Frappant is dat de voorstelling op cat. 100 meer overeenkomsten heeft met de tekeningen en wandtapijten van Stradanus zelf dan met de prenten daarnaar door Galle. Daarbij is het ook opvallend dat de meeste overeenkomsten niet zijn met de Jacht op het wild zwijn, maar met andere Jachten. Zo zijn de figuur van de ruiter in het midden (alleen zit hij op een paard dat in de tegenovergestelde richting rijdt) en ook van de jager achter de boom op cat. 100 ontleend aan de tekening van Stradanus met de Jacht op vossen en hazen5 (afb. a). Een ruiter op een paard in dezelfde houding als op cat. 100 komt voor op een prent door Galle van de stierenjacht.6
De twee naast elkaar geplaatste wapenschilden bovenaan cat. 100 zullen behoren aan de opdrachtgevers of oorspronkelijke eigenaars van dit jachttapijt, een onbekend echtpaar. Links het wapen van de man met eromheen een halsketen met de medaille van de Orde van Sint-Michael, een in 1469 door de Franse koning Lodewijk XI gestichte ridderorde, en rechts het kleinere schild van de vrouw, omgeven door een koord met liefdesknopen, symbool van een huwelijk.7 Helaas is het niet mogelijk de wapens te identificeren, omdat de kleuren te vaal en grauw zijn en daardoor nauwelijks te onderscheiden.8
De kostuums van de rijk geklede jagers, met geplooide pofbroeken en grote halskragen, dateren uit de tweede helft van de zestiende eeuw, begin zeventiende eeuw. De kniebroeken met plooien zijn rechtstreeks ontleend aan voorbeelden van Stradanus.9 De geplooide halskragen waren in de mode vanaf omstreeks 1580 en in de eerste decennia van de zeventiende eeuw.10 De breedgerande hoeden met lage bol, die worden gedragen door de drie jagers op de voorgrond van cat. 100, werden wel al toegepast in het laatste kwart van de zestiende eeuw, maar raakten vooral in de mode ca. 1620-1625.11
Wandtapijten met varianten op Jachten naar Stradanus werden tot ver in de zeventiende eeuw veelvuldig geproduceerd in verschillende productiecentra, vaak van tamelijk grove kwaliteit en met gestileerde voorstellingen. Hiervan zijn nog vele voorbeelden overgeleverd.12 Het meest worden deze wandtapijten toegeschreven aan Oudenaarde.13 Daarnaast moeten ze eveneens vervaardigd zijn in Aubusson en Felletin in Frankrijk.14 Door het ontbreken van merken op dit type wandtapijten met jachtvoorstellingen is het echter niet mogelijk om ze definitief aan een bepaald productiecentrum toe te schrijven.15 Daarnaast is ook het ontbreken van boorden bij cat. 100 een verdere moeilijkheid bij het doen van een uitspraak over de plaats van vervaardiging. De relatief fijn uitgevoerde en bij elkaar geplaatste bloeiende planten op cat. 100 hebben nog de meeste verwantschap met wandtapijten vervaardigd in Oudenaarde in de periode 1560-1600.16 De bomen met tamelijk hoge, kale stammen met littekens van afgekapte takken en in groepjes bij elkaar geplaatste bladeren en vruchten lijken echter weer veel op die van aan Aubusson en Felletin toegeschreven jachttapijten uit het eind van de zestiende eeuw.17 Voor cat. 100 lijkt een datering van omstreeks 1600-1625, enige tijd na de publicatie van de prenten van Galle en ook nadat grote plooikragen en breedgerande hoeden met platte bol in de mode waren gekomen, het waarschijnlijkst.
Een wandtapijt met op de voorgrond een hond en een wild zwijn in vergelijkbare houdingen als op cat. 100, maar in spiegelbeeld en in een verder andere en schematischer uitgevoerde jachtvoorstelling, bevond zich in het begin van de twintigste eeuw in een Zweedse particuliere collectie.18
Conditie:
Redelijk goed. Het tapijt is rondom afgesneden, met een donkerbruine band afgezet en niet meer van boorden voorzien. De kleuren zijn tamelijk verschoten. Restauratie, waarbij de handen van de ruiter in het midden opnieuw zijn geweven, door Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem, 1948. Tevens restauratie na geleden brandschade in 1961. Reiniging en conserveringsbehandelingen, waarbij het tapijt ook op een katoenen steunvoering werd geregen, door Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem in samenwerking met Mieke Albers, 1989.
Cat. 100
wandtapijtweverij van Anoniem Oudenaarde ca. 1600-1625 of wandtapijtweverij van Anoniem Aubusson ca. 1600-1625 naar ontwerp van Anoniem ca. 1600-1625
Jacht op het wild zwijn en twee wapenschilden, ca. 1600-1625
Dordrecht, Huis Van Gijn, inv./cat.nr. 17286
Afb. a
Jan van der Straet
Jacht op vossen en hazen, 1567
Florence, Galleria degli Uffizi, inv./cat.nr. 2347F
Notes
1 Meoni 1998, p. 216, cat. 47.
2 Idem, p. 217, cat. 48.
3 Sellink, Leesberg 2001, III, nrs. 519-562.
4 Idem, nrs. 525-527.
5 Collectie Uffizi, Florence, inv. nr. 2357F. Zie Kloek 1975, nr. 255; Baroni Vannucci 1997, p. 245, nr. 308 en p. 255.
6 Sellink, Leesberg 2001, III, nr. 521. Alleen is de kop van het paard daar opzij gedraaid.
7 Over deze wapens zie ook De Bruyn 1999, p. 33. Over de Orde van Sint-Michael zie Van Steensel, Sanders 2014, pp. 43-46. Zie ook cat. 23 en cat. 134 -a-d, voor kussens met het wapen van Frans Banninck Cocq omgeven door de Orde van Sint-Michael.
8 Het linker wapen is gekwartileerd, 1 en 4 faasgewijs van negen stukken waarschijnlijk van goud (geel) en keel (rossig), 2 en 3 van blauw (?) met een keper van een onduidelijke kleur. Het rechter wapen is waarschijnlijk van zilver (wit) met drie fasen van keel (rossig).
9 Zie ter vergelijking: Meoni 1998, cat. 46-58; Sellink, Leesberg 2001, III, nrs. 519-562.
10 Derkinderen-Besier 1933, pp. 221-222; Derkinderen-Besier 1950, p. 34.
11 Derkinderen-Besier 1933, pp. 232-233; Derkinderen-Besier 1950, pp. 37, 39.
12 Zie bijvoorbeeld de twee wandtapijten met een Struisvogeljacht, cat. 166, Stadhuis Ommen en cat. 199, de Wiersse, Vorden.
13 Bijvoorbeeld twee tot eenzelfde reeks behorende wandtapijten, voorzien van identieke boorden en hetzelfde wapen bovenaan, met een Berenjacht en een Hertenjacht; zie respectievelijk Thomson 1973, afb. naast p. 218 (abusievelijk als Zwijnenjacht) en Göbel 1923a, I, 2, afb. 454.
14 Zie Chevalier, Chevalier, Bertrand 1988, pp. 28-33; veiling Londen, Christie's, 14 november 2002, nrs. 186-187; veiling Londen, Sotheby's, 28 oktober 2004, nrs. 255-256.
15 Zie ook De Meûter 1999a, pp. 106-107; Bertrand 2002, pp. 196, 200.
16 Vergelijk bijvoorbeeld: De Meûter 1999a, pp. 134-146.
17 Vergelijk: Chevalier, Chevalier, Bertrand 1988, pp. 29-33. Een daar gesignaleerde overeenkomst tussen dit type tapijten en prenten van Étienne Delaune (1518-1583) is echter minder duidelijk dan die met het werk van Stradanus en de prenten daarnaar.
18 Van Ysselsteyn 1936, I, p. 302, afb. 59.