49. Een reeks van vijf Landschapsverdures met dieren
Een reeks Landschapsverdures met dieren bedekt alle wandvlakken van de Grote Zaal of Gobelinzaal op de bel-etage van Huis Gunterstein aan de Vecht bij Breukelen, van de vloer tot het plafond.1 De wandtapijten zijn niet voorzien van boorden, waardoor de illusie wordt versterkt van een geheel omringend landschap.
Het huidige Huis Gunterstein werd door de Amsterdamse koopmansweduwe Magdalena Poulle (1632-1699) in 1680-1681, vermoedelijk naar ontwerp van Adriaen Dortsman, gebouwd op de plaats van het oude kasteel Gunterstein, dat in 1673 door de Fransen door brand was verwoest.2 Het kasteel en de inboedel is na het overlijden van Magdalena Poulle volgens een testamentaire bepaling (fideï-commis) steeds nagenoeg intact en bij elkaar gebleven.3 Er bestaan echter geen oude boedelbeschrijvingen van Gunterstein waar eventueel meer informatie over de wandtapijten uit te halen zou zijn.4 In 1952 werd de Stichting Ridderhofstad Gunterstein opgericht, die verantwoordelijk is voor het behoud en het beheer van het kasteel, dat nog steeds wordt bewoond door haar nazaten.5
De interesse van de familie Poulle voor wandtapijten blijkt tevens uit de gedocumenteerde aanschaf van een tapijtreeks in Antwerpen. De broer en erfgenaam van Magdalena Poulle, Benjamin Poulle (1646-1711), die in 1699 Gunterstein van haar erfde, kocht namelijk in 1702 van de Antwerpse firma Naulaerts, via de handelaarster juffrouw Visser in Den Haag, een reeks wandtapijten met de Vier Werelddelen en Sapientia.6 Deze waren evenwel niet bestemd voor Huis Gunterstein, maar waarschijnlijk voor zijn huis aan de Singel in Amsterdam of anders voor de door hem in 1691 gebouwde buitenplaats Huis Berkenrode bij Haarlem (door brand verwoest in 1747).7
Vanwege het voorkomen van een zeer verwante pauwenfiguur als die van cat. 49-a op een van de landschapsverdures in het Bartholomeus Gasthuis te Utrecht en een deels dezelfde compositie als van cat. 49-d op een wandtapijt in Slot Zuylen, die respectievelijk in 1642-1644 en omstreeks 1670 werden vervaardigd door de werkplaats van Maximiliaan van der Gucht te Delft, lijkt deze werkplaats het meest waarschijnlijk als de producent van de reeks te Gunterstein.8
Bovendien is er een grote overeenkomst van de grote stenen bogen op deze tapijten met de ruïnes die te zien zijn op een gravure van omstreeks 1730 van de wandtapijten in de grote vergaderzaal van de Staten van Holland en West-Friesland op het Binnenhof in Den Haag.9 (afb. a) Deze tapijten bleven tot het begin van de negentiende eeuw op hun plaats. Dat Van der Gucht de landschapsverdures met de ruïnes voor de Statenzaal vervaardigde, is op te maken uit het contract van het Delftse stadsbestuur met Maximiliaan van der Gucht van 8 mei 1662 voor een reeks voor het stadhuis van Delft naar hetzelfde 'patroon' als de toen net voltooide wandtapijten voor de Gecommitteerde Raden.10
Op cat. 49-a-b is op de achtergrond van de landschappen drie keer een landhuis voorgesteld dat veel lijkt op het Huis Gunterstein zelf in de situatie van vóór 1750 en uit verschillende richtingen gezien, als statussymbool bij uitstek.11 (afb. b) Hierbij zijn verschillende details in borduurwerk toegevoegd, mogelijk om het huis beter tegen de lucht te doen uitkomen.
De datering van de wandtapijten van Gunterstein zal ergens liggen tussen 1681, het jaar waarin de bouw van het op de wandtapijten afgebeelde Huis Gunterstein werd voltooid, en 1689, het sterfjaar van Maximiliaan van der Gucht.12 Cat. 49-a-e is het enige nog bekende voorbeeld van landschapsverdures door Van der Gucht met daarop grote ruïnes met muurbogen.
Het is niet geheel duidelijk waarom er zich in het tapijt op de noordwand (cat. 49-a) een naad bevindt, waar de voorstelling niet helemaal doorloopt. Mogelijk heeft dit iets te maken met de deur op die plek in de Gobelinkamer.
Na de voltooiing van het lange restauratieproces van de wandtapijten is de Gobelinzaal in 1996-1997 gecompleteerd met een nieuw geschilderd plafond door Huub Kurvers met een kleurcompositie die is geïnspireerd op de landschapsverdures.13
Cat. 49
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Reeks landschapsverdures met dieren, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
Afb. a
Jan Caspar Philips naar Mattheus Terwesten en naar Gerrit van Giessen
Vergaderkamer van de Staten van Holland en West-Friesland, ca. 1730
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. RP-P-1921-295
Afb. b
Detail uit cat. 49-a (rechterhelft) met gezicht op de voorzijde van Huis Gunterstein.
49-a. Landschapsverdure met dieren en muurbogen (lopend van de westwand, rechts van het raam over de gehele noordwand tot en met de oostwand, links van de schoorsteen)
Beschrijving:
Een panoramisch landschap loopt van de westwand, rechts van het raam, over de gehele noordwand naar de oostwand, links van de schoorsteen.
Westwand, rechts van het enige raam daarin: verschillende loofbomen staan dicht op elkaar. In de boom rechts loopt een eekhoorn met zijn staart omhoog over een schuine kale tak. Links op een tak zit een roofvogel. Op de voorgrond staan enkele grote bloeiende planten.
Noordwand: in een glooiend en bebost landschap is links een waterpartij met daarin twee zwemmende witte zwanen. Op de achtergrond is een doorkijk naar een groot landhuis, gelijkend op de zuidelijke zijgevel van Gunterstein, met rechts enkele bijgebouwen. (afb.) In de lucht daarboven, tussen de boomkruinen, vliegen enkele vogels en valt een valk een reiger aan. Links in de bomen zit een papegaai. Meer naar rechts staat een grote boom met daarin een eekhoorn zittend op een tak en erboven een witte kaketoe en een vliegende zwart-witte vogel. Aan de voet van deze boom staat links een soort kalkoen en rechts ervan een grote bloeiende stokroosplant.
Iets meer naar rechts loopt over de gehele hoogte een naad waardoor het patroon daar niet aansluit. De voorstelling begint hier met een in twee hoogtes tot aan de bovenrand doorlopende muur, met een lagere muur erachter, opgebouwd uit grote steenblokken en beide met verschillende muurbogen erin.14 Hiervoor is de kop en het bovenlijf van een hert zichtbaar en op de voorgrond staat een hoge plant. Onder de achterste boog rijdt in de verte een ruiter te paard. Rechts van de muur staat een iets scheef groeiende boom, met in de kruin een vliegende ooievaar. Iets lager vliegt een vogel met een opvallende rode kop in de richting van een vergelijkbaar soort vogel in de boomgroep rechts. Achter de scheve boomstam vandaan komt de kop tevoorschijn van een jachthond15 die zwemt in de richting van twee duikende en zwemmende eenden met hun jongen in een waterpartij. Tussen de bomen is een doorkijk naar een landhuis, met links en rechts ervoor twee bijgebouwen, wat opvallend veel overeenkomsten vertoont met de op het oosten gelegen voorzijde van Huis Gunterstein. Rechts loopt een grote eend met wijd opengesperde snavel het bos in. Op de voorgrond staan enkele grote, bloeiende planten.
Oostwand, links van de schoorsteen: een bosrand met op de voorgrond een staande pauwhaan met een lange staart. Hierboven vliegen verschillende eenden en andere vogels. Rechts zit een kleine vogel op een tak.
Commentaar:
De voorstelling van cat. 49-a loopt door over drie wanden. Ongeveer in het midden van de noordwand is een verticale naad, waarbij de voorstelling niet geheel aansluit, en een uitsnijding voor de dubbele deur naar de gang.16
Een verwante pauw in dezelfde houding met lange afhangende staart komt voor op een van de landschapsverdures in het Bartholomeus Gasthuis te Utrecht, die werden vervaardigd door Maximiliaan van der Gucht in 1642-1644.17
Conditie:
Restauratie dhr. J. Welbooren te 's-Gravenhage (1955-1992) door middel van herwevingen, voltooid (twee entre-fenêtres, cat. 49-c-d) bij de Stichting Werkplaats tot herstel van Antieke Textiel te Haarlem (1992-1995) door middel van de conservatie methode.
Cat. 49-a
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Landschapsverdure met dieren en muurbogen, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
49-b. Landschapsverdure met pauwhen (oostwand, rechts van de schoorsteen, iets doorlopend over de zuidelijke raamwand)
Beschrijving:
Een heuvelachtig en bebost landschap met op de voorgrond een pauwhen op de oever van een stromend beekje, terwijl van rechts een vogel daarop aanvliegt. Rechts daarvan, in de hoek van oostwand naar zuidwand, is een doorkijk naar het landschap in de verte met over de bocht van een rivier een brug op bogen die leidt naar een groot gebouw met in het midden een toren en links enkele bijgebouwen, waarin mogelijk ook Huis Gunterstein is te herkennen, gezien vanuit het noordwesten. Daarachter ligt een dorp of stad met in het midden een grote kerk met een hoge toren. Op het rechts om de hoek naar de zuidelijke raamwand lopende stuk is deels een uit grote steenblokken opgebouwde muur te zien, met onderaan een boog waaronder water naar beneden stroomt.
Commentaar:
In dit wandtapijt is op de oostwand een uitsnede gemaakt voor de deur naar de aangrenzende alkoofkamer.18
Conditie:
Zie bij cat. 49-a.
Cat. 49-b
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Landschapsverdure met pauwhen, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
49-c. Landschapsverdure met schaap en bok (zuidelijke raamwand, linker entre-fenêtre)
Beschrijving:
Twee rijen bomen lopen iets schuin de diepte in. Ervoor bevindt zich een liggend schaap met rechts daarvan een bok, zijn rug gewend naar de beschouwer, die enige grote bladeren in zijn bek heeft. Geheel op de voorgrond staan enkele grote bloeiende planten. Linksboven op een tak zit een kleine vogel. Een tweede vogel vliegt rechts daarvan. Tussen de rijen bomen in een ver verschiet staat een gebouw met torens.
Commentaar:
Geen.
Conditie:
Zie bij cat. 49-a.
Cat. 49-c
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Landschapsverdure met schaap en bok, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
49-d. Landschapsverdure met hert en kaketoe (zuidelijke raamwand, rechter entre-fenêtre)
Beschrijving:
Tussen twee rijen bomen die recht de diepte ingaan ligt een hert met een groot gewei. Erachter is een doorkijk naar velden, bosschages en een dorp in de verte, waaruit enkele torens oprijzen. Boven in een boom zit op een tak een grote witte kaketoe met uitgeslagen vleugels. Bij de boomkruin vliegt nog een kleine vogel.
Commentaar:
Hetzelfde laantje met een vergelijkbare doorkijk komt voor op een van de wandtapijten in Slot Zuylen (cat. 167-c), vervaardigd door de werkplaats van Maximiliaan van der Gucht, omstreeks 1670. Daar is het liggende hert echter vervangen door een geit die haar jong zoogt.
Conditie:
Zie bij cat. 49-a.
Cat. 49-d
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Landschapsverdure met hert en kaketoe, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
49-e. Landschapsverdure met liggend hert (westelijke raamwand, links van het raam, iets doorlopend over de zuidelijke raamwand)
Beschrijving:
Aan een bosrand met grote bloeiende planten op de voorgrond en een slingerende en vruchtdragende kalebasplant ligt een hert met een groot gewei. Links is tussen de bomen een hoekig gebouw met een gemetselde stenen boog in een muur (een watermolen?) zichtbaar en meer naar de verte een ommuurde stad met een kerk. In de bomen zitten verschillende vogels.
Commentaar:
Geen.
Conditie:
Zie bij cat. 49-a.
Cat. 49-e
wandtapijtweverij van Maximiliaan van der Gucht naar ontwerp van Anoniem ca. 1681-1689
Landschapsverdure met liggend hert, ca. 1681-1689
Breukelen (Utrecht), Stichting Ridderhofstad Gunterstein
Notes
1 De reeks is in totaal uit elf stukken opgebouwd. Zie Lugtigheid 1998a. Zelfs de kleine muurvlakken boven de drie ramen zijn voorzien van smalle tapijtstroken. Deze stroken, met planten en gebladerte, waartussen nu en dan een vogel, zullen hier niet apart worden beschreven.
2 Hensbergen 1995, p. 212-217; Vlaardingerbroek 1998, p. 240; Vlaardingerbroek 2001, pp. 74-75.
3 Quarles van Ufford 2001, pp. 68-73. Over Magdalena Poulle, zie Elias 1903-1905, 2, p. 671.
4 Zie Quarles van Ufford 2001, p. 73. In een aanvulling op het testament van Ferdinand van Collen de Jonge (1681-1764) uit 1755 wordt op 'het huijs te Gunterstein' melding gemaakt van: 'het tapijt in de groote Kamer, hetgeen hij heer comparant aldaar heeft doen brengen, in plaats van een Silvere Fruijtschaal, die op het overlijden van zijn heer comparants vader aldaar bevonden wierd, en naderhand versmolten is.' Archief van Gunterstein, inv. B 214. Met dank aan Jet Pijzel-Dommisse voor inzage in een afschrift van het volledige document, uit L.A. Quarles van Ufford, Het fide-commis van Gunterstein en Tienhoven, ongedateerd (na 1952) getypt en gebonden manuscript, pp. 112-113. Deels geciteerd in Quarles van Ufford 2001, p. 70. Dit zal echter niet gaan over de wandtapijten (cat. 49-a-e), maar een geknoopt vloertapijt betreffen ter waarde van een in 1735 op Gunterstein aanwezige zilveren fruitschaal.
5 Sinds 1935 de familie Quarles van Ufford.
6 Fock 1997, p. 76, noot 147, uit: Denucé 1936, pp. 220, 231, 269. Voor een andere (latere) uitvoering van deze reeks, zie cat. 152-a-d, Stadhuis Leeuwarden. De tapijthandel van juffrouw en Willem Visser in Den Haag was vaker betrokken bij de invoer van wandtapijten uit de Zuidelijke Nederlanden. Zo leverde deze ook in 1706 een reeks Oudenaardse landschapsverdures met vogels en dieren voor het stadhuis in Maastricht. Zie Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 885; Kalf 1988, pp. 191, 193, 251-252, doc. nrs. 20-27; De Meûter 1999a, p. 211; De Meûter 2016, pp. 238, 430.
7 Over Benjamin Poulle, zie Elias 1903-1905, 2, pp. 670-672, nr. 272.
8 Zie cat. 183-a, Bartholomeus Gasthuis, Utrecht en cat. 167-c, Slot Zuylen, Oud-Zuilen.
9 Met dank aan Krijn van den Ende. Zie Nusselder 2001, pp. 148-149, met afb. Hierin wordt het ontwerp van de landschapsverdures toegeschreven aan Pieter Post. Aannemelijker is echter dat Post de reeks wandtapijten ontwierp in het hogere register van de wanden, met toeschouwers achter een balustrade, die waarschijnlijk in Schoonhoven werden vervaardigd.
10 Van Ysselsteyn 1936, II, nr. 682.
11 Hensbergen 1995, p. 215; Fock 1997, p. 67; Pijzel-Dommisse 1997, p. 25, afb. 29; Lugtigheid 1998a.
12 Dat er bij de bouw van Gunterstein meteen wandtapijten bedoeld waren voor deze kamer blijkt ook uit het feit dat de deuren ervan, die door de wandtapijten aan het zicht zijn onttrokken, slechts zijn afgewerkt met een zeer dunne verflaag. Zie Vlaardingerbroek 1998, p. 240.
13 Zie Kurvers 1998.
14 Van de muur links is bij de samenvoeging tevens iets afgesneden.
15 Op de kleurenafbeelding is deze achter de commode verscholen.
16 De zaal meet 933 bij 577 cm en is 465 cm hoog. Vlaardingerbroek 1998, p. 240.
17 Zie cat. 183-a.
18 Zie hierover Vlaardingerbroek 1998, p. 240.