35. Twee canapés, in gebruik als chataniembanken, bekleed met tapisserie met bloemen, vruchten en dieren in landschappen
Beschrijving:
De twee canapés zijn bijna even groot, uitgevoerd naar hetzelfde ontwerp, met dichte armleuningen, maar elk bekleed met tapisserie in een ander, bijpassend ontwerp, waarbij in alle voorstellingen het licht van rechts komt.
Cat. 35-a, Bloemen in vele verschillende kleuren, zoals tulpen, rozen, papavers, stokrozen en sneeuwbollen, zijn dicht opeen geplaatst langs de onderrand van de zitting, de bovenrand van de rug en de buitenrand van de zijleuningen.
Rug: in een vlak landschap, met heuvels in de achtergrond, loopt een rivier van rechts op de voorgrond diagonaal naar links in de verte, met op de oevers enkele bomen, zoals rechts een knotwilg, bosschages en links in het verschiet een dorpje met enkele huizen en een kerk met een spitse toren.1 Op de voorgrond in het midden staat een grote zilverkleurige etagère waarvan de drie verdiepingen zijn beladen met allerlei vruchten in lagen: bovenaan een ronde schotel met abrikozen en pruimen, daaronder een grotere schaal met perziken en verse vijgen waartussen witte jasmijnbloemen zijn gestoken en op het onderste, rechthoekige blad nog een drietal perziken en grote trossen blauwe en witte druiven die over de randen steken. Voor en aan weerszijden naast de etagère liggen nog enkele takken met druiventrossen, een grote meloen, een deels aangesneden citroen met daaraan een loshangende spiralende schil, een opengesneden granaatappel en een kleine, aangesneden meloen. Links staat een havik met zijn beide poten op een gedode fazant en buigt zich voorover naar zijn prooi. In het midden, op de grond voor de etagère, staat een fazantenkuiken met uitgeslagen vleugels en in schrik achterom kijkend in de richting van de havik. In de lucht midden boven, deels zichtbaar achter de bloemenrand, vliegt een tweede havik naar rechts. Rechts zit een ekster, met de kop naar rechts gewend, op een dode, afgebroken tak.
Zitting: op een verhoging in een landschap ligt in het midden een rechthoekige stenen plaat, waarop een goudkleurige metalen kan met een groot gebogen oor staat. Vanuit de kan hangen verschillende zware takken met vruchten naar beneden: appels, peren, blauwe en witte druiven, perziken, abrikozen, pruimen, granaatappels en een meloen. Bij de voet van de kan staan twee jonge roofvogels: links een met alleen het achterlijf en de poten zichtbaar en rechts een kijkend over de rand van de stenen plaat. Links, voor een grote distelplant komt een volwassen roofvogel, waarschijnlijk ook een havik, aangevlogen. Rechts rent een haas naar rechts aan de voet van een grote plant met een roze bloem. Links en rechts zijn smalle doorkijken naar het landschap op de achtergrond, met enkele bomen.
Leuning links: in een landschap met een lage horizon zit links op de voorgrond een etende eekhoorn naar links gericht, naast een plant met grote bladeren rechts.
Leuning rechts: in een landschap met een lage horizon zit rechts op de grond een etende haas, kijkend naar rechts, naast een grote plant met kleine bloemen in de top.
Cat. 35-b, Rug: in het midden staat een goudkleurige metalen kan met een groot, sierlijk oor op een rechte stenen plaat. Eruit en erlangs hangen tot op de grond vele verschillende bloemen in allerlei kleuren, zoals rozen, papavers, seringen, stokrozen en sneeuwbollen. Links van de kan staat een bloeiende kamperfoelie en rechts een wijnrank met trossen blauwe druiven, waarvan de bloemen en bladeren uitwaaieren langs de bovenrand van de tapisserie. Geheel links staat op de grond een lage rieten mand met daarin vruchten zoals perziken, peren, een opengesneden granaatappel, een tak met kersen en erboven een bloeiende rozentak. Geheel rechts, op een voetstuk, staat een brede witte vaas gedecoreerd met blauwe motieven, goudkleurige randen en het opschrift DESARTAVX in blauw rond de voet2, met daarin bloemen zoals rozen, seringen, papavers, stokrozen, anjers en gele trosbloemen. Hiertussen zijn nu en dan delen zichtbaar van het landschap op de achtergrond, met heuvels en links loofbomen, waarvan een vijftal in een diagonale rij is geplaatst.
Zitting: in een landschap met een lage horizon en bosschages en heuvels in de verte, staat in een groen veld op de voorgrond in het midden een groot goudkleurig metalen koelvat dat uitbundig gevuld is met bloemen, zoals rozen, tulpen, seringen, kamperfoelie, jasmijn, sneeuwbollen, anjers, papavers en stokrozen en vruchten zoals perziken en druiventrossen. Links staat een grote bloeiende rode papaverplant en rechts een bloeiende iris en een stokroos met gele bloemen. Langs de onderrand van de tapisserie zijn allerlei verschillend gekleurde bloemen, zoals papavers, rozen, jasmijn, anjers stokrozen, sneeuwbollen en ranonkels, dicht naast elkaar neergelegd.
Leuning links: in een glooiend landschap met bomen op de achtergrond staat rechts op de voorgrond een goudkleurig metalen reukvat waar rookwolken uitkomen door de gaten in het deksel. Links liggen enkele appels. Langs de buitenrand van de tapisserie slingert zich een tak met rozenbottels van onder naar boven.
Leuning rechts: op de voorgrond van een nauwelijks zichtbaar landschap liggen een opengesneden meloen, een druiventros en twee perziken. Hierboven loopt een grote tak met paarse seringen langs de buitenrand van de tapisserie.
Commentaar:
Deze twee bijbehorende canapés, met identiek houtwerk in rococostijl, bekleed met fraaie tapisserie van zeer hoge kwaliteit naar twee verschillende, maar bijpassende ontwerpen, zijn luxueuze meubels met niet-religieuze, niet-joodse voorstellingen.3 Ze hebben in de Portugese Synagoge te Amsterdam een rituele functie als 'chataniembanken', ook wel 'bruidegomscanapés' genoemd. Deze worden op de feestdag Simchat Tora (Vreugde der Wet), aan het einde van het Loofhuttenfeest, geplaatst aan weerszijden van de hechal, waarvan dan alle deuren zijn geopend zodat de (minimaal dertien) met mantels en kronen versierde Torarollen daarin zichtbaar zijn.4 Op de canapés zitten dan de twee gemeenteleden die dat jaar de erefunctie van 'chataniem' of 'bruidegommen der wet' vervullen. Dit zijn in principe mannen die eerder dat jaar in het huwelijk traden. Hiervan leest de 'chatan Tora' (bruidegom van de Tora) de laatste passage van de Torarol en de 'chatan beresjiet' (bruidegom van het begin) het begin van de nieuwe Torarol, waarop een nieuwe jaarcyclus van Toralezingen begint.5
De schenking van deze canapés aan de Portugese Synagoge is gedocumenteerd op 30 september 1741 (20 tisjri 5502), door een onbekende gever.6 Al in dat document, een resolutie waarin de schenking wordt aanvaard, wordt aangegeven dat de twee banken of canapés bestemd waren om te gebruiken voor de bruidegommen der wet om op te zitten op de dagen van Simchat Tora. Ook werd in het document vermeld dat de canapés nadat ze in ontvangst waren genomen in twee kisten op de vrouwengalerijen van de synagoge werden bewaard. Waarschijnlijk werd de schenking, door een niet bij naam genoemd gemeentelid, gedaan door één van de twee bruidegommen der wet van 1741-1742, daar het een gebruik was dat zij ter ere van hun benoeming een object of een som geld aan de synagoge gaven, maar helaas zijn hun namen onbekend.7 Simchat Tora viel dat jaar op 3 oktober 1741. De schenking van de canapés was dus enkele dagen voor deze feestdag. Naast de in het schenkingsdocument aangegeven functie zijn de canapés sinds het bezoek van stadhouder Willem V aan de Portugese synagoge in 1790 tevens in gebruik als zetel voor staatshoofden en koninklijke bezoekers.8
Deze Franse canapés in de in 1741 zeer moderne rococostijl werden mogelijk in Aubusson gemaakt, daar het houtwerk ervan niet lijkt op dat van bekende Parijse meubels uit die tijd. Ze zijn vervaardigd volgens het systeem 'à chassis', waarbij de met tapisserie beklede onderdelen uitneembaar zijn en in het frame zijn vastgezet met een handig systeem van messing haken en bussen.9 Bovendien zijn cat. 35-a-b verder ook meteen demontabel gemaakt voor de opslag in kisten, in een eenvoudig systeem met merktekens in het houtwerk voor de montage. De aanwezigheid van dit demontage systeem van het houtwerk, waar meubilair in die tijd niet standaard mee was uitgerust, in tegenstelling tot het wel vaker voorkomende systeem 'à chassis', wijst ook op een specifieke opdracht voor gebruik in de synagoge. De bijbehorende kisten uit 1741 zijn verloren gegaan.10 In 1946 werd de kist waarin cat. 35-a werd bewaard aangeduid als 'straatkist met vogel en landschap' en die van cat. 35-b als 'pleinkist met bloemmotief'.11 Dit lijkt erop te duiden dat de kisten waren voorzien van een beschildering die verband hield met de voorstelling van de tapisserie van de canapé die in de betreffende kist hoorde. En tevens dat deze kisten elk een vaste plek hadden in de synagoge. Tegenwoordig zijn de canapés buiten de feestdag van Simchat Tora niet meer in de opslag, maar zijn ze steeds aan weerszijden van de hechal opgesteld, gehuld in stofhoezen om de tapisserie en verdere stoffering te beschermen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de twee canapés met de bijbehorende kisten opgeslagen in een bankkluis, maar in 1943 - samen met vele andere kostbare rituele voorwerpen van de Portugese Gemeente - in beslag genomen en naar Duitsland afgevoerd.12 In december 1946 keerden ze, na verschillende omzwervingen en een uitgebreide zoektocht, terug naar Amsterdam.
De tapisserie van cat. 35-a-b zal in het jaar van de schenking 1741 zijn vervaardigd. De ingeweven signatuur DESARTAUX op de rug van cat. 35-b verwijst naar Mathieu Dessarteaux (gedocumenteerd van 1746 tot circa 1770), of mogelijk naar diens vader Samuel Dessarteaux (gedocumenteerd in 1732 en 1736).13 Beiden waren tapijtwever en tapijthandelaar uit Aubusson, met werkplaatsen in Aubusson en Parijs en een winkel in Parijs, in de rue de la Huchette. Mathieu Dessarteaux behoorde in 1753 tot de zeven belangrijkste handelaren van Aubusson in Parijs.14 Omstreeks 1770-1777 werkte hij samen met zijn schoonzoon De Menou, die van 1780 tot 1793 de laatste directeur van de Manufacture de Beauvais zou zijn.
Cat. 35-a-b zijn de enige nu bekende werken van de werkplaats van Dessarteaux. Ze zijn zeldzame voorbeelden van de hoge, fijne kwaliteit die tapisserie uit Aubusson, die meestal van mindere kwaliteit wordt beschouwd als die van de Gobelins en Beauvais, ook kon hebben.15 In 1753 zou dit werk van fijne kwaliteit van Dessarteaux leiden tot klachten van de leiders van de werkplaatsen van de Manufacture des Gobelins in Parijs over hem en zijn collega Rogier, eveneens uit Aubusson, als zouden zij toen heimelijk in Parijs tapisserie hebben laten weven en het hebben verkocht als werk van de Gobelins.16
Ingeweven signaturen komen overigens weinig voor op tapisserie van zitmeubelen.17 Naast die van Dessarteaux op cat. 35-b is er nog een canapérug in tapisserie met een fabelvoorstelling uit circa 1735-1750 bekend met de ingeweven signatuur van Louis Nouzon uit Parijs, een wever van de Gobelins met daarnaast een eigen werkplaats, in de collectie van het Calouste Gulbenkian Museum in Lissabon.18
Hoewel de notenhouten romp en het houtsnijwerk van cat. 35-a-b naar hetzelfde ontwerp uit omstreeks 1741 is vervaardigd, is de tapisserie van cat. 35-a en cat. 35-b verschillend. Die van cat. 35-a, met het goed zichtbare rivierlandschap, is ook stilistisch vroeger, uit circa 1720, dan cat. 35-b, met de signatuur van Dessarteaux en onder andere realistischer bloemen, die ca. 1740 te dateren is. Bij cat. 35-a zijn de verhoudingen niet helemaal realistisch, vooral bij de grote planten met daarbij de kleine rennende haas op de zitting en de eekhoorn en de etende haas op de leuningen.19 Mogelijk was de tapisserie van cat. 35-a naar een reeds bestaand ontwerp, waarbij in 1741 een bijpassend, maar moderner, ontwerp voor de tweede, bijbehorende canapé (cat. 35-b) werd gemaakt, voorzien van de signatuur van de werkplaats van Dessarteaux.
Ook de ontwerpen van de tapisserie van cat. 35-a-b zijn van hoge kwaliteit. Bij beide canapés zijn zitting, rug en zijkanten opgevat als een visueel totaalontwerp, dat wil zeggen dat de omkadering met bloemen en planten alleen langs de contouren van het gehele meubel loopt en dat niet afzonderlijke onderdelen als rug, zitting en zijkanten apart in een kader zijn gevat, zoals vaker het geval is.
De ontwerper of ontwerpers van de tapisserie van cat. 35-a-b zijn niet bekend. Met name voor cat. 35-a valt te denken aan een kunstenaar uit de omgeving van François Desportes (1661-1743), gespecialiseerd in dieren, maar tevens schilder van buffetten en exotische vruchten, die ook in 1735-1740 de kartons schilderde voor de zogenoemde Nouvelles Indes wandtapijtreeks voor de Manufacture des Gobelins in Parijs.20 Daarnaast kan inspiratie zijn geput uit het werk van de bloemenschilder Jean Baptiste Monnoyer (1636-1699), waarvan gravures naar diens werk nog lang na zijn overlijden dienden als voorbeelden voor tapisserie. Er waren echter vele kunstenaars die in de eerste helft van de achttiende eeuw ontwerpen maakten die met de Gobelins konden wedijveren, zodat een nadere toeschrijving niet mogelijk is.21 Er zijn ook geen andere exemplaren van deze tapisserie bekend, die eventueel meer licht op de ontwerpers zouden kunnen doen schijnen.
Een in stijl aan cat. 35-a-b enigszins vergelijkbare vergulde canapé, ook met dichte armleuningen, uit omstreeks 1745-1750, met tapisseriebekleding toegeschreven aan Beauvais met diervoorstellingen uit de fabels van La Fontaine binnen medaillons, is onderdeel van een ameublement in de collectie van het koninklijk paleis van Holyroodhouse in Edinburgh.22
Conditie:
Uitstekende conditie en bijzonder heldere kleuren (nog extra van cat. 35-b), dankzij het feit dat cat. 35-a-b de meeste tijd in kisten waren opgeslagen en recentelijk afgedekt met stofhoezen. De buitenzijde van de canapés is bekleed met lichtblauwe zijdedamast met een bloempatroon uit circa 1725-1750.
Cat. 35-a
wandtapijtweverij van Dessarteaux (wandtapijtweverij) naar ontwerp van Anoniem France 1741
Canapé in gebruik als chataniembank, bekleed met tapisserie met bloemen, vruchten en dieren in landschappen, 1741
Amsterdam, Portugees-Israelitische Gemeente, inv./cat.nr. Inv. PIG 679
Cat. 35-b
wandtapijtweverij van Dessarteaux (wandtapijtweverij) naar ontwerp van Anoniem France 1741
Canapé in gebruik als chataniembank, bekleed met tapisserie met bloemen, vruchten en dieren in landschappen, 1741
Amsterdam, Portugees-Israelitische Gemeente, inv./cat.nr. Inv. PIG 679
Notes
1 Het oorspronkelijk op de torenspits aanwezige kruis is uitgehaald vanwege het gebruik van de canapé in de synagoge. Zie hierover Knotter, Koldeweij 2013, pp. 147 (afb. 157), 148.
2 Dit opschrift bevindt zich laag op de rug van cat. 35-b, iets verscholen achter de bolling van de zitting.
3 Zoals ook andere objecten in gebruik in deze synagoge. Zie hierover ook De Castro 1950, pp. 139-140, noot 40.
4 Voor een historische foto van deze opstelling, zie Vlaardingerbroek 2013, pp. 178-179, afb. 190.
5 Zie ook Knotter, Koldeweij 2013, p. 146.
6 Stadsarchief Amsterdam (SAA), toegangsnr. 334, Archief van de Portugees-Israëlietische Gemeente, inv. nr. 164, Resolutieboek 1728-1756, fol. 205. Zie Knotter, Koldeweij 2013, p. 196, noot 306 en 309. Met veel dank aan Mirjam Knotter, Joods Museum, voor inzage in haar Nederlandse vertaling van het in het Portugees gestelde document dat zij traceerde, transcribeerde en vertaalde.
7 Knotter, Koldeweij 2013, pp. 146-147.
8 Idem, p. 148.
9 Zie over dit systeem ook bij cat. 35-a-i, Kalf 198, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, in bruikleen bij Het Markiezenhof, Bergen op Zoom.
10 Naar vriendelijke mededeling van Mirjam Knotter.
11 Cohen 2002, p. 26.
12 Over de wederwaardigheden van cat. 35-a-b in de periode 1939-1946, zie vooral Cohen 2002.
13 Met dank aan Mirjam Knotter en Eloy Koldeweij bij het traceren van de ingeweven signatuur.
14 Chevalier, Chevalier, Bertrand 1988, pp. 140-144, 160, 189, 193; Floret, Mathias 1996, pp. 248-250; Bertrand 2000, p. 433; Mertens 2008, pp. 320, 325, 328, 337, 341, 345-346, 361, noot 70; Bertrand 2013, pp. 31, 53-59, 150, 159-160, 196 (noot 17, 21), 226 (noot 5), 230.
15 Zie ook Bertrand 2013, p. 55.
16 Gerspach 1893, p. 18; Chevalier, Chevalier, Bertrand 1988, p. 189.
17 Bertrand 2013, p. 55.
18 Zie Mertens 2008, pp. 236-237 en afb. 71.
19 Met dank aan Reinier Baarsen voor verschillende waardevolle observaties.
20 Met dank aan Pascal-François Bertrand voor deze suggestie. Vergelijk bijvoorbeeld de buffetten van Desportes in Cat. tent. Parijs 1982, cat. 132 en 146 (met afb. op pp. 124, 135). Over de Nouvelles Indes zie onder andere Cat. tent. Parijs 1982, pp. 88-90 en cat. 88-120; Joubert, Lefébure, Bertrand 1995, pp. 218-221, 256, cat. 157; Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, p. 350.
21 Voor enkele canapés met tapisseriebekleding door de Gobelins uit circa 1725-1750, naar ontwerpen van kunstenaars als Pierre-Josse Perrot, Jean-Baptiste Oudry en Claude III Audran, zie Mertens 2008, afb. 66, 67, 69.
22 Swain 1988, p. 61, cat. 19a.