11. Een reeks van drie Parklandschappen
Beschrijving:
Een reeks van drie parklandschappen met bomenlanen, grote bloeiende planten op de voorgrond en vogels in de bomen en in de lucht is samen op een wand gehangen, van elkaar gescheiden door pilasters. De drie wandtapijten, die niet door boorden zijn omgeven, bezitten vergelijkbare voorstellingen, die echter nergens direct op elkaar aansluiten. Ze stellen van links naar rechts voor:
Cat. 11-a: Een rechte bomenlaan met van rechts belichte dicht opeen geplaatste rechte boomstammen die vanaf rechts naar het midden perspectivisch de diepte in gaat, met erachter een doorkijkje naar een landschap met verspreide bomen in de verte. In het midden sluit de linker bomenrij achteraan aan bij een dubbele rij bomen die naar links gaat. Links op de voorgrond staat een iets naar rechts hellende grote loofboom, met in de kruin enkele vogels, waaronder een met een grote kuif (een hop?), die zitten op de takken. Daarvoor groeien een aantal planten met grote bladeren en rood met witte bloemen.
Cat. 11-b: Een parklandschap met in het midden een grote rechthoekige vijver waarin twee fonteinen staan, verschillend van vormgeving doch beide bestaand uit twee lagen. Vooraan, aan weerszijden van de vijver, zijn daarmee in een rechte hoek balustraden geplaatst en staan links en rechts grote sierpotten met planten daarin. Daarachter wordt de vijver aan weerszijden begrensd door rechte bomenrijen - met vooraan een cypres en verder loofbomen - waarvan de linker rij zich achteraan naar links voortzet. Links naast de vijver zijn enkele kleine mensfiguren te zien. Op de voorgrond staat een rij bloeiende planten met grote bladeren, waaronder een distel, witte en roze rozen en een rode stokroos. Direct daarachter staat links een grote loofboom met volle bladertakken waarop enkele vogels zitten, zoals rechts van het midden een exotische rode vogel met een lange staart en blauwe vleugelveren.
Cat. 11-c: In een landschap staat rechts op de voorgrond een rij dicht opeen geplaatste hoge loofbomen, met bovenaan op een tak een zittende vogel. Meer naar achteren, vanuit het midden, loopt een laantje met aan weerszijden rijen dunne rechte boomstammen die naar links de diepte ingaan, met achteraan een doorkijkje naar het landschap in de verte met enkele grote bomen in glooiende velden. Op de voorgrond, midden en links, staan enkele grote bloeiende planten, waaronder roze rozen. Daarachter, links, staat een grote schuin naar rechts hellende loofboom op een met mos begroeid heuveltje. Geheel linksboven in de lucht vliegt een vogel.
Cat. 11
wandtapijtweverij van François Coppens (1665-1743) naar ontwerp van Anoniem ca. 1700
Parklandschap, ca. 1700
Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, inv./cat.nr. Inv. R 3859-A-C
Commentaar:
Deze reeks van drie Parklandschappen, die niet van merken of signaturen is voorzien, zal zijn toe te schrijven aan de Delftse werkplaats van François Coppens, omstreeks 1700. De sleutel hiertoe is de enige bekende door Coppens gesigneerde reeks van drie Parklandschappen met figuren van het Rijksmuseum in Amsterdam, met het ingeweven stadsmerk van Delft en de signatuur FRANS:COPPENS of COPPENS.1 (afb. a) Die wandtapijten hebben voorstellingen met figuurgroepen die zijn gekleed naar de mode van rond 1670-1680, maar hebben boorden uit omstreeks 1700 en zullen derhalve ook uit die laatste periode dateren. Cat. 11-a-c zijn zeer aan deze reeks van het Rijksmuseum verwant, met dezelfde zware boomgroepen, bloeiende planten op de voorgrond en aangelegde natuur gestoffeerd met waterpartijen, fonteinen en grote potten met planten, maar ze hebben geen figuurgroepen in de voorstellingen.2
Hoewel er op cat. 11-a-c ook nergens precies dezelfde onderdelen voorkomen als op de reeks van het Rijksmuseum, is dit wel het geval met een aantal andere Parklandschappen die daarom onlangs ook aan de werkplaats van François Coppens konden worden toegeschreven.3 Aangezien op meerdere van die laatstgenoemde wandtapijten weer verschillende van eveneens op cat. 11-a-c voorgestelde elementen voorkomen, volgt de conclusie dat ook de reeks van de RCE in de eetzaal van de residentie van de Nederlandse ambassadeur in Parijs het werk van François Coppens uit Delft zal betreffen. Een van die aan cat. 11-a-c gerelateerde wandtapijten is Ruiter in een bomenlaan, dat als onderdeel van een serie van drie relatief smalle Parklandschappen met figuren en hetzelfde type boorden als de Rijksmuseumreeks in 1928 in Parijs werd geveild.4 Hierop is dezelfde ruiter als op een van de wandtapijten door Coppens in het Rijksmuseum, Parkgezicht met een ruiter en een elegant gezelschap, in een ander landschap geplaatst.5 Dezelfde rij bomen als links van de ruiter in de bomenlaan figureert daarentegen ook op cat. 11-c, het tapijt rechts op de wand in Parijs. Daarnaast is dezelfde rij bomen als rechts op cat. 11-c en op Ruiter in een bomenlaan eveneens afgebeeld op een Parklandschap met planten in potten en een tuin met parterres dat voorheen in bezit was van kunsthandel French & Co. in New York als onderdeel van een reeks van zes Parklandschappen die eveneens aan de werkplaats van François Coppens in Delft konden worden toegeschreven.6
Bovendien is dezelfde perspectivische bomenlaan als op cat. 11-a, het tapijt links op de wand in Parijs, eveneens afgebeeld op een groot wandtapijt van een Parklandschap met zittend paar dat in 1926 samen met twee bijbehorende parklandschappen in Parijs werd geveild.7 Het elegante paar dat daar voor de bomenlaan is gezeten is tevens voorgesteld op een van de wandtapijten met de signatuur van François Coppens in het Rijksmuseum, Parkgezicht met rustend paar en zittende jagers, maar dan voor een fontein.8
De methode van het toepassen van bepaalde losse kartononderdelen in verschillende composities, waardoor op relatief eenvoudige wijze een grote verscheidenheid aan voorstellingen kon worden geweven, werd kennelijk regelmatig gebezigd door de werkplaats van François Coppens. Hij was hierin beslist niet de enige, daar dit ook door verschillende andere werkplaatsen uit de Noordelijke Nederlanden en ook in de Zuidelijke Nederlanden in de zeventiende en achttiende eeuw werd gedaan.9
De herkomst van cat. 11-a-c vóór 1921 - in verband met de schenking omschreven als 'een groote 17de eeuwsche Vlaamsche tapisserie' - is onbekend.10 Het is dus ook niet bekend wie de oorspronkelijke opdracht voor deze wandtapijten verleende.
Conditie:
De drie wandtapijten zijn, met name aan de zijkanten, versneden en tussen vier pilasters tegen de wand van de eetzaal bevestigd. Reiniging en restauratie door ICAT, Cruquius, 2017.
Afb. a
wandtapijtweverij van François Coppens (1665-1743) naar ontwerp van Anoniem ca. 1685-1740
Parkgezicht met jagers met hun vangst, ca. 1685-1740
Amsterdam, Rijksmuseum, inv./cat.nr. BK-16440-C
Notes
1 Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 64a-c. Over François Coppens zie ook cat. 156-a-e, Drie kussens en twee kussenbladen met het wapen van Leiden tussen twee leeuwen van Museum De Lakenhal in Leiden.
2 Met uitzondering van enkele kleine figuren op de achtergrond van cat. 11-b.
3 Zie hierover Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, pp. 191-198.
4 Veiling Parijs, Hotel Drouot (H. Baudoin, commissaire priseur), 22 juni 1928, nr. 110, met afb., samen met nrs. 111-112, die niet werden afgebeeld. Zie ook Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, p. 191, afb. 1. Uit de beschrijving van nr. 112 van de veiling valt nog wel op te maken dat ook daar een vergelijkbare figuur op voorkomt als op de reeks in het Rijksmuseum: een jager die jachtbuit torst. Zie daarvoor Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 64c; Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, p. 194, afb. 4.
5 Zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 64a; Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, p. 192, afb. 2.
6 Zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, pp. 194, 195 (afb. 5), 197 (noot 7-8). Zie ook The Getty Research Institute, Los Angeles, Photo Archive Database (op internet), GCPA 0236457.
7 Veiling Parijs, Galerie G. Petit (Lair-Dubreuil, commissaire priseur), 10 december 1926, nr. 145, met afb., samen met nrs. 146-147. Dit wandtapijt verscheen opnieuw op Veiling Parijs, Hotel Drouot, 15 juni 1933, pl. 240 en werd vervolgens geveild uit de collectie van Baron Cassel, Parijs, Hotel Drouot, 24 maart 1954, nr. 268.
8 Zie Hartkamp-Jonxis, Smit 2004, cat. 64b; Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, p. 193, afb. 3.
9 Zie hierover ook Hartkamp-Jonxis, Smit 2013, p. 195.
10 Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Afdeling Comptabiliteit, 1871-1940, nummer toegang 2.05.32.06, inventarisnummer 35, Stukken betreffende de aankoop, inrichting en onderhoud van afzonderlijke gezantschapsgebouwen: Parijs 1919-1924, brief van ambassadeur J. Loudon aan de minister van Buitenlandse Zaken, 24 mei 1922. Met dank aan Yuri van der Linden, RCE, voor inzage hiervan.